Discografie: Parsifal
Als grootse slotproductie van het seizoen brengt De Nederlandse Opera samen met het Concertgebouworkest vanaf 12 juni Richard Wagners Parsifal. Basia Jaworski bespreekt een selectie van bijzondere opnamen.
Ik denk niet dat Parsifal de moeilijkste Wagner-opera is om te zingen, althans niet voor de tenor. Ok, het eeuwenlang durende duet tussen Kundry en de titelheld vereist enorm uithoudingsvermogen, maar vergelijk het eens met een Siegfried of een Tristan!
Het is wel een zware klus voor een regisseur, want hoe moet je omgaan met de symboliek waar het werk bijna onder bezwijkt? Ga je het helemaal tot op het bot ‘strippen’ om alle sentimentaliteit uit de weg te gaan of ga je juist voor het tegenovergestelde en gooi je er nog een steentje bovenop?
Lehnhoff
Nikolas Lehnhoff, een regisseur die ik zeer bewonder en die ik tot één van de beste hedendaagse Wagner-regisseurs reken, heeft het verhaal omgekeerd. In zijn visie strijden de Graalridders niet tegen de destructieve krachten, nee, zijzelf zijn de destructieve kracht.
Ooit met de beste intenties opgericht om mensen nader tot elkaar te brengen, zijn ze in de loop der tijd al hun menselijkheid kwijtgeraakt, een soort sekte aldus, verstard en verroest in hun oude gewoontes. Het kan ook niet anders dan dat ze gedoemd zijn om samen met Amfortas (uit) te sterven. Willen ze overleven, dan moeten ze samen met Parsifal, en met Kundry, de tunnel door, een nieuwe toekomst tegemoet. Het is een open einde, anders dan Wagner had gewild, maar zeer logisch en verklaarbaar, en als zodanig meer dan acceptabel.
De cast is voortreffelijk. Christopher Ventris is een zeer overtuigende Parsifal (hij zingt de titelrol ook in Amsterdam). Waltraud Meier is een Kundry uit duizenden en Thomas Hampson ontroert als een gekwelde Amfortas. Schitterend zijn ook Matti Salminen (Gurnemanz) en Tom Fox (Klingsor).
De kostuums zijn schitterend en de choreografie (de dansende bloemenmeisjes en de verleidingscène in het bijzonder) zeer fraai. Het zeer sensueel spelende Deutsches Symphonie-Orchester Berlin staat onder leiding van Kent Nagano.
Deze schitterende productie was oorspronkelijk voor de English National Opera in Londen gemaakt, waarna zij in San Francisco en Chicago te zien was. Uit Chicago werd zij vervolgens naar Baden Baden gehaald, waar het in 2005 werd verfilmd (Opus Arte OA 0915 D).
Domingo
In 1998 heeft Tony Palmer een fascinerende film gemaakt, getiteld Parsifal – The Search for the Grail (Arthaus 100610). Domingo is er de gastheer en vertelt niet alleen over het werk, maar ook over de geschiedenis van de heilige graal. Het is een zeer boeiende en leuke zoektocht, geïllustreerd door onder meer fragmenten uit Indiana Jones en Monty Python. En uit de opvoering van de opera in het Mariinski, met naast Domingo Violeta Urmana als Kundry en Matti Salminen als Gurnemanz. Gergiev dirigeert.
In 2006 zong Domingo zijn laatste Parsifal. Het werd live in Wenen opgenomen (DG 4776006) en al is hij hoorbaar niet zo piep meer, nog steeds weet hij volkomen te overtuigen, wat ook eigenlijk voor Waltraud Meiers Kundry geldt. Franz-Josef Selig is een fantastische Gurnemanz, zijn warme bas met een prachtig legato lijkt geschapen voor de lange monologen, en Falk Struckmann zet een pracht van een Amfortas neer (hij zingt Gurnemanz in Amsterdam).
Christian Thielemann is een waardige opvolger van Furtwängler. Hij heeft een voorliefde voor grote Duitse componisten en zijn interpretaties van hun werken worden terecht geroemd. Ook zijn grilligheid en eigengereidheid heeft hij met zijn illustere voorganger gemeen, zijn interpretaties zijn dan ook vaak omstreden. Ik mag dat wel, want daardoor dwingt hij zijn luisteraar tot een aandachtig luisteren.
In Parsifal legt hij de nadruk niet zozeer op de mystiek, als wel op het menselijke aspect van het werk. Het werkelijk briljant spelende Wiener Staatsopera Orkest volgt hem op de voet.
Van Zweden
Opera’s van Wagner, door Jaap van Zweden bij de ZaterdagMatinee gedirigeerd: het is inmiddels een begrip geworden. Na de zeer bejubeld ontvangen opvoeringen van Lohengrin en Die Meistersinger von Nürnberg, stond het bij voorbaat vast dat ook Parsifal een feest ging worden.
Wij werden niet teleurgesteld, want wat die middag, op 11 december 2010 in het Amsterdams Concertgebouw gebeurde, was niet minder dan een belevenis. Gelukkig werd de opera toen live opgenomen en is op de markt uitgebracht (Challenge Classics CC72519). Het fraai vormgegeven, compacte doosje bevat naast 4 sacd’s een dvd met de beelden van de hoogtepunten van de opera en een uitgebreid boekje met toelichtingen, synopsis en libretto.
Het is wellicht niet de beste Parsifal ooit. Van Zweden begint naar mijn mening iets te voorzichtig en te nuchter, maar gaandeweg gebeurt het… Klaus Florian Vogt is een lichte Parsifal, precies zoals ik mij een onnozele jongeman kan voorstellen, en Katarina Dalayman een meer dan overtuigende, verleidelijke Kundry. Falk Struckmanns Amfortas klinkt zeer gekweld, maar de erepalm gaat naar de Gurnemanz van Robert Holl.
Janowski
Marek Janowski is een zeer ervaren Wagner-dirigent. Zijn Ring, die hij in de jaren tachtig voor RCA heeft opgenomen, staat als een huis. In 2010 is hij met het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin aan een cyclus van tien opera’s begonnen, die allemaal door de Nederlandse label PentaTone Classics live worden vastgelegd.
De in april 2011 opgenomen Parsifal (PTC 5185 401 ) vind ik, zij het met een paar kanttekeningen, heel erg mooi. Elke Wilm Schulte (Klingsor) klinkt lekker gemeen en de werkelijk fantastische Franz Josef Selig zingt een zeer imponerende, maar bij vlagen ook ontroerende Gurnemanz.
Michelle de Young (Kundry) is een kwestie van smaak. Persoonlijk hoor ik in die rol liever een voller geluid met een betere hoogte, minder borsttonen en iets minder vibrato, maar ze weet mij toch te overtuigen. Zo ook de gekwelde Amfortas van de nog jonge Russische bariton, Evgeni Nikitin.
Ik moet toegeven dat ik een beetje moeite heb met de vertolker van de titelrol, Christian Elsner. Hij doet mij een beetje denken aan de Wagner-tenoren van vroeger, één van de redenen waarom ik zo laat aan Wagner toekwam. Ik vind zijn stem scherp, bovendien heeft hij de neiging tot schreeuwen en dat vind ik niet mooi.
Ik heb geen SACD, maar zelfs via een gewone cd-speler komt het geluid werkelijk grandioos je kamer in. Alsof je er door omringd bent, zeer natuurlijk en met een prachtige dynamiek.
Meer Wagner
Nu wij het over Wagner hebben: op 28 april zongen twee Nederlanders de sterren van de hemel in Die Walküre in de Metropolitan Opera. Aan de zijde van zijn vrouw Eva Maria Westbroek heeft Frank van Aken als last-minute-vervanger zijn onverwachte debuut aan het beroemde operahuis gemaakt.
Het was niet de eerste keer dat het echtpaar Westbroek/Van Aken samen als Siegmund en Sieglinde heeft opgetreden. In 2010 hebben ze de rollen met een enorme bijval in Frankfurt vertolkt. Oehms (OC 936) heeft de voorstelling live opgenomen en daar mogen we heel erg blij mee zijn. Niet alleen omdat onze sterzangers eindelijk op cd zijn vereeuwigd, en dan ook nog eens samen, maar ook omdat er werkelijk fantastisch in wordt gemusiceerd (en gezongen, uiteraard), wat zonder meer aan de dirigent Sebastian Weigle te danken is.
Nog meer Wagner
Tot slot een klein zijsprongetje. Een beetje film- en toneelliefhebber kent natuurlijk Stephen Fry, één van de grootste Engelse acteurs van de laatste decennia. Fry is echter meer. Door zeer openhartig over zijn homoseksualiteit en zijn psychische problemen (hij lijdt aan een manisch-depressieve stoornis, waar hij een film over heeft gemaakt, The Secret Life of the Manic Depressive) te praten, heeft hij zich buitengewoon kwetsbaar opgesteld.
Hij is ook een enorme Wagner-fan, iets wat hem in zijn ‘bipolariteit’ heeft versterkt: Fry is Joods en de meerderheid van zijn familie is in de Holocaust vermoord. Daar heeft hij ook een film over gemaakt: Wagner & Me (1102DC).
De documentaire heeft op diverse festivals prijzen gewonnen. Zeer terecht, want het resultaat is niet alleen enorm boeiend vanwege de tweespalt, of noem het een spagaat, waarin een Joodse Wagner-liefhebber zich bevindt, maar geeft ons ook beelden die een gewone ‘sterveling’ nooit te zien krijgt. Want: mocht het je ooit lukken om kaartjes voor Bayreuth te krijgen – je geraakt nooit achter het toneel.