Maria Callas in 15 quotes
Het grote publiek kent haar sterren vaak enkel door quotes. Quotes die lang niet altijd waarheidsgetrouw zijn, maar die wel bepalend zijn voor het beeld van velen. En dus niet onbelangrijk. In deel één van een zomerserie 15 quotes van en over Maria Callas.
Maria Callas werd geboren in 1923 in New York en overleed in 1977 in Parijs. Ze debuteerde in 1942 en trad in 1974 voor het laatst op. Ze was één van de grootste zangeressen van de twintigste eeuw, of misschien wel van altijd. In elk geval was ze de meest besproken.
,,Mijn zus was slank en mooi en vriendelijk en mijn moeder trok haar altijd voor. Ik was het lelijke eendje, dik en onhandig en onpopulair. Het is vreselijk om een kind zich lelijk en ongewild te laten voelen. Ik zal mijn moeder nooit vergeven dat ze mijn jeugd van me afnam. Tijdens al die jaren dat ik zou moeten spelen en opgroeien, was ik aan het zingen en geld aan het verdienen.”
Callas in een artikel in de Time, oktober 1956.
,,Ik haat het om naar mezelf te luisteren. Het moet wel, maar ik houd er helemaal niet van, omdat ik niet van het soort stem houd dat ik heb. De eerste keer dat ik naar een opname van mijn zang luisterde, was toen we San Giovanni Battista van Stradella opnamen in een kerk in Perugia in 1949. Ik luisterde naar de tape en barstte in tranen uit. Ik wilde alles stoppen, het zingen opgeven.”
Callas in een interview met Philippe Caloni voor de Franse radio, één van haar laatste interviews.
,,Sommigen zeggen dat ik een mooie stem heb, anderen zeggen van niet. Het is een kwestie van smaak. Het enige dat ik kan zeggen, is dat zij die er niet van houden niet naar me zouden moeten komen luisteren.”
Callas in een tv-interview met Norman Ross, november 1957.
,,Het is niet genoeg om een mooie stem te hebben. Wat betekent dat? Als je een rol interpreteert, moet je over duizend kleuren beschikken om geluk, vreugde, zorgen, angst te portretteren. Hoe kun je dat doen met enkel een mooie stem?”
Callas in ‘Callas: The Art and the Life’ (1974).
,,Het geld heb ik niet nodig. Ik werk voor de kunst.”
Maria Callas.
,,Ik zal mijn vijanden niet vermoorden, ik zal ze voor me op de knieën dwingen. I will, I can, I must.”
Callas in ‘Callas: The Art and the Life’ (1974).
,,Ik bereid me voor op repetities zoals ik me zou voorbereiden op het huwelijk.”
Maria Callas.
,,Ik weet niet wat er met me gebeurt op het toneel. Iets anders lijkt het over te nemen.”
Maria Callas.
,,Ja, men zal blijven praten over Tebaldi dit en Freni dat. Prachtige, prachtige stemmen, fantastisch. Ze werken hard, ze zijn oprecht, ze brengen offers, ze zijn getalenteerder dan Maria, zeker. Maar zij was het genie. Genie komt van genio – geest. En dat maakt haar beter dan ons allemaal.”
Renata Scotto in gesprek met Albert Innaurato.
,,Callas? Zij was pure elektriciteit.”
Leonard Bernstein in ‘Callas: The Art and the Life’ (1974).
,,De laatste grote artiest. Bedenk dat ze bijna blind was en vaak een goede 150 voet van het podium stond. Maar ondanks dat ze niet goed zag, voelde ze de muziek aan en zette ze altijd exact gelijk in met mijn slag. En als we repeteerden, was ze zo precies, iedere noot perfect… Ze was niet enkel een zanger, ze was een complete artiest. (…) Er is niemand als haar vandaag. Ze was een esthetisch fenomeen.”
Dirigent Antonino Votto is ‘Callas: The Art and the Life’ (1974).
,,Ik denk niet dat iemand die Callas na 1955 hoorde de echte Callas-stem hoorde.”
Joan Sutherland in een interview met de BBC.
,,Als je met haar werkte, moest je echt begrijpen hoe zij jouw rol zag, niet hoe jij je het zag. Ze had een zeer duidelijke opvatting van haar rol en jij moest in die interpretatie passen. Ze was zo geweldig, ze kon geen afstand nemen van een rol. Eigenlijk was het beangstigend – soms stond ze te huilen terwijl ze zong. (…) Maria wérd altijd haar rol. Ze was de tekst en de componist zo toegedaan, ze zou er haar stem voor in stukken scheuren.”
Jon Vickers in een artikel in Opera News, oktober 2005.
,,Naar Callas luisteren is als het lezen van Shakespeare: je wordt altijd bewusteloos geslagen door een of ander ongelofelijk inzicht in de mensheid.”
Aprile Millo in een artikel in Opera News, oktober 2005.
,,Ze zong alsof ze de mooiste stem van de wereld had – en ze zong zo mooi dat ze die stem misschien ook wel had.”
Ethan Mordden in ‘Demented: The World of the Opera Diva’ (1984).
4Reacties
Deze uitspraak vind ik erg mooi:
“What [Tulio Serafin] said that impressed me was: ‘When one wants to find a gesture, when you want to find how to act on stage, all you have to do is listen to the music. The composer has already seen to that.’ If you take the trouble to really listen with your soul and with you ears — and I say soul and ears because the mind must work, but not too much also — you will find every gesture there. And it is all true, you know.” Maria Callas, BBC 1968
Gelukkig eens een serie uitspraken met een laag Stassinopoulos-gehalte, al was het maar omdat ze deels zijn ontleend aan het prachtige (en antiquarisch peperdure) boek van John Ardoin en Gerald Fitzgerald: ‘Callas. The Life and the Years’ uit 1974.
Inderdaad, je moet niet alleen een mooie stem hebben. Wat je moet hebben is de gave om je volledig te identificeren met het personage dat je uitbeeldt, plus die ‘duizend kleuren’ om het hele scala aan menselijke emoties weer te geven. DAT is wat natuurtalenten onderscheidt van werktalenten en dáárom blijf je bij sommige stemmen aan de grond genageld en loop je bij andere door, hoe goed ze ook klinken.
Maar Sutherland heeft het wat mij betreft mis. Net als zij was ook biograaf Michael Scott van mening dat Callas haar beste prestaties leverde vóór ca. 1956, toen ze nog niet was geobsedeerd door de wens om af te slanken: wat eerst ‘artistic’ mocht heten, dunde uit tot een krampachtig ‘artificial’ – een belangrijke opmerking, die hier best geciteerd mag worden.
Maar wie Callas in 1957 in Milaan Anna Bolena hoorde zingen en La Sonnambula in Keulen, of in 1958 La Traviata in Londen en Medea in Dallas, mag met alle recht beweren ‘de echte stem’ te hebben gehoord. Dank aan de goden en de muzen dat deze opnames bewaard zijn gebleven, zodat eenieder er in kan opgaan.
En wie zich ook vergiste, is dirigent Antonino Votto. Want waarom zou Maria Callas ‘de laatste grote artiest’ zijn geweest? Afgezien daarvan, dat zo’n uitspraak niet echt bemoedigend is voor jonge enthousiaste zangtalenten, leren de ervaring en de muziekgeschiedenis dat in elke eeuw wel een paar halfgoden worden geboren die met een gevoel voor het Sublieme gezegend zijn.
Callas is en blijft de beste!!!!!!!!!!!!