Ze werd geprezen om haar geweldige lyrische stem én haar wonderschone uiterlijk: Lisa Della Casa was van 1940 tot 1974 een zeer geliefde verschijning op het operatoneel. Een portret in beeld van de Zwitserse sopraan. Met dank aan YouTube.

Lisa Della Casa werd in 1919 geboren in Burgdorf, Zwitserland, als dochter van een Italiaans-Zwitserse vader en een Duitse moeder. Ze begon op haar vijftiende zang te studeren aan het conservatorium van Zürich en maakte op haar 21e haar operadebuut, als Cio-Cio-San in Madama Butterfly van Puccini.

Een paar jaar later voegde Della Casa zich bij het ensemble van het operahuis van Zürich, waar ze tot 1950 deel van uit bleef maken. Ze zong er diverse rollen van Mozart, samen met Richard Strauss de componist waar ze beroemd mee werd.

In het vervolg van haar carrière oogstte ze grote successen in hoofdrollen van Mozart. Ze maakte haar debuut in Engeland als de gravin in Le nozze di Figaro en met dezelfde rol maakte ze in 1953 haar entree bij de Metropolitan Opera in New York. In totaal zong ze 173 voorstellingen bij de Met, waarvan 81 in Mozart-rollen.

Hieronder is Della Casa te horen in twee Mozart-fragmenten. In het eerste zingt ze ‘Porgi amor’, een aria van de gravin uit Le nozze di Figaro. Het fragment komt uit 1963. In het tweede zingt ze ‘Mi tradi’ uit Don Giovanni – een opname van de Salzburger Festspiele 1954, met Wilhelm Furtwängler op de bok.

De eerste keer dat Della Casa bij de beroemde Salzburger Festspiele zong, was in 1947, met dank aan collega-sopraan Maria Cebotari, die onder de indruk van haar was. Della Casa zong die zomer de rol van Zdenka in Richard Strauss’ Arabella. Strauss was er zelf bij en zei na de première: ,,Die kleine Della Casa wird eines Tages Arabella sein!”

Zijn voorspelling kwam meer dan uit, want Della Casa werd één van de meest geprezen Arabella’s van haar tijd. Hieronder een fragment van haar vertolking. Het komt uit 1960.

Ook met andere rollen van Strauss had Della Casa veel succes. Rollen als Octavian, Sophie én de Marschallin in Der Rosenkavalier, de gravin in Capriccio, Ariadne in Ariadne auf Naxos en zelfs Salome.

Hieronder zingt ze ‘Es gibt ein Reich’ uit Ariadne auf Naxos. Het komt uit het tv-programma ‘Die Schöne Stimmen’.

Behalve Mozart en Strauss zong Della Casa in opera’s van onder andere Verdi, Beethoven, Wagner, Händel en Puccini, al bleven Strauss en Mozart in het hart van haar repertoire staan. Niettemin: van Puccini hieronder de aria ‘Vissi d’arte’ uit Tosca.

Halverwege de jaren zestig begon Della Casa minder op te treden en toen haar dochter in 1970 een aneurysma kreeg, nam ze helemaal gas terug. In 1974 zong ze haar laatste Arabella bij de Wiener Staatsoper en tijdens een televisie-interview in hetzelfde jaar kondigde ze aan dat ze niet meer zou optreden. Tot schok van haar fans, aangezien ze nog altijd goed bij stem was.

Aangezien ze haar carrière besloot met Arabella, hieronder een laatste fragment uit de opera (uit 1963). Het is een scène met Anneliese Rothenberger.

Della Casa overleed op 10 december 2012 in Münsterlingen am Bodensee, in Zwitserland. Ze werd 93 jaar.