Glansrijke uitvoering Arsilda in Matinee
Er zijn componisten wiens naam voor altijd vergroeid lijkt te zijn met slechts één werk dat de populariteit van hun andere oeuvre volkomen overschaduwt. Boccherini, Albinoni en Ravel hebben veel meer dan alleen hun Menuet, Adagio en Bolero gecomponeerd, maar toch lukt het ze niet van het imago van de ‘componist van één stuk’ af te komen. Datzelfde geldt voor Antonio Vivaldi. Zijn muzikale nalatenschap is veel groter en gevarieerder dan alleen De vier jaargetijden. Zijn tijdgenoten hadden niet alleen waardering voor Vivaldi’s instrumentale concerten en sonates maar genoten ook van zijn oratorium Juditha triumphans, Stabat Mater, het Magnificat en meer dan 45 opera’s. Na zijn operadebuut in 1713 componeerde Vivaldi tussen 1714 en 1739 opera’s voor diverse operahuizen in Venetië, Mantua, Rome en Ferrara en reisde Europa door als onvolprezen vioolvirtuoos, maître van instrumentale muziek en gevierde operacomponist.
De glansrijke uitvoering van Arsilda, regina di Ponto (1716) door La Cetra Barockorchester Basel bij de NTR Zaterdagmatinee in Het Concertgebouw bewees dat de tijdgenoten geen ongelijk hadden. Vivaldi’s operamuziek is bijzonder dynamisch, afwisselend en kleurrijk en verdient beter dan slechts een vermelding in de biografie.
Who is who?
Het plot van Arsilda is een klassiek verkleedverhaal gebaseerd op verwisseling van personen waarbij iedereen zijn eigen reden heeft om zijn ware identiteit te verhullen. Lisea doet zich voor als haar tweelingbroer Tamese om de koninklijke macht in de familie te behouden. Tamese zelf gaat door het leven als tuinman om de aan hem onterecht, zoals hij denkt, ontnomen macht en zijn troon van Cilicië ooit terug te krijgen. Hun eigen geliefden Arsilda, koningin van Pontus, en Barzane, koning van Lidië, raken verstrikt in het net van intriges rondom dit bedrog en weten zich geen raad met hun gevoelens. Arsilda, die met Tamese (en nu Lisea) zou moeten trouwen, verliest haar hart aan de tuinman (wat niet verwonderlijk is, aangezien hij de echte Tamese is) en Barzane weet al helemaal niet meer van wie hij houdt. Voeg hier nog Miranda, de vertrouwelinge van Lisea, die onverwachts ook verliefd wordt op Tamese, en de verwarring wordt compleet. Iedereen betreurt zijn lot en raakt steeds verder in de problemen. Gelukkig is er nog Cisardo, de oom van de tweeling, die zijn hoofd koel weet te houden en net op tijd voor de oplossing zorgt. De hemel klaart op, de gelukkige stellen worden herenigd en krijgen allemaal hun geliefde én de troon terug: Tamese en Arsilda in Cilicië en Lisea en Barzane in Lidië.
Kleurrijk en wervelend
Net als het alles behalve saaie verhaal, is de muziek van Arsilda ook dynamisch en afwisselend, met een krachtig slot dat de opgebouwde spanning laat oplossen. Vivaldi schrijft boeiende muziek vol melodische en harmonische spanningen die wisselende emoties in heerlijk virtuoze en melodieuze aria’s vat.
De muziek klink enigszins vertrouwd want een variatie op De vier jaargetijden (die zeven jaar later wordt voltooid) is altijd wel ergens te herkennen zoals in de tumultueuze tremoli van de strijkers, snijdende snaar-klanken van theorbes, stormachtige geluiden en Vivaldi’s bekende pulserende ritmes. Deze vertrouwdheid gaat echter hand in hand met onverwachte muzikale wendingen en snel wisselende dynamische klank- en tempocontrasten die de ritmisch stuwende muziek ontzettend interessant maken om te volgen. De ritmische drive benadrukt op zijn beurt de dramatische spanning van het verhaal en zorgt voor een doorlopende vloeiende beweging. Aria’s, recitatieven en instrumentale delen vloeien naadloos in elkaar over in een kleurrijk samenspel van stemmen en instrumenten. De luisteraar wordt als het ware gedompeld in een wervelende stroom van klanken.
Onder leiding van Andrea Marcon weet La Cetra Barockorchester Basel (dat dit seizoen zijn 25-jarig jubileum viert) al deze rijke kleurschakeringen en ritmische accenten optimaal te benutten en over te dragen. De opera wordt gespeeld in de redactie van Marcon en kent ook bijzondere klankeffecten (zoals het gekwetter van vogels en het geroep van uilen) en een uitgebreid instrumentarium, vooral bij de blazers. Door het briljante samenspel van het volledige ensemble en zijn voorbeeldige interactie met de solisten krijgt Vivaldi’s Arsilda zijn indrukwekkende gestalte van een opera-concertare die net als instrumentaal concerto opgebouwd wordt op klankcontrasten tussen de stemmen, instrumenten en de stemmingsvolle combinaties ervan.
Ijzersterke bezetting
De personages van Arsilda krijgen nogal veel te verwerken; ze worden verscheurd tussen verdriet en vertwijfeling die gelukkig vrij snel plaatsmaken voor hoop en vertrouwen op hun geluk. Hun identiteitscrisis bezingen zij in de opeenvolging van de virtuoos uitgewerkte aria’s die stuk voor stuk mooie voorbeelden zijn van de muzikale uitdrukking van een emotie of affect in al zijn barokke grilligheid. Het emotionele en expressieve contrast tussen de verschillende aria’s is zo groot dat je als luisteraar nooit lang hoeft te gissen wie op dit moment hoopvol en doolgelukkig is en wie juist kwaad en doodongelukkig rondloopt.
Vivaldi’s da capo aria’s geven de zangers de gelegenheid om hun betoog verder uit te diepen en zich bovendien virtuoos uit te leven. La Cetra beschikt over uitstekende solisten die vocale partijen van Arsilda tot perfectie beheersen. Een zeer boeiende alt Benedetta Mazzucato zet een standvastige Arsilda neer, terwijl de indrukwekkende countertenor Nicòlo Balducci veel indruk maakt met zijn techniek en vocale bereik als Barzane. De mezzosopraan Beth Taylor als Lisea bekoort door haar temperament en het gebruik van volume en het donkere timbre van haar rekbare stem. De aria La tiranna e avversa sorte van de strijdlustige Tameso en zijn La mia gloria ed il mio amore behoren tot de onbetwiste hoogtepunten van de tenor Leonardo Cortellazzi. De lyrisch-zuivere zanglijnen van Miranda worden prachtig vertolkt door de sopraan Shira Patchornik. De krachtige bas José Coca Loza in de rol van Cisardo en de lenige sopraan Jone Martínez als Nicandro maken dit uitstekende zanggezelschap compleet.
Een voor een trekken de solisten hun belcanto-registers open en laten rijk versierde melodielijnen schitteren wat tot het onvermijdelijke en welverdiende applaus aan het eind van bijna elke aria leidt. Bovendien kruidt Vivaldi de aria’s vaak met pittige details zoals de extra lage noten bij de bas en dalende loopjes bij de mezzosopraan, – dat alles tot extra plezier van het enthousiaste publiek dat technische en expressieve waardigheden van de zangers duidelijk weet te waarderen.
Inspiratie en waardering
De inspirerende uitvoering van Arsilda, regina di Ponto, die tevens de Nederlandse première was, bewees nog een keer hoe belangrijk het is om een zo compleet mogelijk beeld te hebben van het gehele oeuvre van de componist, vooral als zijn naam en faam veel te veel met slechts enkele populaire werken worden geassocieerd. De nieuwe opname van deze opera door La Cetra, die vanaf 7 februari verkrijgbaar is, zal ongetwijfeld helpen om de waardering van minder bekende en onbekende composities, zoals Vivaldi’s Arsilda, aanzienlijk te vergroten.
Arsilda in terug te beluisteren op NPO Klassiek.
Verder lezen, luisteren en kijken
In 2023 bracht Andrea Marcon ook een prachtige Vivaldi opera naar Amsterdam.
Meer Vivaldi in het Concertgebouw