Garanča als Spaanse zigeunerin op nieuwe cd
Elina Garanča houdt van Spanje en betuigt haar liefde met een nieuw album bij Deutsche Grammophon: Habanera. Het is een interessante verzameling van Spaanse liederen en zigeunermuziek. Garanča zingt geweldig, maar niet altijd met het Spaanse temperament dat je zou verwachten.
Sinds ze op haar achtste de Carmen-film met Julia Migenes en Plácido Domingo zag, is Elina Garanča gefascineerd door Spanje. Ze houdt van het Spaanse temperament, de Spaanse levensstijl, de Spaanse zarzuela (operette), eigenlijk alles wat met Spanje te maken heeft.
Nu de Letse mezzosopraan het tot het topje van de operawereld heeft geschopt – met typisch genoeg Carmen als één van haar belangrijkste rollen – en onder contract staat bij Deutsche Grammophon, heeft ze de kans om iets van haar Spanje-liefde te laten blijken. Namelijk door een nieuw album met al haar favorieten: Habanera.
Garanča heeft voor haar cd achttien liederen, opera- en zarzuelafragmenten uitgezocht die met Spanje of met zigeuners te maken hebben. Centraal staat Carmen, die beter dan wie dan ook Spanje en de zigeuners met elkaar verbindt.
De selectie is, ondanks vier fragmenten uit de overbekende opera van Bizet, bijzonder origineel. Zo zijn er stukken van Francisco Asenjo Barbieri, Xavier Montsalvatge, Manuel de Falla, Ruperto Chapí en Pablo Luna, maar ook van bijvoorbeeld Franz Lehár (csárdás uit Zigeunerliebe) en Leonard Bernstein (‘I am easily assimilated’ uit Candide). Een afwisselend ‘lekkerluister’-repertoire.
De stem van Garanča is fenomenaal. Ik ben onder de indruk van haar technische perfectie. Van laag tot hoog (in haar geval een hele grote afstand) resoneert ze als uit één stuk, zo hecht zijn haar registers met elkaar verbonden. Dat is bijvoorbeeld prachtig te horen in de ‘Vocalise en forme de Habanera’ van Ravel.
Met haar donkere, melancholische tint kleurt Garanča diverse stukken prachtig in, zoals het begin van de csárdás van Lehár (één en al heimwee) en twee dromerige, tedere liedjes van Montsalvatge en De Falla. Erg sterk.
En toch. Ondanks de onmiskenbare kwaliteiten van Garanča mis ik iets op de cd. Iets wat ik zou willen omschrijven als de ‘couleur locale’ van het Spaanse repertoire en de zigeunermuziek, die atmosfeer waardoor je direct weet in welk deel van de wereld je bent beland.
Op een of andere manier weet Garanča het vuur en temperament dat ik met Spanje en zigeuners associeer en dat duidelijk in de muziek zit, niet altijd over te brengen. In haar Carmen-passages mis ik bijvoorbeeld de verleidelijke lach van die zwoele zigeunerin. Garanča is in mijn ogen een fantastische Carmen, maar daar heeft ze haar uitstraling en acteerwerk wel bij nodig.
Wellicht heeft het te maken met een gebrek aan heldere klinkers. Die zouden het wat luchtiger kunnen maken. Nu smeert de mezzo alles aan elkaar met donkere, zware klanken. Ook zit het hem misschien in haar uitspraak. Ik spreek geen Spaans, maar de taal heeft wel bepaalde karakteristieke klanken die ik niet veel terughoor op de cd.
Dit gemis betekent echter niet dat ik niet met plezier naar de cd heb geluisterd. Het album is zonder twijfel van hoge kwaliteit, zeker ook door de inbreng van het levendige Orchestra Sinfonica Nazionale della Rai onder leiding van Karel Mark Chichon en het fijne gitaarspel van José Maria Gallardo del Rey.
Hieronder het geweldige promotiefilmpje van de cd:
5Reacties
Looks like a Britney copy to me. Which is sad, because I’d prefer the original Garancia.
Quite so. Let’s not make a popstar out of a fine mezzo.
(Beware Kevin, we are bound to be criticised as being elitist…)
Ze “doet” Spaans,maar dat wil nog niet zeggen dat ze in die taal zingt.
Mooie vrouw.
Mooie stem.
Ongeschikt repertoire.
Bedenkelijke beelden, tenenkrommende cameravoering, regie en acteren.
Haar Spaans in “non existing”.
Spijtig.
Wie wel eens echte Spaanse danseressen in een authentiek Spaans repertoire aan het werk heeft gezien, kan alleen maar bevestigen dat dit krolse gedraai niets met Spanje te maken heeft. Het is namaak voor de doorsneetoerist en bovenal een karikatuur van de opera. Doodzonde dat een topartieste als Elina Garanca er (onder commerciële dwang?) aan toegeeft.