Roméo et Juliette als kil oorlogsverhaal
Roméo et Juliette is een lust voor je oren. Helaas is Olivier Py’s nieuwe productie van het werk bij De Nederlandse Opera geen lust voor je ogen. De rusteloze, asgrauwe regie van de Fransman laat de twee beroemdste geliefden uit de geschiedenis behoorlijk in de kou staan. Gelukkig is Gounod er nog om je de avond door te helpen.
Olivier Py, een gevierde Franse regisseur, heeft wat met de oorlog in Bosnië en de dramatische gebeurtenissen in Srebrenica. Hij ging in 1995 in hongerstaking om zijn afschuw over het gebeuren te laten blijken en schreef er in 1998 een toneelstuk over, Requiem pour Srebrenica.
Voor zijn debuut bij De Nederlandse Opera heeft Py zijn begaandheid met deze oorlog op Gounods opera Roméo et Juliette geprojecteerd. De twee beroemde geliefden wonen in een kapotgeschoten stad, omringd door onophoudelijke oorlogsellende: lijken, graven, ruïnes… Alle decors zijn asgrauw en duister. Enkel de dwaze ‘carnavalsartikelen’ waar de familie van Juliette in het eerste bedrijf een feestje mee probeert te bouwen, zorgen voor wat kleur.
Op zich is het een setting waar de opera best zou kunnen aarden. Onmogelijke liefde is immers van alle tijden en Shakespeare’s liefdesgeschiedenis is tragisch en verscheurend genoeg om de depressieve decors te rechtvaardigen. Maar de manier waarop Py zijn productie verder invult, rammelt mijns inziens aan zo ongeveer alle kanten.
Mijn grootste bezwaar is dat Py je overlaadt met randzaken. Er wordt gesjouwd met lijken en veel heen en weer gerend, de decors staan zowat permanent te draaien en te schuiven (om horendol van te worden) en tijdens diverse schitterende muzikale passages wordt je aandacht afgeleid door secundaire handelingen of door personages die elkaar niet eens zien staan.
Aan de hoofdzaak, de liefde tussen Roméo en Juliette, besteedt Py ondertussen bar weinig aandacht. In hun eerste, opwindende duet presteert hij het zelfs om Roméo het toneel af te laten lopen en ook in hun sterfscène is de fysieke afstand tussen de twee soms gapend groot.
Py laat het stel wel de hele opera lang met een koord in de hand lopen, waardoor ze continu met elkaar verbonden zijn en hun pad letterlijk het hele decor doorkruist. Maar eerlijk gezegd vind ik die vondst niets toevoegen. Het irriteert alleen maar. Door een touwtje word ik niet ontroerd.
Roméo et Juliette is zo’n simpel verhaal: twee jonge mensen worden hartstochtelijk verliefd op elkaar, maar hun verharde omgeving staat hun liefde in de weg. Een beetje personenregie is al genoeg om zo’n tragedie tot leven te wekken. Wil je er tóch een kil en harteloos geheel van maken, dan moet je wel van heel goeden huize komen. Py is erin geslaagd. Chapeau!
Naadloos
Gelukkig is Charles Gounod een briljant componist en is Roméo et Juliette één van zijn meesterwerken. Er zitten vele passages in zijn opera waar geen regisseur tegen op kan boksen, dus er valt zeker ook wat te genieten in de productie.
Marc Minkowski en het Residentie Orkest moesten tijdens de première naar mijn gevoel wel enigszins op gang komen. Van het eerste bedrijf vlogen de vonken niet af, terwijl daar toch regelmatig aanleiding toe was. En ook later in de opera kwamen enkele dramatische climaxen wat flauwtjes over. In de liefdesduetten tussen Roméo en Juliette vond ik het orkest echter fantastisch. De timing was gevoelig, de klank zoet en vol, de lyriek oorstrelend.
Het DNO-koor had geen tijd nodig om op gang te komen: het zong haar grote aandeel in de opera uitmuntend. Het bezorgde de scène van de verbanning van Roméo bijvoorbeeld een overweldigende climax.
Van de cast vond ik Luybov Petrova als Juliette met voorsprong de beste. Hoe dramatischer het verhaal werd, hoe meer ze op dreef leek te raken. Van haar Frans was weinig te verstaan, maar haar heftige gevoelens in met name de laatste twee akten bracht ze onmiskenbaar over. De jeugdige kleur van haar stem en haar vermogen om dramatisch uit te halen, vond ik een prima combi voor deze rol.
Ismael Jordi zong een romantische Roméo, maar zijn tenorstem had wat beperkingen. Zodra hij de hoogte in ging, versmalde zijn stem zich tot een dun, scherp geluid, zonder veel uitdrukkingsmogelijkheden. In het lage en het middenregister had hij daar minder last van en liet hij meer kleuren horen.
Samen waren Petrova en Jordi een mooi stel. Ik was onder de indruk van hun duet aan het einde van de tweede akte (het afscheid na de balkonscène), waarin ze naadloos op elkaar aansloten. Ook in de sterfscène mengden hun stemmen zich mooi.
In de rest van de cast was onder meer een fraaie Sébastien Droy te horen als Tybalt, een grote Nicolas Testé als frère Laurent en een wat humoristische, naïeve Philippe Rouillon als Capulet.
Ondanks deze en andere mooie muzikale momenten overheerste bij mij na afloop de teleurstelling. Alweer.
Roméo et Juliette is tot en met 29 oktober nog acht keer te zien in Het Muziektheater in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.
20Reacties
Dat klinkt weer erg uitnodigend…
Dus het wordt weer zo’n voorstelling waarbij geldt:
oogjes toe en oortjes open.
Dan kan je toch beter thuis een cdtje opzetten?
goede analyse van de voorstelling door de recensent, echter met een naar mijn mening verkeerde conclusie. Inderdaad staan de geliefden in de kou, maar de kille omgeving van oorlog en dood rekent af met het al te romantische thema dat liefde boven alles verheven is. Oorlog en geweld zijn van groter invloed op ons mensdom dan liefde. Treurig maar waar….
Ben het totaal niet met recensent eens. Vond het een zeer indrukwekkende voorstelling. Door de soberte in het decor was het contrast met de onmogelijke liefde zo groot. Vond dit een zeer intense beleving van de hoogste vorm van kunst. Chapeau voor de artiesten!
Heb de voorstelling ietwat anders ervaren dan de recensent, al ben ik het op een aantal punten eens met Jordi Kooiman. De momenten van zwakte in Ismael’s stem, de prachtige uithalen van Lyubov maar vooral de fysieke afstand bij Romeo en Juliette tijdens de scenes die er het meest toe deden waren erg jammer. (hoewel de slaapkamer-scene dat gemis wel weer helemaal goedmaakte) Uiteindelijk vond ik het een heerlijke avond en heb enorm genoten..(maar dat kan ook aan mijn gezelschap gelegen hebben 😉
Haha…wat is dit een ontzettend slechte recensie! Deze voorstelling een kil en harteloos geheel? Volgende keer beter opletten!
Ik heb ervan genoten, en vond het absoluut niet kil. Een klein minpunt was wel dat de symboliek van de regie er erg dik bovenop lag, maar merkwaardigheden als bij de recente les vêpres heb ik niet gezien. Het idee is duidelijk – ook in een grote oorlog zoeken mensen nog steeds naar een geluksgevoel, willen ze toch leven. Dat verklaarde voor mij ook een beetje de intensiteit van de liefde van Romeo en Juliette. Hoe dan ook – wat mij betreft dus wel een aanrader!
Na Les Vêpres en de bovenstaande recensie ging ik bevreesd naar het Muziektheater en het is alleszins meegevallen. De regie was minder erg dan ik had verwacht hoewel de zwarte kleur en de somberheid na 3 uur opera wel erg gaat vervelen. De associatie met de dood die alom tegenwoordig was kon ik ook niet waarderen. Verder werden er door de regisseur weer uiterst vreemde grappen uitgehaald (Capulet als clown, de honden, het geklooi met het touw en de enorme afstand tussen de geliefden in de 5e akte). Dit blijven wij houden met dit soort regisseurs die vooral zichzelf willen bewijzen en geen liefde hebben voor de muziek of het publiek, geen respect ook voor het werk van de componist. Nee dan Minkowski. Daar spatte het respect en het enthousiasme vanaf en dat sloeg over op het uitstekende Residentieorkest. Het liefdespaar was uitstekend en ook de bijrollen goed bezet. Dit gevoegd bij de heerlijke muziek van Gounod maakte het toch nog een goed bestede middag.
Gisteravond geweest. Ik was ook teleurgesteld. Wat een verschrikkelijke enscenering. Hoe komt een regisseur erbij om dit verhaal zo te overladen en te verkrachten. Na de zoveelste decorwisseling, het zoveelste lijk, de zoveelste schedel wist ik het echt wel. En dan die draad, wat een kinderachtig geheel. Na de overladen en bombastische Salome vorig seizoen en nu weer deze voorstelling begin ik genoeg te krijgen van regisseurs die hun boodschap er duimendik bovenop leggen. Als zanger zou ik mij doodschamen om in zo een productie te moeten staan. Van het slotduet kreeg ik weinig mee want een fel schijnend peertje ontnam mij het zicht op de zangers. Slechts een scene vond ik mooi door de relatieve eenvoud van het decor, nl het eerste liefdesduet tegen de achtergrond van gebroken ruiten. Toen stopte ook alles voor een moment met draaien en bewegen en stond de zang centraal zonder afleidende details. Goh, gaat het daar niet om in opera? Gelukkig waren de zangers en de musici echt goed. Ik vond Petrova mooi en doorleefd in de rol van Juliette. Jordi klonk op 13 oktober niet dun en wist mij echt te ontroeren, hij kan heel mooi pianissimo zingen. Zonde dat hij in het begin met die rare vleugels moest lopen. Minkowski en het orkest deden het fantastisch.
Tsja, wel een drukte van belang op het toneel en dat was nou toch weer niet nodig geweest. Het idee van zo´n verscheurde stad was op zich niet onaardig. Gooi de helft van het gedoe eruit en je houdt vast een veel beter stuk over. Maar wat zang en muziek betreft was er niets te klagen. Prachtig!
Ik vond het een geweldig indrukwekkend geheel en ik sluit mij aan bij het commentaar van Remco Roovers dat de liefde van Romeo en Juliette juist inderdaad in de kilte van de oorlog van de families staat en dat de regisseur dat prachtig heeft verbeeld met het sombere en donkere decor met alle doodsheid. Daardoor kunnen zij des te meer stralen als symbool van pure, onvergankelijke liefde, dat zich zelfs door doodsheid niet laat verjagen. Het enige punt van kritiek waar ik het eens ben met recensent Kooiman, is dat er veel onnodig geruis was van personages die bezig waren met bijzaken, zoals het gedoe met de lijken. Op drie punten vond ik deze bijzaken zelfs heel erg storend, te weten in de slotscene, waar een personage rouwt boven het lijk van een ander, de scene waarin vier mensen worden doodgeschoten met de zakken over hun hoofd en de scene waarin Julliette van de pater het gifdrankje krijgt aangeboden en twee personages meeluisteren en zelfs onder en om de tafel heen cirkelen. Alles bij elkaar ga ik zelfs nog een keer naar de voorstelling om het juist prachtige en zeer dynamisch decor nog een keer in alle grootsheid te mogen zien, maar met name om de monumentale stemmen van Luybov en Ismael weer tot in mijn vezels te laten kruipen en de muziek van Gounoud gespeeld door het Residentie Orkest nog een keer te mogen inademen. Grandioos, verheven boven de aardse schoonheid vond ik het.
Als ik vroeger overwoog naar een operavoorstelling te gaan keek ik eigenlijk enkel en alleen naar wie de zangers en de dirigent waren. Door ervaring wijs geworden kijk ik tegenwoordig eerst en vooral naar de naam van de regisseur. Na alles wat ik over de voorstelling van “Roméo et Juliette” in de regie van Olivier Py en onder de muzikale leiding van Marc Minkowski had gelezen ben ik gisteren met bange voorgevoelens naar het Muziektheater gegaan. Muzikaal ben ik beslist aan mijn trekken gekomen en de enscenering is me uiteindelijk nog meegevallen maar de muziek roept bij mij iets totaal anders op dan wat ik op het toneel te zien heb gekregen. De balans tussen liefdesverhaal en gewelddadigheden in alle soorten en maten – er niet zelden, zoals in het geval van de executie met de nekschoten, met de haren bijgesleept – sloeg wel erg ver door in de richting van de laatste. Na eerdere, (betrekkelijk) recente dieptepunten als “Salome”, “Der fliegende Holländer” en “Les vêpres siciliennes” begin ik het punt te naderen waarop ik het, na 20 jaar abonnement, met DNO wel gehad heb. Als in de nabije toekomst ook nog de namen opduiken van Hans Neuenfels en Calixto Bieito zal ik het bijltje er zonder dralen bij neergooien.
O, wanneer raken wij eens verlost van die “regisseur opera’s”?
Onverwerkte trauma’s van een regisseur horen niet op het toneel, maar moeten bij een psychiater op de divan worden uitgewerkt.
Wij weten zo langzamerhand wel dat een beetje eigentijdse regie een hele opera van karakter kan doen veranderen, verkrachten zo u wilt. Hoe je het ook wendt of keert, die veranderingen zijn nooit de bedoeling geweest van de componist en wordt in toenemende mate ook niet meer door zangers en publiek op prijs gesteld. De focus moet weer komen te liggen op de muziek. Van mij mag het tijdperk van de “diva-opera” terugkomen. En als we, ver-(keerd ge)wend door DNO, niet meer weten hoe mooi dat was,neem dan eens een kijkje net over de grens, bijvoorbeeld in Liëge. Het kan echt! Het kan zoveel mooier!
Het was mijn eerste opera en ik keek er zo naar uit. Maar wat een teleurstelling!! Hoewel ik het decor prachtig vond, was het voortdurende geschuif erg onrustig en het voegde niets toe. Romeo leek geen passie voor Juliette te bezitten en leek er niet zoveel zin in te hebben. Hij verdween in zijn nietszeggende “kostuum” tegen de donkere achtergrond en leek dat niet erg te vinden. Het gesjouw met de lijken vond ik onbegrijpelijk en storend en het had geen toegevoegde waarde. Het eerste deel was traag en zo rommelig dat ik er niets van kon maken en niet kon wachten tot het pauze zou zijn. Het tweede deel had meer verhaal, maar werd zo afgeraffeld dat iedere vorm van romantiek en emotie ver te zoeken was waardoor er niets heel bleef van het prachtige oorspronkelijke verhaal. Dat we in de pauze niet zijn weggegaan is alleen vanwege het feit dat we vonden dat we onze eerste opera toch uit moesten zitten om erover mee te kunnen praten (en omdat we hoopten dat het nog goed zou komen. Dat, en de exorbitant hoge prijs van de kaartjes zorgt ervoor dat wij niet (snel) weer een opera zullen bezoeken. Helaas!
En dan te bedenken dat er vijf(!) versies van deze opera bestaan! In 2001 werkte ik zelf mee aan een reconstructie van de oerversie, in zijn oorspronkelijke opéra-comique vorm. Je kunt deze opera, vanwege zijn omvang en complexiteit op diverse manieren uitleggen. Zelf hou ik in elk geval meer van de wat historische context, omdat je dan dichter bij de bedoelingen van de componist en librettist blijft. Tegen de achtergrond van een kille ’total war’ worden die oorspronkelijke bedoelingen toch wat verder naar de achtergrond verdrukt. Want het gaat qua achtergrond per slot van rekening om twee rivaliserende families in Verona. Tegen die achtergrond komen sommige intriges beter tot hun recht, omdat ze in een verband te plaatsen zijn. Hoe verder een regisseur van de oorspronkelijke context afwijkt, des te vervreemdender een opera vaak wordt, met name voor de toeschouwer. En dat is jammer!
Na bovenstaande recensie, heb ik mijn best gedaan zo onbevooroodeeld mogelijk naar de voorstelling te gaan (24-10).
Achteraf kan ik het niet anders dan eens zijn met de recensent. Het decor leek wel (of was) een draaimolen. Het was storend en niets zeggend.
Het thema liefde in oorlogstijd (of eigenlijk familievete) is geen verzinsel van Py, dat had Shakespeare al voor hem verzinnen. Py deed zijn best om iets eenvoudigs nodeloos complex te maken en sloeg daarbij regelmatig de plank volkomen mis.
Bijvoorbeeld:
– het eerste liefdesduet, waarbij Romeo het podium halverwege verlaat.
– de sterfscene, waarbij Romeo op ruime afstand in een andere ruimte staat
– de draad die Romeo en Juliette verbind, het leek wel sesamstraat thematiek
– etc.
De muziek maakte gelukkig veel goed, met je ogen dicht maakte het zelfs alles goed.
Het piano van Ismael Jordi was ontroerend en Nicolas Testé vond ik ook schitterend.
Na les vepres sicilienes en deze voorstelling, hoop ik van harte dat de volgende voorstelling ook op regie gebied wat meer te bieden heeft.
http://www.gopera.com/igi/?id=986
Basia,
Weinig positiefs op die site of Romeo et Juliette. Zelfs niet over de muziek en zang.
Enig idee wie er achter de website zit en hoe ik (als leek)deze mening moet wegen?
Eindelijk kon ik het zelf gaan bekijken, na het lezen van de recensies en de commentaren, zoals hierboven. Gisteravond de dernière van de serie voorstellingen.
Iedereen die naar deze voorstelling gaat kan aan de hand van wat Google-klikken en de recensie van Jordi Kooiman wel inschatten wat je mag verwachten. En vergeet de aardige inleiding niet, die Aukelien van Hoytema vooraf hield.
Het viel me niet tegen, het was geen topavond maar ik zag een voorstelling van een regisseur die niet gevraagd wordt om een kasteel te tonen met balkonnetjes en meer van dat gezelligs maar die een visie moet formuleren op het verhaal anno 2010. Navrante scene’s, van het bloedeloze feest, de verwijzingen naar begin jaren ’80, het ‘No Future’ dat Cora Burggraaf op de muur schilderde, ik vond het interessante contrasten met het klassieke liefdesverhaal. Niet alles lukte in mijn ogen even goed, maar het allemaal niveau.
Het was geen pamflet, maar had wel verwijzingen naar oorlog die, of we nou willen of niet, nog altijd en op veel plaatsen bestaat. Een goede regisseur leest af en toe de krant.
Goed gebruik van de mogelijkheden van het grote Stopera-podium, een consistent toneelbeeld met niet mooie maar wel passende belichting. Soms een heel klein verwijzinkje naar de Sharks en Jets uit West Side Story. En zelden een regisseur zo discreet en barmhartig voor zijn zangers een vrij-scene zien ensceneren.
Geen stemmen gehoord waarvoor ik naar de cd-winkel zou rennen, al was zang en acteren van Burggraaf zo mooi dat ik het crescendo in het applaus wel snapte. En Nicolas Testé als Frère Laurent, die ga ik onthouden.
Het probleem:
het toneelstuk (en de opera) gaan NIET over een totale oorlog.
Ook niet over een liefde tijdens de oorlog.
Het gaat over een familie vete. Maak er een ruzie tussen diverse clans, groepen, gangs van … whateaver.
De wereld is normaal. De mensen niet.
Dat heeft Bernstein goed begrepen. Ook Baz Luhrman in zijn prachtige film.
Het verhaal is van alle tijden, universeel. Plaats het in Irak en maak er een liefde van en Sjia jongen en een Soeni meisje van.
En wat dacht je van Amsterdam: een meisje uit Curaçao en een jongen uit Suriname?
Brussel: een Vlaamse en een Wallonier?
Alles kan, behalve een totale oorlog, waar alles en iedereen elkaar afknalt, want dan zijn een paar doden extra niet relevant meer.
De belichting?
Ik neem aan dat je geen oogproblemen hebt, anders zat je daadwerkelijk te piepen van de pijn in je ogen.
Ik neem ook aan dat je (gelukkig) niet weet wat het is om zelfs van een aanblik van een carrousel misselijk te worden.
En hier een recensie van een voorstelling, een paar dagen geleden in Londen.
Ik wou dat ik erbij kon zijn!
http://www.operatoday.com/content/2010/10/piotr_beczala_r.php
ik heet zelf juliette ik heb de film echt nog nooit gezien