De wereld in 40 operahuizen: Tokio
Wat rond 1600 in Italië begon, is inmiddels een mondiaal fenomeen. Opera, je vindt het bijna overal. In een tamelijk roekeloze trip over de wereld worden veertig willekeurige operahuizen uitgelicht, met een kiekje en een praatje. In deel 14 het New National Theatre in Tokio.
Het gebouw
Net als het National Centre for the Performing Arts in Peking is het New National Theatre in Tokio gloednieuw en biedt het onderdak aan zowel opera als theater en ballet. Het werd gebouwd tussen 1992 en 1997, volgens een ontwerp van Yanagisawa Takahito, die 227 andere architecten uit 23 landen aftroefde tijdens de aanbestedingsprocedure.
Het gebouw bevat drie theaters: een operahuis (de New National Theatre Opera), een theaterhuis en ‘The Pit’, een kleinere zaal met 340 tot maximaal 468 plaatsen. Het operahuis heeft in de loop der jaren de bijnaam ‘Opera Palace Tokyo’ gekregen.
Het operahuis telt 1814 stoelen. Het beschikt over een toneel naar moderne, Europese standaarden en een orkestbak met ruimte voor 120 musici. In de zaal is tegen de wanden en het plafond veel hout gebruikt, om de akoestiek zo ideaal mogelijk te maken.
Het gezelschap
Het New National Theatre wordt gerund door de New National Theatre Foundation. Achter die organisatie zitten diverse investeerders, overheidssubsidies en privésponsoren uit vele hoeken. Volgens critici leidt dat soms tot nogal bureaucratische taferelen.
Vanaf 2005 voerde dirigent Hiroshi Wakasugi de artistieke leiding over het operahuis, tot hij in juli 2009 overleed. Vanaf dat moment nam Tadaki Otaka tijdelijk de leiding over.
Het operahuis werkt niet met een zangersensemble, maar haalt voor iedere productie een ander artistiek team en een andere cast bij elkaar. Het lukt het huis daarbij om regelmatig prominente zangers en regisseurs uit Europa te contracteren.
Het operahuis zet extra in op Japanse opera’s of opera’s die aan Japan gerelateerd zijn. Ze produceerde het de afgelopen twee jaar werken als Shuzenji Monogatari van Osamu Shimizu en Rokumeikan van Ikebe Shinichiro.
Naast de operaproducties runt het gezelschap een programma voor jonge artiesten, organiseert het voorstellingen voor kinderen en studenten en organiseert het tentoonstellingen. Ook wordt het operahuis verhuurt aan andere gezelschappen.
Seizoen 2010/2011
Het nieuwe seizoen van het New National Theatre begint op 2 oktober met een nieuwe productie van Strauss’ Arabella. In totaal zijn er tien producties te zien, waarvan vier nieuwe. Alles wordt uitgevoerd door het koor van het operahuis en het Tokyo Philharmonic Orchestra.
Na Arabella (met onder andere Michaela Kaune en Thomas Johannes Mayer) volgt Le nozze di Figaro van Mozart. De regie komt van Andreas Homoki, bekend in Berlijn, en in de cast zingen onder andere Lorenzo Regazzo, Myrtò Papatanasiu en Alexander Vinogradov.
In november speelt Andrea Chénier met Mikhail Agafonov in de titelrol en Norma Fantini als Maddalena di Coigny. De jaarwisseling wordt gevierd met een nieuwe productie van Tristan und Isolde in een regie van David McVicar. De hoofdrollen worden gezongen door Stephen Gould en Iréne Theorin, met verder onder andere Elena Zhidkova in de cast.
Het enige Japanse werk van het seizoen is Yuzuru van Dan Ikuma, door een geheel Japanse cast uitgevoerd. Daarna volgen nog producties van La Traviata, Manon Lescaut (nieuwe productie), Der Rosenkavalier, Così fan tutte (nieuwe productie) en Madama Butterfly. Daarin zijn grote namen te horen als Patrizia Ciofi, Lucio Gallo, Svetla Vassileva, Camilla Nylund, Dmitry Korchak, Adrian Eröd en Zoran Todorovich. In de artistieke teams zijn dirigenten en regisseurs te vinden als als Riccardo Frizza, Jonathan Miller, Paolo Carignani,
Zie voor meer informatie www.nntt.jac.go.jp/english.
De reis tot nu toe
Amsterdam
Hamburg
Kopenhagen
Oslo
Stockholm
Helsinki
Tallinn
Riga
Vilnius
Warschau
Minsk
Moskou
Peking