De zaak Hoffmann: ter lering en vermaak
Opera Studio Nederland speelt vanaf volgende week dinsdag (5/5) vijf keer De zaak Hoffmann, een bewerking van Les Contes d’Hoffmann van Jacques Offenbach. Onder de solisten zit Martijn Cornet, die dit jaar in het ensemble van de studio meedraait. „Zonder dit seizoen was ik over drie jaar stuk geweest.”
Wie Martijn Cornet vol verve Caronte hoorde zingen in Orlando paladino van Haydn tijdens de ZaterdagMatinee enkele weken geleden, zou niet denken dat de bariton ondertussen ook nog ‘in opleiding’ is. Cornet is lid van het ensemble van Opera Studio Nederland (OSN), een soort schakeljaar tussen het conservatorium en de beroepspraktijk. Met OSN staat hij vanaf dinsdag 5 mei vijf keer in het Compagnietheater om Spalanzani te zingen in De Zaak Hoffmann.
De Zaak Hoffmann is een bewerking van Les Contes d’Hoffmann van Jacques Offenbach. Een muzikale bewerking door Jos van de Braak, die de muziek aanpaste aan het vijftienkoppige Blazersensemble Zuiderwind, en een theatrale bewerking door Corina van Eijk, artistiek leider van Opera Spanga. Van Eijk heeft haar hele artistieke team van Opera Spanga meegenomen.
Het werk van Offenbach gaat over de dichter Hoffmann. In de ban van operazangeres Stella vertelt Hoffmann in de pauze van Don Giovanni (waar Stella Donna Anna zingt) zijn liefdesgeschiedenissen aan een paar studenten.
Absolute mafkees
In januari begonnen de leden van OSN al met de voorbereiding, vertelt Cornet. „Toen wisten we nog niet wie welke partij ging zingen en hoe de bewerking eruit zou komen te zien. Het was echt snoeihard werken om bij te blijven, want normaal ben je zelf al voorbereid als je begint te repeteren.”
OSN koos bewust voor deze insteek, om de voorbereiding van Offenbachs werk zo leerzaam mogelijk te maken voor de jonge zangers. Leerzaam was het zeker voor Cornet. „Ik heb in elk geval geleerd dat ik het nooit meer zo wil doen”, zegt hij. „Ik heb er een hekel aan om niet-voorbereid ergens aan te beginnen. De regie is zo gedetailleerd, het is moeilijk om daar goed op te letten als je je thuis niet voorbereid hebt.”
Cornet werd ook met een andere uitdaging geconfronteerd: hij moet een tenorpartij zingen. „Dat is niet bepaald mijn tessituur. Maar de booswichten, de baritonrollen, werden al door één iemand gezongen.”
De rol op zich (de uitvinder Spalanzani) spreekt hem echter erg aan. „De rol is echt fantastisch. Spalanzani is een absolute mafkees. Nu speel ik eens niet de bad guy, want de bariton is toch vaak de stoere bink in het verhaal. Het is heel leuk om zo’n linkmiegel te zijn.”
Leuk, maar ook pittig, voegt Cornet toe. Eén van de redenen waarom de voorbereiding zo lang duurde, was dat de rollen in De zaak Hoffmann nogal ver van het bed van de zangers staan.
Projectie
De samenwerking met het Opera Spanga-team is ook een waardevolle ervaring, zegt Cornet. „Ze zijn vernieuwend. Dat is voor jonge mensen als wij een goede ervaring.”
Regisseur Van Eijk heeft in Offenbachs stuk veel projectie gebruikt, zoals ze vaker doet in haar producties. Volgens OSN ontstaat daardoor een ‘toverlantaarnachtige sfeer’. Cornet voegt daar aan toe dat hij denkt dat het stuk door de projecties en de scènes heel goed volgbaar is. Ook zonder boventiteling, want dat gebruikt Van Eijk nooit.
Hoewel de bariton zelf geen groot fan van Offenbach is, denkt hij daarom dat de voorstelling heel aantrekkelijk is geworden. Ook voor jonge mensen. „Als ik het affiche zou zien hangen, zou ik zeker geïnteresseerd zijn om ernaartoe te gaan. Het is belangrijk dat het voor iedereen toegankelijk is. Je krijgt er niet dikke mensen in mooie jurken te zien. Dat is niet wat opera op dit moment is.”
‘Als het klaar is, is het klaar’
Eruit gekickt
Dat opera zich in een heel andere richting ontwikkelt, is wel te merken als Cornet vertelt over zijn seizoen bij OSN, dat nu bijna ten einde loopt. OSN, geleid door Hans Nieuwenhuis en Winfried Maczewski, is bedoeld voor een select groepje zangers die na hun afstuderen aan het conservatorium een extra opstap krijgen naar de professionele zangerswereld. „Het is geen school, maar ook geen operabedrijf”, zegt Cornet. „Je hebt hier meer begeleiding, maar je bent geen leerling. Je bent eigen baas.”
Hij krijgt tal van lessen via OSN, van coaching bij het zingen tot bewegingslessen en acteerlessen. „Als je een paar kilootjes te zwaar bent, kom je er niet doorheen.”
De eisen zijn streng, maar zo is ook het wereldje waar de zangers volgend seizoen in stappen, meent Cornet. „Dit is een soort voorportaal voor de boze buitenwereld. Want daar doet niemand lief tegen je. Als je niet goed bent, word je eruit gekickt.”
Cornet koos bewust voor dit ‘tussenjaar’. „Ik ben fantastisch afgestudeerd. Alles was in de gloria. Maar toch heb ik gekozen om een nieuwe weg in te slaan. Je moet niet denken dat je na je studie de wereld kan veroveren. Als ik na mijn studie direct was begonnen, was ik over drie jaar stuk geweest.”
„Mijn stem kan veel hebben”, vervolgt hij. „Maar dat is ook mijn gevaar. Je moet voorzichtig zijn. Het is niet zo met een violist, die na een blessure aan zijn vinger wel weer herstelt. Als het klaar is, is het klaar. Je stem herstelt niet meer.”
Don Giovanni
Na zijn optredens bij de ZaterdagMatinee dit seizoen stapt Cornet volgend seizoen met beide benen ‘het wereldje’ in. Hij gaat onder meer zijn debuut maken bij De Nederlandse Opera en de Nationale Reisopera en geeft een recital in de Kleine Zaal in het Concertgebouw in de serie Jonge Nederlanders.
Zijn ambitie is simpelweg om een goede musicus te worden. En hij zou graag over een jaar of twee, drie Don Giovanni willen doen. „Het is nu nog te vroeg. Maar ik weet dat ik het kan.”
De zaak Hoffmann is vanaf 5 mei vijf keer te zien in het Compagnietheater in Amsterdam. Zie voor meer informatie www.operastudio.nl.