Youtube-portret: Franz Crass en Jean Cox
Afgelopen week overleden twee zangers, beiden in Duitsland en met Wagner als overeenkomst. De bas Franz Crass debuteerde in 1959 in Bayreuth, in Lohengrin, Jean Cox deed dat in 1956 in Der Fliegende Holländer. Een dubbelportret met vooral audio, met dank aan You Tube.
Bas-bariton Franz Crass werd geboren in 1928 in Duitsland. Hij studeerde in Keulen en stond voor het eerst op een podium in 1954, als koning in Aida. De tenor Jean Cox werd geboren in Alabama in 1922. Na zijn zangstudie in zijn eigen staat voerde het vervolg van zijn zangopleiding hem later naar Boston, Frankfurt, Rome en München. Hij debuteerde in 1954 bij de New England Opera Boston als Lenski in Jevgeni Onjegin.
Beiden zouden vaak op het podium van de Bayreuther Festspiele staan. Crass zong rollen als Fasolt, de Holländer, König Marke en Gurnemanz. Cox was heel vaak te horen als Siegfried, Parsifal en Walther von Stolzing uit Die Meistersinger von Nürnberg.
Dit is een Japans beeldfragment uit 1974 met in het tweede deel Jean Cox als Siegfried.
Als contrast een opname van Franz Crass met een melancholiek lied van Johannes Brahms. Hij wordt hier begeleid door Sebastian Peschko op piano. De opname is uit 1964 en het lied is Verrat, opus 105.
De voor zangers zware openingsmonoloog van Der Fliegende Holländer, Die Frist ist um, kreeg een stevige behandeling door Franz Crass in 1961, in Bayreuth onder dirigent Wolfgang Sawallisch.
De latere heldentenor Jean Cox klonk nog licht en luchtig in Hasta maniana uit de operette Trauminsel, hier met het orkest onder leiding van de componist, Robert Stolz.
Jean Cox zou tot op hoge leeftijd optreden, tot in 1989 in de rol van Captain Vere in Billy Budd. In de stad waar hij onlangs overleed, Bayreuth, stond hij vaak op de bühne. De In memoriam-video op You Tube is niet voor niets gewijd aan zijn Wagner-repertoire. Hier zingt hij Nothung, Nothung, neidliches Schwert uit Siegfried, bij het orkest onder leiding van Horst Stein.