Achtergrond

Hoofdredactioneel: Lege hoofden

Is het u wel eens opgevallen hoe intolerant operaliefhebbers kunnen zijn? Ik vraag me soms af waar dat vandaan komt, die haast brutale drang om je smaak en voorkeuren aan anderen op te dringen. Wordt ‘opera volgen’ niet veel plezieriger als we stoppen voor elkaar te beslissen waar we van mogen genieten?

Afgaand op de chique atmosfeer in operafoyers zou je in discussies onder liefhebbers een zekere geciviliseerde toon verwachten. Of zelfs mogen verwachten. Maar dat valt tegen. Ik heb het dan heus niet alleen over discussies op dit webmagazine, maar over operadiscussies in het algemeen.

Waar de meningen uiteenlopen, verhardt de toon algauw en wordt geargumenteerd met een air alsof de ander niet van dit of dat mag houden. Of andersom: dat hij toch wel tegen het een of het ander moet zijn.

Behalve dat dit gedrag de gesprekken bepaald niet van een prettige sfeer voorziet, legt het ook bloot hoe merkwaardig fanatiek veel liefhebbers hun eigen operabeleving tot standaard verheffen. En dat vind ik heel jammer.

Wie veel opera luistert en bezoekt, verliest zijn onbevangen oren en ogen en verzamelt allerlei ideeën, principes, smaken en voorkeuren. De één zal tijdens dat proces verknocht raken aan traditionele producties, de ander zal steeds meer hunkeren naar nieuwe ensceneringen van oude werken. De één zal heilig overtuigd worden van de authentieke uitvoeringspraktijk, de ander zal daar niet om malen. De één zal zeer precieze ideeën ontwikkelen over de bezetting van Wagner-rollen, de ander vindt ook Domingo een goede Siegmund. En ga zo maar door.

Dat alles is natuurlijk niet erg. Al moet ik zeggen dat ik wel eens droom van een leeg hoofd. Weg met alle bagage: gewoon luisteren. Zo was ik eens bij een in mijn ogen afschuwelijke uitvoering van een Rossini-opera, in een theater met nietsvermoedend publiek. De toeschouwers om mij heen zaten met volle teugen te genieten. Ik kan je zeggen: dat maakte me wel jaloers.

Maar goed, ons hoofd legen behoort niet tot de mogelijkheden. Dus laten we dan in elk geval onze bevangenheid erkennen en inzien dat onze beleving niets meer maar ook niets minder dan ónze beleving is. Hoe goed beargumenteerd en doordacht jouw opvatting over en beleving van opera ook is, je hebt geen enkel recht het de standaard te maken voor een ander.

Voor wie dat wel heel relativistisch in de oren klinkt: sommige producties worden door zo veel mensen als slecht weggezet, dat je wel voorzichtig zou kunnen stellen dat de betreffende voorstelling slecht ‘is’. Maar zelfs dan: als iemand in een discussie schrijft dat hij van Konwitschny’s Salome heeft genoten, is dat zijn goed recht en zou niemand hem daarvoor mogen aanvallen.

Voor de fervente debater komt dat misschien wat gezapig over. Een vurig debat om uitsluitsel te krijgen of een nieuwe productie geslaagd dan wel mislukt is, zit er dan niet meer in. Enkel een uitwisseling van ervaringen. Maar zo zij het. Ik zie namelijk niet hoe de beleving van de één de maat kan en mag zijn voor de ander.

Dat is ook niet waar dit webmagazine voor opgericht is. Place de l’Opera is een plein, een platform waar liefhebbers opera kunnen volgen en over opera kunnen praten. Het is geen arena, waar je je eigen opinie verabsoluteert en ermee aan het bakkeleien gaat met de verabsoluteerde opinie van een ander.

Ik ben ervan overtuigd dat ook zonder die drang naar ‘één ware smaak’ en die hang naar absolute uitspraken het operagesprek interessant kan zijn. En zeker weet ik dat het ontspannender en vriendelijker wordt.

Vorig artikel

Anima Eterna speelt Mozarts requiem

Volgend artikel

Beijing Opera School bezoekt Muziektheater

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

21Reacties

  1. Pieter K. de Haan
    8 mei 2012 at 20:34

    Geachte heer Kooiman,

    Afgaande op de inhoud van uw meest recente hoofdartikel bent u blijkbaar geschrokken van de soms heftige reacties op uw artikel “lege stoelen”. U staat kennelijk een wat afstandelijker benadering voor. Welnu, ik pleeg in gesprekken te zeggen, dat opera niet mijn hobby maar mijn passie is. Zoals mensen gepassioneerd over voetbal kunnen (en wat mij betreft mogen) praten zo moet dat ook kunnen en mogen over opera. Opera is tenslotte iets anders dan het weerbericht. Dat laat onverlet, dat men respect moet kunnen en willen opbrengen voor andermans mening, voor zover die tenminste ergens op slaat.

  2. Steven SURDÈL
    8 mei 2012 at 21:17

    Ik wil graag, net als de heer de Haan, respect opbrengen voor andermans mening, tenzij men mij omwille van de redeneertrant woorden in de mond legt die ik nooit heb uitgesproken. Vandaar dat ik mijn voorkeur ook eerder in vragende vorm dan in de gebiedende vorm heb neergezet – wat volgens mij met betrekking tot het probleem van de lege stoelen ook tot meer duidelijkheid heeft geleid dan iedereen van tevoren had verwacht. En het pleit doorgaans voor een doelgerichte discussie dat er (in principe!) tegenover ieder ‘ja’ ook een ‘nee’ moet kunnen staan – dus niet vanuit de platte wens om voor het oog van het publiek eens lekker dwars te durven zijn.

    En bent U het niet met mij eens dat je, zoals ik ooit een Italiaan hoorde formuleren, ‘ook op een nette manier boos kunt worden’? Dus zonder vileine opmerkingen of sneren aan het adres van de ander, maar veeleer vanuit een soort passie die de voorliefde van de kunstliefhebbers nu eenmaal eigen is. Ik weet dat men daar in koele naties als Engeland en Nederland wat ongemakkelijk tegenover staat, maar het lucht wel op: na afloop geef je elkaar een schouderklop en ga je samen een glas wijn drinken met af en toe nog een laatste uitbarsting omdat het leven ook een beetje theater mag zijn. Operatheater, wel te verstaan.

  3. Olivier Keegel
    9 mei 2012 at 09:55

    ELKE KUNSTVORM IS GEBAAT BIJ EEN LEVENDIGE DISCUSSIE

    Beste Jordi, een zalvend artikel heb je geschreven, zonder twijfel naar aanleiding van de reacties op “Lege Stoelen”. Ik begrijp echter niet welk punt je wil maken. Je schrijft over “de brutale drang om je smaak en voorkeuren aan anderen op te dringen” en “stoppen voor elkaar te beslissen waar we van mogen genieten”. Maar ik kan in Lege Stoelen geen enkele bijdrage ontdekken waarin men een ander iets wil opdringen of iets voor een ander wil beslissen. Dus waar richt je je nu eigenlijk concreet tegen?

    De legestoelendiscussie werd even scherp toen sommige discussianten anderen woorden in de mond wilden leggen, maar van de in jouw artikel geschetste wildwesttaferelen is mijns inziens nooit sprake geweest.

    Je stelt dat Place de l’Opera geen arena is. Maar ik hoop toch ook niet dat je bedoelt dat er voor een gezonde portie polemiek geen plaats is? Vind je de eindeloze mantra van “ik vond dit mooi, en ik heb dat gehoord en dat vond ik ook mooi, en thuis heb ik een plaat en die vind ik ook mooi” etc. etc. niet een beetje slaapverwekkend? Als het om slaapverwekkendheid gaat, versla je het Vriendenbulletin toch nooit!

    De discussie tussen operaliefhebbers dreigt soms aan pure saaiheid en zelfgenoegzaamheid ten onder te gaan. Ik ging vroeger vaak mee met de operareizen van Fred Lingen, een van de leukste en plezierigste mensen in de Amsterdamse operascene. Maar de sfeer tijdens zo’n reis -intens keurig, ons-kent-ons, gezapig- werd me op gegeven moment te veel. Heel erge neiging om Willy Alberti eruit te knallen onder het slaken van de kreet: “En dat vind ik nou mooi!”

    Ik mag mij graag keren tegen de regisseursfratsen die wij in Het Muziektheater voorgeschoteld krijgen, in de hoop dat mijn mede-operaliefhebbers de schellen van de ogen vallen. En ik vind ook dat het zo langzamerhand mooi is geweest met Pierre Audi. De hieruit voortkomende polemiek,met alle retorische kunstgrepen die daarbij horen, zou jij als hoofdredacteur toch moeten toejuichen?

  4. Steven SURDÈL
    9 mei 2012 at 12:35

    Ik ben het inhoudelijk helemaal met U eens, Olivier: zgn. dwangvoorstellingen en wildwest-taferelen kan ik evenmin ontdekken – behalve dat alles wat oud is slecht zou zijn en alles wat nieuw is goed. Maar ik denk dat er op de wereld net zo goed mensen rondlopen die een kopje thee met een wolkje melk nu eenmaal prettiger (en misschien ook wel, net zoals vroeger) wat beschaafder vinden dan een dubbele espresso met een Amaretto. En daarmee wil ik absoluut niet suggereren dat de theeliefhebbers daarom truttiger zouden zijn; het is simpelweg een kwestie van geaardheid (of voor mijn part temperament) en smaak.

    Maar zou het al niet helpen als mensen eens wat beter zouden nadenken voordat ze even met een snelle tackle gelijk willen KRIJGEN? Bij een discussie kom je bijna altijd verder door je juist af te vragen in welke mate jij en de ander wel gelijk zouden kunnen HEBBEN. En dus is het zaak dat je de Twijfel erbij haalt, en dat je a.h.w. om je woorden en gedachten heenloopt voordat je ze instuurt. En vraag je vooral af of een nieuwe inzending de discussie wel op haar plaats houdt, in plaats van deze te laten afdrijven.

    Op school leerde ik ooit dat teksten net als bladmuziek klanken oproepen, en dat je daarom aan je woorden dient te slijpen zoals een musicus aan zijn spel. En dat je, als je die kunst beheerst, nog altijd goed spontaan kunt schrijven, vind ik het mooiste aan de taal.

  5. Leen Roetman
    9 mei 2012 at 14:03

    Hallo Olivier: Ik heb naar je geluisterd! Ik lees er echt niet overheen! Het is zo klaar als een klontje: jij wilt dat Pierre Audi zijn biezen pakt! Hoef je echt niet in elke repliek te herhalen. Je herhaalt het hierboven weer. Wie wil er nu gelijk krijgen?
    Wees gerust: ook ik heb mij meer dan eens geërgerd (maar nooit aan een regie van Pierre Audi). Om anderen niet voor het hoofd te stoten laat ik me daar nooit zo publiekelijk over uit. Ik heb wel eens heel hard boe geroepen in het theater zelf, maar daar had ik spijt van toen ik hoorde dat een ander er wel van genoten had (Konwitschny – Daphne). Ik wil niet graag iemands plezier vergallen.

    Als je meent dat de zon gaat schijnen als Pierre Audi vertrekt, lees dan eens het blog van Alex Ross uit New York
    http://www.newyorker.com/online/blogs/culture/2012/05/the-met-ring-cycle-critics.html
    (Wat heb ik genoten van de Ring door Audi. Ik verheug me weer op de reprises. Maar eerst verheug ik mij op zijn regie van Parsifal.)

    Ga je nog naar Don Carlo? Ik was er in 2004 bij en ik vond het verpletterend mooi. Natuurlijk ga ik nu weer.
    Hartelijke groet!

  6. Steven SURDÈL
    9 mei 2012 at 15:41

    Maar het zou hier toch juist niet meer moeten gaan om Pierre Audi of Don Carlo, maar om een beschouwing van Jordi Kooiman over de manier waarop wij verbaal met elkaar omspringen?

  7. Anton
    9 mei 2012 at 15:42

    Helemaal eens met dhr Roetman! Waarom iemands plezier vergallen? Een pittige discussie vind ik niks mis mee, maar is het niet zo dat er uiteindelijk geen GELIJK te behalen is als het om opera gaat? Dat is volgens mij het punt… en ook wat dhr Kooiman in zijn artikel probeert te zeggen. Geen goed, geen fout, gewoon jou beleving……

  8. Basia Jaworski
    9 mei 2012 at 16:17

    @Steven Surdel – u zegt:
    “Maar het zou hier toch juist niet meer moeten gaan om Pierre Audi”
    Wilt u het tegen de heer Olivier zeggen? 🙂

    @Olivier – ik heb heel wat reizen met Fred meegemaakt. Op de weg terug wist hij ons altijd met een “Willy Alberti” te verrassen: La Cage aux Folles, bij voorbeeld. Of een aflevering van Keeping up the Appearences. Of een oude Hollywood film.
    Verder: inmiddels weten wij het al heel erg goed dat Carthago vernietigd hoort te worden.

    @Anton – mee eens, al heb ik mij ook een paar keer aan “boeh”-geroep schuldig gemaakt. Voor Konwitschny voor zijn Salome. Voor de heren Wieler/Morabito _en_ Metzmacher voor de misselijkmakende Giovanni.
    Voor Kusej (Giovanni) in Salzburg.

    Iedereen beleeft opera op zijn manier. Wat de een mooi vind, vindt de ander afschuwelijk en andersom en dat is alleen maar goed.
    Wat ik toch _echt_ wil weten: hoe kan een mens iets beoordelen wat hij niet gezien/gehoord heeft? Als je _nooit_ naar DNO (om maar iets te noemen) komt, nu om het even wat de reden ervan is: hoe kan je toch _zeker_ weten hoe de producties zijn? Van horen zeggen? Maar dat is toch geen _eigen_ mening meer?

  9. Steven SURDÈL
    9 mei 2012 at 17:02

    @ Basia: Wéér zo’n snelle tackle! Het moet toch opvallen dat ik geen namen noem, Mevr. Jaworski? Het geldt voor iedereen, dus ook voor U en mij en Olivier en Anton. Met uw opmerkingen is niks mis, dunkt mij, maar inhoudelijk grijpen ze, net als die Van Leen Roetman, vooral terug op de rubriek ‘Lege stoelen’.

    HIER gaat het erom of Jordi Kooiman gelijk heeft, en niet ik, of Olivier, of Leen, of Anton, of Pierre Audi of wie dan ook. De enige passage die op de voorzet van Kooiman nog enigszins betrekking heeft lijkt mij van Mevr. Jaworski:

    “Iedereen beleeft opera op zijn manier. Wat de een mooi vind, vindt de ander afschuwelijk en andersom en dat is alleen maar goed.”

    Is zo’n uitspraak nu te fel of juist te vrijblijvend? Dat lijkt mij een antwoord in het verlengde van het hoofdartikel van Jordi Kooiman. Want gaat hem niet in de laatste plaats om onze schrijfstijl.

  10. Steven SURDÈL
    9 mei 2012 at 18:48

    Weet U, Jordi: ik geef U gelijk. Er zijn nog geen 10 reacties binnen op dit hoofdartikel en ze zijn elkaar alweer aan het bevechten over een vorig thema dat er los van staat.

    Als dit zo doorgaat, staat het artikel ‘lege hoofden’ in no time met stip bovenaan de rubriek ‘meest besproken’. Wat toch vooral telt is gelijk krijgen. Aan nuance is nauwelijks behoefte, aan subtiliteit of een elegante gedachtenwending evenmin. Kortom, het is rugby op de vierkante centimeter.

    Ik houd niet van rugby, het is mij te bot en te potig. Ik speel liever schaak. En daarom trek ik mij in mijn hoofd nu terug in mijn Gallo-Romeinse dorpje in de Belgische Ardennen, om met de praeceptor eens bij Plato op te zoeken waar Sokrates zijn mooiste vragen stelt (vragen die zijn publiek zo ongerust en onzeker maakten dat ze hem uiteindelijk dwongen zelfmoord te plegen).

    Het gekibbel om de kraaltjes laat ik met alle liefde over aan de Batavieren achter de Rijn. Ik heb het gehad met deze website. Ik dank Pieter K, Olivier en nog een paar anderen voor hun stijlvolle en genuanceerde bijdragen, waar ik het met graagte mee (on-)eens was.

  11. Pieter K. de Haan
    9 mei 2012 at 21:25

    Geachte heer Surdèl, nu vallen mij toch de klompen uit. Het thema “lege hoofden” staat natuurlijk helemaal NIET los van “lege stoelen”, het is er een vervolg op. Niet alleen volgens mij is er in de discussies tot dusver nauwelijks een onvertogen woord gevallen (dank voor het compliment over o.m. mijn “stijlvolle en genuanceerde bijdragen”) en dan komt u nu ineens aan met de diskwalificatie “rugby op de vierkante centimeter”. Het staat u natuurlijk vrij om u uit de discussie terug te trekken, te gaan vertoeven in uw denkbeeldige “Gallo-Romeinse dorpje in de Belgische Ardennen” en “het gekibbel om de kraaltjes….aan de Batavieren achter de Rijn” te laten (wat een dédain!), maar doe dat dan niet onder valse voorwendselen als “ik heb het gehad met deze site”. Waar u mijns inziens uiteindelijk op stuk gelopen bent is, dat u dacht mee te kunnen praten over de Amsterdamse operascene, terwijl u daarvan niet (meer) op de hoogte bent. Ik wens u veel genoegen met Plato en Sokrates en doe de groeten aan Asterix en Obelisk!

  12. Steven SURDÈL
    10 mei 2012 at 05:35

    Panoramix: Dat had je beter niet kunnen zeggen, Asterix. Je weet dat die barbaren er niet van houden dat je de spot me ze drijft.

    Asterix: Pfoeh! Ze zijn het zelf schuld. Het is met die barbaren net als met die senatoren in Rome: ze kunnen alleen maar ruzie maken.

    Obelix: Zo is het. Ze zouden eens wat vaker om zichzelf moeten lachen, zoals wij hier doen met Carnaval.

    Assurancetourix: Dolletjes! En omdat het Carnaval is, zing ik nu een mooie aria van de Romeinse sopraan Callassia.

    (Krak.)

  13. Steven SURDÈL
    10 mei 2012 at 06:47

    (vervolg)

    Panoramix: Was dat nu wel nodig, Basilla? Dat van Assurancetourix kan me niet schelen, maar zijn nieuwe harp heeft ons stamhoofd veel geld gekost. En Callassia is toch al lang overleden.

    Basilla (nahijgend): Het spijt me, maar ik kan de naam van dat mens niet meer horen.

  14. Pieter K. de Haan
    10 mei 2012 at 07:43

    Het zal wel. Eerst moet de discussie bloedserieus gevoerd worden en als dat dan niet tot tevredenheid verloopt moet er plotseling meer gerelativeerd en gelachen worden. Ook dat is een eerder vertoond kunstje. Laat ik mijzelf trouwens ook eens corrigeren nl. betreffende de foutieve spelling van Obelix. Ik moet toegeven, dat ik in het desbetreffende genre niet zo thuis ben. Hopelijk kunnen we nu terug naar het onderwerp.

  15. Victor Baarn
    10 mei 2012 at 08:03

    Het is niet zozeer een operaprobleem alswel een probleem binnen de klassieke muziek. Het tijdschrift Luister heeft jaren terug z’n forum opgeheven omdat iedereen elkaar de tent uitvocht.
    Ik wijt het aan de oververtegenwoordiging van autisten in de klassieke muziek wereld.

  16. Hans Meijer
    10 mei 2012 at 09:40

    @ Victor Baarn: Niet alleen binnen de wereld van klassieke muziek wordt (te) fel gediscussieerd, ook in televisiedebatten is nauwelijks ruimte voor de mening van de ander. Op youtube video’s van lady Gaga en Katy Perry wordt ook in de discussieruimte op elkaar gescholden dat het een lieve lust is. Dit is nou niet bepaald klassieke muziek te noemen (als men het überhaupt muziek mag noemen).
    Uw opmerking over de oververtegenwoordiging van autisten vond ik geestig, hoewel ik vermoed dat dit niet zo bedoeld is. Vermoedelijk is het aantal autisten in de muziekwereld verhoudingsgewijs even groot als in de rest van de wereld. Toch begrijp ik uw punt. In de wereld van de klassieke muziek zijn wel veel stijfkoppige mensen. Dit is ook hetgeen waar Jordi Kooiman zich tegen lijkt te verzetten. In al zijn recensies laat hij doorschemeren dat het slechts om zijn mening gaat en dat dit geen universele waarheid is.
    Eerder in deze discussie is gerefereerd aan de ‘koele’ Engelsen. Toch kunnen wij wat van hen leren vermoed ik. In discussies gebruiken Britten vaak zinsneden als ‘it might be’ of ‘it could be’ om hun eigen mening naar voren te brengen. Dit laat ruimte voor de mogelijkheid van het eigen ongelijk. Laten wij daar lering uit trekken.

  17. Victor Baarn
    10 mei 2012 at 10:07

    Ik zit op diverse internetfora en dat is allemaal heel gemoedelijk. Muv klassieke muziek. En ik durf mn hand in het vuur te steken dat het aantal autisten in de klassieke muziekwereld bovengemiddeld is. Ik ken er een heleboel met het syndroom van Asperger.

  18. Hans Meijer
    10 mei 2012 at 10:47

    Hoewel ik uw redenatie snap is deze niet per definitie correct. Toevallig ben ik een orthopedagoog, waardoor ik het vermoeden heb dat ik enigszins iets van dit onderwerp afweet. De klassieke autist zal zich over het algemeen sowieso niet mengen in fora omdat zij vaak een licht verstandelijke beperking hebben en een beperkte taalvaardigheid (een van de symptomen). Ik ben bang dat de term ‘autist’ of ‘ASS’ (autistisch spectrum stoornis) de laatste jaren te makkelijk gebruikt wordt. Het spelen, maar ook fanatiek luisteren, van klassieke muziek vergt veel moeite en doorzettingsvermogen voordat dit naar behoren bereikt wordt. Wanneer dit leidt tot enigszins afsluiten van de buitenwereld kan dit lijken op autistisch gedrag. Hoewel de uiterlijke symptomen hetzelfde kunnen zijn kan de achterliggende oorzaak verschillen en daarom mag de diagnose ‘ASS’ daarom niet gesteld worden.
    Cijfermatig is het onwaarschijnlijk dat u een heleboel mensen met het syndroom van asperger kent gezien dit maar in 0,38% van de bevolking voorkomt. Het is uiteraard mogelijk, maar niet waarschijnlijk.
    Hiermee wil ik niet zeggen dat muziek en autisme niet samen kunnen gaan. Integendeel, muziektherapie wordt vaak gebruikt om autisten een gevoel van sociaal contact aan te leren. Daarnaast zijn er autisten bekend die een enorm muziek gevoel en geheugen hebben. Het bekendste voorbeeld hiervan is Kim Peek (op hem is de film Rain Man gebaseerd) die een symfonie maar 1 keer hoefde te horen om het uit zijn hoofd te kennen. En dan ook echt uit zijn hoofd kennen, namelijk voor alle instrumentale en zangpartijen.

  19. lalala
    10 mei 2012 at 16:57

    het probleem ligt dus eigenlijk gewoon bij de mensen die niet weten hoe te debatteren, namelijk netjes zeggen wat je vindt – en dat betekent echt alles, mits je het maar kunt onderbouwen – zonder elkaar te beledigen, immers een ad hominem zorgt in het debatteren altijd voor strafpunten. autist = -1

    en wees toch allemaal niet zo op je pik getrapt, de oren van een debater zijn groter dan zijn mond. dat zou de muziekliefhebber toch moeten aanspreken?

  20. lalala
    10 mei 2012 at 17:01

    kunnen jelui trouwens niet eens in de pauze van een voorstelling in het muziektheater, of misschien erna, met elkaar persoonlijk in debat gaan?
    met gezette spreektijden van 30 seconden ofzo.
    gewoon omdat het kan.

  21. Wim Bazelmans
    9 december 2012 at 17:32

    Vanmiddag (9-12) weer met gemengde gevoelens zitten kijken en luisteren naar Iphigénie en Aulis. Vooral gemengde gevoelens omdat Pierre Audi met zijn opvattingen en regie mijn opvattingen over opera totaal niet kan bevredigen. Ik kan daar natuurlijk een langdradig en semi-wetenschappelijk betoog over houden maar het komt er op neer dat hij het hele gebeuren totaal uit de tijd haalt waarin de componist zijn op dat moment bij het verhaal passende muziek geschreven heeft. Er is dus een naar mijn mening en beleving een totale onbalans tussen wat ik hoor en wat ik zie.
    Meerdere regievernieuwers makken zich aan dit gebeuren schuldig en wekken bij mij de indruk dat zij in de schoenen van de componisten willen gaan staan.
    Mogelijk kan bovenstaande beschreven, niet alleen door Pierre Audi veroorzaakte, onbalans enige verklaring geven voor de afnemende operabelangstelling.