AchtergrondReisverhalen

Bas met lef in provinciestadje

Hij zong in grote operahuizen en deelde het toneel met heerschappen als Ramón Vargas en José Carreras, maar sinds enige jaren gebruikt de Hongaarse bas Támas Bátor al zijn energie om van het operafestival in Miskolc een internationaal succes te maken. En dat doet hij zeker niet zonder lef. „Onze slogan is: altijd iets nieuws.”

(Foto: Vera Éder).
(Foto: Vera Éder).

Een operafestival beginnen in een totaal onbekend Hongaars stadje, zonder vliegveld in de buurt, zonder veel hotels of restaurants en met een stinkend industrieel imago. Je moet maar op het idee komen.

Toch ontstond het festijn in 2000, op initiatief van onder andere sopraan Éva Marton. Drie jaar na de eerste editie werd de zanger Támas Bátor directeur van het festival. Met zijn vele contacten op het internationale operatoneel is hij dé persoon om het festival toekomst te bezorgen.

Hij bracht inmiddels grote producties naar het Noord-Hongaarse stadje. Dat ieder jaar onder de noemer ‘Bartók + …’. Dit keer is ‘Wenen’ te gast, in een programma met een kleine zeventig voorstellingen en tweehonderd optredens op straat.

Waarom ‘Bartók + …’?
„Bartók is een naam waar je internationaal mee aan kan komen. Maar hij heeft slechts drie werken geschreven die je op het toneel kunt brengen. Dus alleen met hem red je het niet. Daarom hebben we ieder jaar een ‘gast’ nodig.”

Waarom is het dit jaar ‘Wenen’ geworden?
„We proberen altijd te kijken wat voor jaar het is. Dit jaar is het Haydn-jaar, dus vandaar Wenen. Want we hebben niet alleen Haydn, maar ook Mozart, Beethoven, Berg en Schönberg.”

Is dat niet erg gewaagd, Berg en Schönberg in een stadje als Miskolc?
„Het is onze missie om veel stukken op het toneel te zetten die de mensen uit Miskolc en Hongarije niet kennen. Lulu van Berg is hier bijvoorbeeld vijftig jaar lang niet te zien geweest. We moeten die nieuwe school laten zien. Want onze slogan is: altijd iets nieuws. Ik wil niet altijd stukken brengen waarvan je bij voorbaat weet dat ze succesvol zullen zijn.”

Waarom is Miskolc een geschikte plaats voor een festival als dit?
„Miskolc is een industriële stad. Zesduizend tot achtduizend mensen werken altijd in de industrie. Daardoor heeft de stad een oud, vies, industrieel imago. De oprichter van het festival wilde dat imago verbeteren. ‘High culture’ leek daar een goede manier voor te zijn. Bovendien kan opera je beroemd maken. Kijk naar Bayreuth.”

Maar ligt het niet te afgelegen?
„Transport is ons grote probleem, dat klopt. Er is geen vliegveld in de buurt. Volgend jaar opent er wel eentje op 50 kilometer afstand, maar dat zal ons probleem niet oplossen. Nu moeten bezoekers en ook zangers met de auto vanuit Boedapest komen. Dat is lastig en saai. En omdat mensen uit zo veel plekken kunnen kiezen om naartoe te reizen, gaan ze dan al snel ergens anders heen. Maar we moeten het tijd geven.”

Wat zijn de plannen voor volgend jaar?
„Volgend jaar is het thema ‘Bartok + Europa’. De Hongaarse stad Pécs is volgend jaar culturele hoofdstad van Europa, maar Miskolc had het ook kunnen worden. We zijn bezig met een groot programma, waarbij we alle 27 landen van de EU willen betrekken. Uit Nederland komt waarschijnlijk iets van dans.”

En op de lange termijn, wat zijn dan de doelen?
„Het zou heel mooi zijn als er een nieuw theater gebouwd kan worden in Miskolc. Het toneel in het huidige is te klein voor grootse producties, terwijl ik juist graag grootse dingen zou willen doen. De financiën tellen daarbij wel mee. Want op dat gebied staat het er niet goed voor.”

Vorig artikel

Domingo opent festival Verona

Volgend artikel

Oud operahuis Versailles weer open

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.