Afgelopen zondag overleed László Polgár. De Hongaarse bas was een gewaardeerde artiest bij vele grote operahuizen en maakte eveneens op velen indruk als oratorium- en liedzanger. Een herinnering in beeld. Met dank aan Youtube.

Polgár werd geboren in Boedapest, op 1 januari 1947. Hij studeerde daar aan de Franz Liszt Academy of Music en volgde daarna nog lessen bij onder andere de grote bas Yevgeny Nesterenko.

Polgár debuteerde in 1971 bij de Hongaarse Staatsopera als graaf Ceprano in Rigoletto. Al snel volgden rollen als Osmin, Sarastro, Leporello en Gurnemanz, waarna hij in 1981 internationaal furore begon te maken, bij onder meer het Royal Opera House in Londen, de Wiener Staatsoper, de Opéra de Paris en het Opernhaus Zürich, waar hij jarenlang de belangrijkste bas was in het huisensemble.

De bas zong vele rollen en werd eveneens geroemd om zijn optredens in oratoria en liedrecitals. Hij nam bijvoorbeeld vele cantates van Bach op.

Aspecten van Polgárs zangkunst die in hoge mate geprezen werden, waren de schoonheid van zijn stem, zijn perfecte dictie en zijn muzikaliteit.

Zijn dood op zondag 19 september kwam zeer onverwacht. Polgár trad nog steeds regelmatig op en leek daarbij in prima conditie te zijn.

Hieronder vijf fragmenten van optredens van Polgár, bij wijze van in memoriam. Allereerst de aria ‘Ella gammai m’amò’ uit Don Carlos van Verdi.

Hieronder zingt hij de catalogusaria van Leporello uit Don Giovanni van Mozart. Donna Elvira wordt vertolkt door Cecilia Bartoli. Het is een opname uit Zürich, 2001.

Nog een Mozart-fragment: een aria van Sarastro uit Die Zauberflöte.

Hieronder zingt Polgár de rol van Rocco in Fidelio van Beethoven.

Tot slot een bijzonder fragment uit een televisie-uitzending, waarin Polgár het lied ‘Az én mamám’ zingt.