De wereld in 40 operahuizen: Hamburg
Wat rond 1600 in Italië begon, is inmiddels een mondiaal fenomeen. Opera, je vindt het bijna overal. In een tamelijk roekeloze trip over de wereld worden veertig willekeurige operahuizen uitgelicht, met een kiekje en een praatje. In deel 2 de Staatsoper in Hamburg.
Het gebouw
Het eerste theater in Hamburg werd gebouwd in 1678 en werd geopend met het Singspiel Adam en Eva. Het was tevens het eerste publieke operahuis van heel Duitsland, daarom ook ‘Bürgeroper’ genoemd. In 1826/1827 werd een nieuw pand betrokken, aan de Dammtorstraße, ontworpen door Karl F. Schinkel.
Het huidige operahuis, nog steeds aan de Dammtorstraße, werd in 1925 gebouwd. Het is door de jaren heen wel flink veranderd. In 1943 brandde de zaal volledig uit door een bombardement. Alleen het toneel bleef behouden, met dank aan een ijzeren gordijn. Dat toneel wordt nog steeds gebruikt. Het auditorium werd na de oorlog herbouwd, met een verdubbeling van het aantal plaatsen. Dat zijn er nu meer dan 1200.
In 2005 bouwde de Staatsoper een nieuw gebouw om al het werk rond de producties te vergemakkelijken. Het bouwwerk kostte 37 miljoen euro, de grootste culturele investering in Hamburg van de afgelopen tijd.
Het gebouw bevat dan ook drie grote repetitietonelen, een repetitieruimte voor het Philharmonische Staatsorchester, een koorzaal, een balletzaal en vele kantoren en werkplaatsen voor alle medewerkers van het operahuis. Daarnaast kunnen er in de kelder decorstukken opgeslagen worden
Op een klein toneel in het nieuwe gebouw, ‘Opera stabile’, worden kleinschalige muziektheaterproducties opgevoerd, evenals recitals, debatten en schoolevenementen.
Het gezelschap
De Staatsoper heeft door de eeuwen heen een grote reputatie opgebouwd. Al in de begintijd – eind zeventiende eeuw – trok het operahuis grote artiesten, zoals Georg Friedrich Händel en Georg Philipp Telemann.
Na de verhuizing naar de Dammtorstraße richtte het gezelschap zich steeds meer op opera – daarvoor zette het ook diverse andere kunstvormen op het toneel. Maar de reputatie bleef even hoog. Niccolo Paganini trad er op, Richard Wagner dirigeerde er zijn Rienzi, met Nabucco werd voor het eerst een Verdi-opera in Duitsland opgevoerd en vanaf 1891 was Gustav Mahler zes jaar directeur.
Na de nieuwbouw in 1925 en de renovatiewerkzamheden na de oorlog bracht Rolf Liebermann het operahuis in de jaren zestig weer terug op topniveau. Met zijn ambitieuze programmering trok hij diverse grote artiesten, die nog in de beginfase van hun carrière zaten. Onder hen Plácido Domingo (die er zijn eerste Otello zong), Anneliese Rothenberger en Kurt Moll.
Sinds 2005 is de Australische dirigente Simone Young de kartrekker van de Staatsoper.
Seizoen 2010/2011
Er zijn erg veel verschillende producties in het nieuwe seizoen in Hamburg te zien, deels omdat het huis met een zangersensemble werkt. Zo zijn er veel bekende titels: Aida, Carmen, Cavalleria rusticana/I Pagliacci, Così fan tutte, Die Fledermaus, Faust, Hänsel und Gretel, Il barbiere di Siviglia, La Bohème, enzovoort.
Tussen al die titels zitten slechts enkele nieuwe producties. Götterdämmerung is te zien in een nieuwe enscenering van Claus Guth, er is de nieuwe opera Bliss van Brett Dean, Andreas Homoki regisseert Faust van Gounod en verder zijn er nieuwe producties van La Cenerentola, The Rape of Lucretia en Palestrina, evenals een double bill van de operastudio van het operahuis.
Meer informatie: www.hamburgische-staatsoper.de.