Operadagen: Rotterdams en internationaal
Meer mensen dan vorig jaar bezochten de voorstellingen van de Operadagen Rotterdam. De organisatie meldde zondag, op de slotdag, dat er zo’n 15.000 mensen kwamen kijken en luisteren. Het festival werkt achter de schermen ook actief aan netwerken en internationalisering. Uit heel Europa, en daarbuiten, waren er gasten.
De Operadagen Rotterdam zijn weer ten einde. Volgens de organisatie waren er dit jaar 4.000 bezoekers meer dan vorig jaar. De voorstellingen zijn voorbij, maar van de contacten met Nederlandse en buitenlandse makers die in de laatste dagen gelegd zijn, wordt verwacht dat ze nieuwe internationale samenwerkingen zullen opleveren.
Dit jaar ontving directeur Guy Coolen zo’n vijftig buitenlandse collega’s, producenten en programmeurs in het laatste weekend van het festival. Die namen deel aan ‘speeddates’ tussen makers, producenten en inkopers en zagen de pitches en showcases van een groot aantal musici, regisseurs en muziektheatergezelschappen.
De presentaties varieerden van compleet aangeklede fragmenten van voorstellingen – zoals De Poolse Minnaar van het Kameroperahuis – tot zeer rudimentaire ideeën, waaronder een aanzet van een libretto voor een opera over Edward Snowden. Uit de stroom presentaties volgen hieronder enkele van de producties die de komende tijd in theaters in Nederland en België kunnen verschijnen:
Muziektheater Transparant
Annelies Van Parys, huiscomponiste bij Muziektheater Transparant, schrijft haar eerste opera, “met de suspense van een thriller, de spankracht van een whodunit, een dosis humor en een fijnzinnig web van verwijzingen naar Hitchcocks beeldtaal”, zo zegt het Vlaamse muziektheaterhuis. In Private View werken de Schotse dichteres Jen Hadfield en de Ierse regisseur Tom Creed samen. Het Nederlandse Collectief 33 ⅓ tekent voor het video- en decorontwerp, het orkest is Asko|Schönberg. De voorstelling, die in mei 2015 bij Opera Vlaanderen in Antwerpen te zien is, zal tijdens Operadagen 2015 opgevoerd worden.
Het Geluid Maastricht
Het Maastrichtse gezelschap doet verschillende projecten de komende periode, waaronder een productie van Pierrot Lunaire en een voor 2017 geplande ‘documentaire’ over Afghanistan. Komend najaar komt het verder met een voorstelling die parallel zal lopen aan Les pêcheurs de perles bij de Nederlandse Reisopera. Net als bij vorige producties van de Reisopera, zoals Tristan und Isolde en de Johannes Passion, maakt Het Geluid Maastricht ook bij Bizets opera een eigen voorstelling, ditmaal rond het thema kolonialisme.
Kameroperahuis Zwolle
Het Kameroperahuis uit Zwolle presenteerde tijdens Operatie Muziektheater een fragment van de nieuwe productie De Poolse Minnaar. Die vertelt het verhaal van de Nederlandse Katja, die naar Polen vertrekt om een vermiste vriendin te gaan zoeken. Bij haar zoektocht krijgt ze hulp van de Poolse tolk Paulina (Jorien Zeevaart), die de verwarring met haar eigenzinnige manier van vertalen groter maakt dan hij al is.
De Poolse Minnaar wordt gespeeld in een houten decor, dat ook de muzikale elementen huist voor de voorstelling. Lars Unger ontwierp dat, componist Thomas Myrmel schreef er muziek voor en Annemarie Slotboom maakte de tekst. De tournee van het Kameroperahuis met deze voorstelling wordt voorbereid.
WILco
Huba de Graaff, wier Apera het afgelopen seizoen in een aantal theaters te zien was, werkt aan een nieuw project, opnieuw gebaseerd op haar zoektocht naar de mogelijkheden van de menselijke stem en zang. Myrrha wordt een ‘moan opera’, gebaseerd op het idee dat ook een orgasme een kunstwerk kan zijn. WILco, dat staat voor onder meer “What I Like: Creating Opera’s”, zal de voorstelling produceren.
Kartini
De opera Kartini, letters of a Javanese princess gaat over het leven van Raden Ajoe Kartini, een Javaanse aristocrate die streed voor vrouwenrechten in het Indonesië van het eind van de negentiende eeuw. Sopraan Bernadeta Astari, van het ZangersEnsemble van de Nederlandse Reisopera, zingt de sopraanrol in een nieuwe compositie, die wordt geschreven door Jonás Bisquert. Hij schrijft een opera voor gamelan, strijkkwartet en sopraan. Er wordt nog aan de productie gewerkt.
VocaalLAB wordt Silbersee
Silbersee, dat is vanaf juni de nieuwe naam van VocaalLab. Het gezelschap, dat lijfelijke opera wil maken, werkt in Woyzeck, een waanopera, samen met Project Wildeman. Dat is een collectief van eigenzinnige performers die muziek, gesproken woord en beweging combineren. Voor Woyzeck werd gebruikgemaakt van het toneelstuk van Georg Büchner, maar ook van historische documenten. Romain Bisschoff regisseert de voorstelling, met onder anderen Jennifer Claire van der Hart en Ekaterina Levental. De productie gaat op 1 juni in première en is komende tijd te zien op Oerol en het Over het IJ Festival. Zie de website van VocaalLAB.
BarokOpera Amsterdam
Frédérique Chauvet van BarokOpera Amsterdam kondigde aan dat de voorstelling King Arthur, in een regie van Sybrand van der Werf, in reprise gaat, onder meer in Frankrijk. Hij zal de komende tijd worden gespeeld in Arras, Reims en St. Malo. Nieuw op het programma van het gezelschap, dat onder leiding van Chauvet authentieke muziek maakt in opera uit de barok, is Händel Revue. Die gaat op 5 februari 2015 in première. De producties Dido and Aeneas (19 juni) en Purcell Gala 2 (28, 29 november, 3 december) zijn de komende tijd nog in Nederland te zien. Voor 2015 kondigt BarokOpera Amsterdam La Servante Maĭtresse aan, met muziek van Pergolesi, Händel, Lully en Rameau.
OPERA2DAY
Artistiek leider Serge van Veggel van OPERA2DAY presenteerde een nieuwe voorstelling over Marike van Nieumegen. Daarvoor wordt samengewerkt met Asko|Schönberg. De voorstelling staat gepland voor het najaar van 2015. Voor die tijd komt OPERA2DAY terug met een serie voorstellingen van Medée, vanaf 30 oktober 2014.
Internationaal netwerk
De Operadagen Rotterdam maken deel uit van een netwerk dat coproducties initieert op het gebied van muziektheater. Die bieden kansen voor Nederlandse kunstenaars. Heel concreet gaat het Collectief 33 ⅓ in Antwerpen meewerken aan een productie van Muziektheater Transparant.
“We bieden zo kansen aan jonge makers om op andere plaatsten ervaring op te doen. Zelf reizen is vaak alleen al financieel niet haalbaar en met steun kunnen ze zo in het buitenland kijken”, vertelde Guy Coolen bij de presentatie van de website die het Réseau International de Theatre Musical (RITM) afgelopen zaterdag lanceerde.
“Het hoeft niet altijd heel groot te zijn”, zei de festivaldirecteur. “Soms zijn er juist producties die in Nederland zo’n klein publiek trekken – en die internationale kwaliteit hebben – dat uitvoering in het buitenland een goede uitbreiding van de mogelijkheden is.”
“Natuurlijk lukt niet alles, maar juist een klimaat waarin dat mag is nodig, zelfs noodzakelijk om experimeneerruimte te bieden. Er is van het Fonds Podiumkunsten een subsidiepot, zodat makers buiten Nederland aan de slag kunnen en kansen krijgen.”
Coolen is tevreden over de internationale effecten van zijn Rotterdamse festival. “Ik geloof sterk in het nut van internationale samenwerking, en door een groot aantal gasten uit te nodigen geven we die hier vorm. Die gasten praten met ons en met elkaar, maar ze spreken ook makers en ze zien allerlei voorstellingen. Dat is ook heel belangrijk.”
Zie voor meer informatie de website van het Réseau International de Theatre Musical.