Column: Sybrand van der Werf
Drie Nederlandse opera-artiesten verzorgen iedere maand een column op Place de l’Opera. In mei: regisseur Sybrand van der Werf over Lakmé en de verbazingwekkende keten van gebeurtenissen op de dag van een voorstelling.
Nog één week Lakmé. Volgende week staat amateur-operakoor La Respirazione twee dagen in het Apeldoornse Orpheus met deze weinig uitgevoerde opera van Leo Delibes. Ik zie hoe de dappere mensen zich door de bergen noten, spelaanwijzingen en allerlei praktische problemen heen worstelen op weg naar hun ultieme doel: het werk delen met publiek.
Naast alle inhoudelijke aandacht zie ik nu ook organisatorische zaken op hun plek vallen. Doeken worden geïmpregneerd voor de brandveiligheid, rekwisieten mogen niet meer uit het keukenkastje van de repetitieruimte geleend worden en rondom de repetities worden de koorleden stiller en stiller. Kletsen mag op de naborrel, niet op het zijtoneel.
Ook bij professionele producties zie je gedurende de laatste weken een enorme focus ontstaan. Iedereen moet weten wat er van hem of haar verwacht wordt en wanneer. Alleen al door de organisatorische omvang durf ik opera het moeilijkste genre theater wat er is te noemen. Koor, soli, orkest, technici, grime, kleding, boventitelaar: al deze mensen (ook bij de kleinere producties al gauw honderd) moeten op die ene dag, waar zij het publiek mogen ontvangen, precies dát doen wat in de maanden ervoor is uitgedacht en afgesproken. Operaregie is niet alleen artistiek werk. Plannen en organiseren vormen een niet te onderschatten onderdeel van je vak.
’s Morgens om acht uur steekt de huismeester van het theater zijn sleutel in het slot en opent de deur. Voordat die deur rond een uur of één ’s nachts weer op slot gaat, is een volgorde van gebeurtenissen op gang gekomen die me telkens weer verbaast. De sleutel van de huismeester vormt de kern van een sneeuwbal, die gedurende de dag steeds groter wordt.
Mensen passeren de koffieautomaat waarna apparaten worden opgestart, spullen klaargelegd, stemmen opgewarmd en vloeren gedweild. De sneeuwbal groeit en wint vaart. Niemand hoeft meer te zeggen wat er moet gebeuren, alleen de voorstellingsleider roept zo nu en dan om hoe ver het einde van de helling nog is. Als laatste komt het orkest binnen en installeert zich. De sneeuwbal wordt gestemd, springt het laatste hobbeltje van de helling over en werpt zich met donderend geraas in het publiek. Hij barst uit elkaar: kippenvel!
Althans, dat hoop je. En daarna wordt er geveegd, afgeschminckt, teruggehangen en rechtgezet. Tussen de resten vindt de huismeester zijn sleutel terug. Alles is klaar voor een nieuwe afdaling.
Het bijzondere is dat het altijd weer lukt! Van alle voorstellingen waaraan ik de afgelopen tien jaar heb mogen meewerken, is er slechts eentje niet doorgegaan. En dat lag aan het feit dat er te weinig publiek verwacht werd. Hopelijk gaat dat niet gebeuren met Lakmé.
De Nederlandse regisseur en acteur Sybrand van der Werf is vooral actief binnen het (klassieke) muziektheater en het jeugdtheater. Hij werkt in binnen- en buitenland, met professionals en amateurs, acteurs en muzikanten, op locatie of in grote schouwburgzalen. Zie www.sybrandvanderwerf.nl.