La Fedeltà Premiata DNOA prima ensemble
De titel van deze opera van Joseph Haydn betekent zoveel als ‘ontrouw uit trouw’, iets dat de nodige uitleg behoeft en daar worden veel woorden en muziek aan gewijd. Het werk had première in paleis Esterházy, lange tijd de thuisbasis van Joseph Haydn die er voor zijn broodheer Prins Esterházy vele opera’s schreef. La Fedeltà Premiata stamt uit 1779 maar had pas première in 1781 en met die voorstelling werd het na een door brand verwoeste operatheater in het paleis opnieuw ingewijd. Het zou Haydns meest succesvolle theaterwerk worden maar verdween begin 19e eeuw van het repertoire.
Dat de Dutch National Opera Academy en Het Orkest van de Achttiende Eeuw nu juist deze opera op het programma hebben genomen zal vooral van doen hebben met het grote aantal gelijkwaardige rollen in het stuk wat het zeer geschikt maakt als ‘schoolvoorstelling’. Maar liefst 7 solisten treden er in op en met een volledig dubbele bezetting komen alle 13 studenten aan bod, aangevuld met een leerling van het Conservatorium Den Haag.
Vocaal stelt het werk hoge eisen, denk aan late barok en vroege Mozart. Al kijkend en luisterend moest ik tijdens de uitvoering van afgelopen zaterdag regelmatig denken aan Mozarts La finta giardiniera* uit 1775. Ook bij Haydn veel verwikkelingen die stuk voor stuk te maken hebben met liefdesperikelen, zaken van liefde en trouw. En omdat alle solisten meerdere aria’s te zingen hebben duurt het nogal lang voor alle problemen zijn opgelost. Regisseur Anja Kühnhold heeft samen met dirigent Benjamin Perry Wenzelberg naar eigen zeggen ‘een leuk weekend gehad’ waarin ze een eerste ontwerp hebben gemaakt voor de ingekorte versie die thans wordt uitgevoerd. De cuts zitten vooral in de recitatieven al is er ook een enkele aria geschrapt.
Het Orkest treedt aan met 22 musici die in een ongebruikelijke opstelling tussen toneel en publiek zijn geplaatst. De dirigent uiterst links achter de forte piano, voor hem twee rijen strijkers en een fagottist die tegenover elkaar zitten, daarachter in normale opstelling de overige instrumenten. Het is dezelfde opstelling als die in Esterházy werd gebruikt.
Lange tenen
De Griekse mythologie leverde de stof voor het verhaal en draait om de godin Diana die zich beledigd voelt door een nimf. Net als in Iphigénie en Aulide is er een mensenoffer nodig om de lange tenen van deze dame te laten genezen. In dit geval moet er een liefdespaar worden gevoerd aan een monster dat ergens in het water leeft. En dat elk jaar opnieuw tot iemand zichzelf uit liefde opoffert. Dan zal de vloek worden opgeheven. Het zal duidelijk zijn dat in het oord waar zich de handeling afspeelt het levensgevaarlijk is om verliefd te worden en dat te laten blijken. De priester Melibeo wijst namens Diana het paar aan dat in de jaarlijkse behoefte van de godin moest voorzien. Hijzelf is daarvan gevrijwaard door zijn functie en kan dus zonde risico een partner zoeken. Door andere koppels te dwarsbomen kan hij zijn macht misbruiken en zelf aan de vrouw komen. Het offeren van mensen aan een godheid is natuurlijk gewoon moord en als zodanig een thema dat van alle tijden is, evenals machtsmisbruik.
Deze personages maken hun opwachting.
De nogal arrogante Amaranta waarmee de priester Melibeo zelf graag zou willen trouwen. Dat lijkt te lukken tot Graaf Perruchetto ten tonele verschijnt, een windbuil die in zijn voorkeur voor vrouwen zo mogelijk nog minder standvastig is dan Cherubino. Omdat een graaf toch wel meer status biedt dan een priester laat Amaranta hem vallen en hecht zich aan haar graaf. Zodra echter een andere vrouw in beeld komt wil hij die ook en zo voort. Celia waart rond op zoek naar haar verloofde Fileno die echter denkt dat ze is gestorven door een slangenbeet. De nimf Nerina en haar broer Lindoro completeren het gezelschap dat gedurende enige uren in snel wisselende verhoudingen op het toneel staat. De kern van het verhaal is dat Celia haar Fileno bewust ontrouw wil zijn om te voorkomen dat ze beiden als gelukkig paar worden uitgekozen om geofferd te worden. Vandaar de titel: ‘ontrouw uit trouw’. Liever bindt ze zich aan iemand anders om zodoende in elk geval Fileno’s leven te kunnen sparen. Uiteindelijk besluit de radeloze Fileno zichzelf te offeren maar dan grijpt Diana in de persoon van Nerina in en heft de vloek op. Melibeo wordt gestraft voor zijn kuiperijen en machtsmisbruik en Celia en Fileno worden herenigd. In hoeverre er nog meer koppels uit voortkomen blijft ongewis. Is ook niet belangrijk natuurlijk.
Zaterdag zongen er andere solisten dan op vrijdag, het was zodoende een tweede première. Mezzosopraan Femke Hulsman was aandoenlijk mooi als de geplaagde Celia. Haar verloofde Fileno werd prachtig vertolkt door tenor Salvador Simao. Amaranta was vocaal in goede handen bij sopraan Aimee Kearney die zich ook acterend leuk kon uitleven. Datzelfde gold voor bariton Wessel Wirken als Graaf Perruchetto, een bufforol die tot veel hilarische toestanden leidde. Sopraan Thalia Cook-Hansen was een mooie Nerina; haar broer Lindoro kwam voor rekening van de zeer veelbelovende tenor Milan de Korte. Bariton Román Bordón tenslotte viel de eer te beurt om aan het einde door iedereen met de nek aangekeken te worden. Prima invulling van zijn rol. Over het geheel genomen werd er goed tot zeer goed gezongen. In een professioneel theater zou deze uitvoering absoluut niet hebben misstaan.
De personenregie was uitstekend verzorgd. Alles en iedereen krioelde over het kleine toneel zonder ooit onbedoeld in elkaars vaarwater te komen. Groot compliment voor dit ensemblespel. Het decor en kostuum ontwerp was van Anna Sophia Blersch die vooral veel aandacht had geschonken aan de kleding. Overwegend ruimvallende geplisseerde gewaden die mooi afgestemd waren op de personages die ze moesten dragen.
Prachtig spel van het Orkest van de Achttiende Eeuw onder leiding van dirigent Benjamin Perry Wenzelberg. Nog niet zo lang geleden was hij de assistent van Kenneth Montgomery toen het orkest de begeleiding verzorgde bij de uitvoering van DNOA van Haydns L’isola disabitata. Het orkest mag zich gelukkig prijzen dat juist hij het stokje van zijn illustere voorganger heeft overgenomen.
La fedeltá premiata is nog te zien op 21 januari in de Leidse Schouwburg, op 22 januari in de Stadsschouwburg, Haarlem en op 23 januari in Theater De Vest in Alkmaar. Alle informatie op de website van DNOA.
Verder lezen
Benjamin Perry Wenzelberg en Anja Kühnhld spraken over La fedeltá premiata.
*In 2023 was Peter ’t Hart enthousiast over La fina giardiniera door DNOA