Hoofdredactioneel: Verdi of Wagner?
In 2013 vieren twee grootheden postuum hun verjaardag: Giuseppe Verdi en Richard Wagner. Beiden zouden 200 zijn geworden, Wagner iets eerder dan Verdi. In aantal producties wereldwijd lijkt Verdi het grootste jubileumfeest te krijgen. In Nederland staat de Italiaan echter flink in de schaduw van zijn Duitse collega.
Wilhelm Richard Wagner werd geboren op 22 mei 1813 in Leipzig (de dag dat Rossini’s L’Italiana in Algeri in wereldpremière ging in Venetië). Giuseppe Verdi werd geboren op 10 oktober 1813 in Le Roncole, een dorpje vlakbij Busseto. Wagner componeerde zijn eerste opera, Die Feen, toen hij 20 jaar was. Verdi trapte af toen hij 26 jaar was, met Oberto.
Wagners laatste opera, Parsifal, ging in 1882 in première in Bayreuth, in het Festspielhaus dat de componist zelf had laten bouwen. Minder dan een jaar later overleed Wagner door een hartaanval, 69 jaar oud.
Verdi zag tien jaar later, in 1893, zijn laatste opera in première gaan, Falstaff. Daarna leefde hij nog acht jaar, tot hij in 1901 een paar dagen na een beroerte overleed. 87 jaar oud.
Wagner liet de wereld dertien opera’s na. Op de eerste drie na zijn ze allemaal uitgegroeid tot geliefde titels die nog regelmatig op de programma’s van operahuizen staan. Zeker de monumentale Ring-cyclus is ongekend populair.
Verdi schonk de wereld 26 opera’s. Veel van zijn werken bereikten een hitstatus. Rigoletto, Il trovatore, La traviata, Aida. Daarnaast was hij goed voor divers ‘operadeuntjes’ die nu, 200 jaar later, nog door jan en allemaal geneuried kunnen worden. Denk aan ‘Libiamo’ en ‘La donna è mobile’.
Verdi schreef dus twee keer zoveel opera’s als Wagner, maar Wagner produceerde met de Ring een megawerk dat een absoluut unieke plaats in het operarepertoire inneemt en wereldwijd op een haast religieuze wijze vereerd wordt. De twee componisten ontlopen elkaar dan ook niet veel. Ze zijn twee grootheden. Twee grootmeesters die de tweede helft van de negentiende eeuw domineerden en zich met hun naam en faam in de eerste alinea van de muziekgeschiedenis vestigden.
Komend jaar worden ze dus herdacht. Interessant om te zien wie daarbij het grootste jubileumfeestje krijgt. Volgens www.operabase.com – een zeer uitgebreide opera-database met een overzicht van meer dan 34.000 voorstellingen tussen 2011 en 2014 – worden er in 2013 242 producties van opera’s van Verdi gemaakt en 182 producties van Wagner-opera’s. Dat resulteert in 1146 Verdi-voorstellingen en 608 Wagner-voorstellingen.
Gezien de grootte van Verdi’s oeuvre en de hoge kosten van het produceren van Wagner-opera’s is dat wel een logische statistiek. Maar gek genoeg gaat die balans in Nederland niet op. De Nederlandse gezelschappen kiezen ervoor Wagner in het zonnetje te zetten, terwijl Verdi een plekje ergens in de schaduw mag innemen.
De Nederlandse Opera neemt in november een aanloopje naar het jubileumjaar met Das Rheingold en komt in 2013/2014 met de overige delen van Der Ring des Nibelungen, plus een productie van Die Meistersinger von Nürnberg. Verdi krijgt daartegenover enkel een reprise van La traviata, uitgerekend een Verdi-opera die ook zonder jubileumaanleiding wel te horen is.
Buiten Amsterdam draait bij de Nationale Reisopera momenteel een productie van Götterdämmerung. Opera Zuid heeft, in elk geval dit seizoen, geen plannen rond beide componisten en de Oost-Europese gastgezelschappen doen Rigoletto en Falstaff. Maar die tournees zijn – met alle respect – bepaald niet beeldbepalend.
Ik vind het persoonlijk jammer. Het label ‘Verdi-jaar’ was nou juist een perfecte kapstok om wat minder bekende titels van de Italiaan aan op te hangen. Breng eens Luisa Miller bijvoorbeeld, het liefst met Annemarie Kremer in de titelrol. Of haal I due Foscari uit de kast, zoals de Los Angeles Opera deed. Speel Stiffelio, of Ernani, of ‘gewoon’ Macbeth. Er waren legio mogelijkheden.
Je kunt nu eenmaal niet alles programmeren, dat snap ik. Maar Verdi had meer verdiend dan twee onopvallende tournees en een reprise van zijn bekendste werk. Zo komt Richard veel grootser voor de dag dan Giuseppe en dat heeft de laatste niet verdiend. Het waren beide grootheden.
10Reacties
Het seizoen 2013-2014 is niet bekend, dus wie weet wat DNO of Opera Zuid voor Verdi in het (na)jaar 2013 nog in petto hebben!
(Luisa Miller heeft DNO overigens al eerder geprogrammeerd, 1991, met een legendarisch vertolking van Rodolfo door Neil Shicoff.)
DNO brengt Falstaff in het najaar (bron Pierre Audi, interview met FRanz Straatman in het Bulletin van de Vrienden van DNO).
In 2011 vierde het Wagnergenootschap Nederland zijn 50 jarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan werd een jubileumboek uitgegeven, waarvoor ik het hoofdstuk ‘Uitvoeringspraktijk en receptie van Wagners werken in Nederland, 1951 – 2011′ schreef. Zodoende heb ik redelijk zicht gekregen op de belangstelling voor Wagner in genoemde periode.
Pas in 1963 staat er bij de Nederlandse Opera een werk van Wagner op het programma: Der fliegende Holländer. Daarna begint het een beetje te lopen met een Walküre in 1964 en een Tannhäuser in 1967. Opera Forum bracht vanaf 1964 de drie romantische opera’s plus de Meistersinger (1966). Meer was er niet in de 60er jaren. Het jubileumjaar 1983 gaat stilzwijgende aan Nederland voorbij: een herneming van de Holländer van Franz Marijnen uit 1979 en een herneming van de Lohengrin van Filippo Sanjust uit 1972/76, meer staat er dat jaar niet op het affiche.
Pas de tweede 25 jaar van de onderzochte periode zien we een opleving van de belangstelling voor Wagner. In de periode 1987 (Tristan) tot 2007 (Tannhäuser) zijn alle tien grote opera’s van Wagner in nieuwe eigen producties door DNO gebracht.
Ik denk dat we dit rustig kunnen opvatten als een inhaalslag. Zodoende beschikt DNO over redelijk recente Ring-producties die in Wagnerjaar 2013 hernomen kunnen worden. Aangevuld met een nieuwe Parsifal en een nieuwe Meistersinger is dat gelijk een enorm programma.
Voor Verdi geldt natuurlijk niet dat hij gedurende een lange periode anathema was in sommige delen van de wereld. Zo is er uitgebreid aandacht geweest voor deze componist in 1951 en in mindere mate in 2001. Hoe dan ook, voor Verdi is er in Nederland geen sprake van een inhaalslag.
Dat we er nu bij DNO een beetje bekaaid van afkomen met Verdi neemt niet weg dat in het Muziektheater inmiddels alle ‘latere’ Verdi’s te zien zijn geweest m.u.v. Trovatore en Forza. In diezelfde periode heeft de Reisopera de Forza een keer gedaan en momenteel reist een gezelschap Witrussen met een heel geslaagde Trovatore door het land.
Niettemin ben ik het met vele andere liefhebbers eens dat een nieuwe productie van een Verdi i.p.v. een herneming van Traviata op zijn minst een wat elegantere indruk had gemaakt.
Gisteren, in het Concertgebouw, bij het ongelofelijk mooie optreden van Anja Harteros, zag ik dit Verdi Requiem aangekondigd:
Concert op 27 september 2013 – Requiem van Verdi
Mariss Jansons, dirigent
Anja Harteros, sopraan
Stephanie Blythe, alt
Dmitri Pittas, tenor
Orlin Anastassov, bas
Groot Omroepkoor
Ik kijk ook erg uit naar de Konwitschny Don Carlo met Barbara Haveman in januari (Hamburg).
Buster,
De Konwitschny Don Carlo is in april ook te zien in Wenen, niet met Haveman weliswaar, maar wel te combineren met de nieuwe Onegin met Netrebko en Hvorostovsky en een Rigoletto met Peretyatko en Keenlyside.
Bedankt Peter – ik combineer Don Carlo met Ariadne auf Naxos, met Adrianne Pieczonka en Claudia Mahnke. Ben erg benieuwd naar Haveman, trouwens, fantastische zangeres.
Zorg bij de Konwirschny Don Carlo dat je in de pauze in de zaal blijft, anders mis je de auto-da-fe-scene. Typisch Konwitschny-grapje 😀
Zal ik doen Remco, bedankt voor de tip!
Nou ……. Als je in de zaal blijft dan mis je ook wat, hoor!
Ik heb de productie in Antwerpen gezien en ik had het “buiten en foyer gebeuren” ook niet willen missen. Maar het is inderdaad – zo snel mogelijk terug in de zaal!
Mijn recensie vind je elders op de site
Sinds de afschuwelijke Salome van Konwitschny (Amsterdam) heb ik besloten om nooit meer naar een door hem geregisseerde operaproductie waar dan ook ter wereld te gaan.