Achtergrond

De wereld in 40 operahuizen: Stockholm

Wat rond 1600 in Italië begon, is inmiddels een mondiaal fenomeen. Opera, je vindt het bijna overal. In een tamelijk roekeloze trip over de wereld worden veertig willekeurige operahuizen uitgelicht, met een kiekje en een praatje. In deel 5 de Kungliga Operan in Stockholm.

Een rit van zo'n 500 kilometer dwars door Zweden heen brengt ons van Oslo naar Stockholm, voor de bezichtiging van het volgende Scandinavische operahuis.

Het gebouw
Het eerste operahuis van de Kungliga Operan (de Koninklijke Zweedse Opera) werd in zeven jaar gebouwd in opdracht van koning Gustaaf III en werd geopend op 30 september 1782. De opening zou gebeuren met Aeneas van de componist Kraus, maar de vertolkster van de vrouwelijke hoofdrol (Dido) vluchtte voor de voorstelling het land uit, om de schuldeisers van haar man te ontlopen. Daarom werd Cora en Alonzo opgevoerd, een opera van Naumann.

Het operahuis, ontworpen door C.F. Adelcrantz, diende een eeuw lang als de thuisbasis van de Zweedse opera, al werd de naam van het gebouw twaalf keer gewijzigd. Het werd gezien als één van de mooiste gebouwen van Stockholm en stond ook internationaal goed bekend.

Na een eeuw begonnen de technische mogelijkheden van het huis uit de tijd te raken. In 1891 werd er een afscheidsvoorstelling gegeven, waarna het gebouw tegen de grond ging en een nieuw huis werd gebouwd, precies op dezelfde plek. Het werd ontworpen door Axel Anderberg en in 1898 geopend met een op en top Zweeds programma. Interessant is dat het gebouw tegenover het operahuis, tegenwoordig een overheidsgebouw, er van de buitenkant exact hetzelfde uitziet als het oude operahuis.

Het neoklassieke gebouw telt 1200 zitjes (iets kleiner dan het oude huis) en wordt in de volksmond simpelweg Operan genoemd. Het bevat een gouden foyer en grootste trappenhuizen. In tegenstelling tot de beginperiode van de Zweedse Opera worden de opera’s tegenwoordig bijna allemaal in de originele taal opgevoerd, met Zweedse boventitels.

Het gezelschap
Koning Gustaaf III was niet alleen de initiatiefnemer voor de bouw van het operahuis, hij stond ook aan de basis van het gezelschap dat er ging huizen. Vanaf het begin van de achttiende eeuw deden buitenlandse gezelschappen Stockholm aan om opera’s op te voeren, maar de koning liet hen in 1771 hun biezen pakken en richtte een Zweeds operagezelschap op, dat enkel Zweedstalige werken mocht opvoeren.

Buitenlandse componisten als Francesco Uttini en Joseph Martin Krauss werden gecontracteerd om opera’s te schrijven op Zweedse libretti. De eerste daarvan, Thetis en Pelée van Uttini, ging op 18 januari 1773 in première. Die dag wordt gezien als de geboorte van de Zweedse opera.

Koning Gustaaf III werd overigens in 1792 vermoord tijdens een gemaskerd bal, een gegeven waar Verdi zijn opera Un ballo in maschera op baseerde.

Begin negentiende eeuw werden ook grote opera’s uit het buitenland gehaald. Zo werd in 1812 Die Zauberflöte opgevoerd, al snel gevolgd door Don Giovanni en Die Entführung aus dem Serail. Voor 1850 had het operahuis vele grote titels die ook vandaag de dag nog regelmatig opgevoerd worden op het toneel gezet.

Belangrijk was ook de première van de opera Värmlänningarna van de Zweedse componist Andreas Randel in 1846. Het werd één van de grootste successen uit de geschiedenis van de Kungliga Operan en werd maar liefst 842 keer opgevoerd. Het meest opgevoerde stuk is echter Carmen van Bizet, met 1390 voorstellingen.

Na de verhuizing naar het nieuwe operahuis ging de Zweedse opera onverminderd verder met het presenteren van grote titels die elders in Europa in wereldpremière waren gegaan, zoals de opera’s van Puccini en Wagners Der Ring des Nibelungen (in 1907 voor het eerst volledig uitgevoerd). Ook speelde het operahuis een belangrijke rol in de carrière van diverse grote Zweedse opera-artiesten, zoals Jussi Björling, Birgit Nilsson, Elisabeth Söderström en Nicolai Gedda.

Heden ten dage telt de Zweedse opera zo’n 600 werknemers, waaronder een orkest van 112 leden (het grootste orkest van Scandinavië en één van de oudste orkesten van de wereld), een koor van 60 leden en balletgezelschap van 73 dansers. Het operahuis werkt met een zangersensemble van zo’n 40 solisten en trekt daarnaast ieder seizoen de nodige gastzangers aan. Sinds 2004 is Anders Franzén de algemeen directeur van het operahuis.

Seizoen 2010/2011
De Kungliga Operan presenteert dit seizoen vijf nieuwe operaproducties: een hedendaagse eenakter van componiste Paula af Malmborg Ward, Zémire et Azor van André Grétry, Andrea Chénier, Don Pasquale en Stiffelio.

Daarnaast speelt het operahuis vele titels uit haar repertoire: La Bohème, Così fan tutte, Elektra, Le nozze di Figaro, Manon, Norma, Orphée et Euridice, Das Rheingold, Rigoletto, Tosca, Werther, Wozzeck en Serse.

Zie voor meer informatie www.operan.se.

De reis tot nu toe
Amsterdam
Hamburg
Kopenhagen
Oslo

Vorig artikel

België verrijkt met nieuwe muziekwebsite

Volgend artikel

Onopvallende Kross zingt Moessorgski

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.