Achtergrond

YouTube-portret: Richard Strauss

Vandaag is Richard Strauss 150 jaar geworden. Postuum weliswaar, maar voor tal van concertzalen en theaters is het reden genoeg om de muziek van de Duitse componist het hele jaar lang extra aandacht te geven. Place de l’Opera kiest voor een ode in beeld: tien scènes uit tien opera’s van Strauss. Met dank aan YouTube.

Richard Strauss (1864-1949).
Richard Strauss (1864-1949).

Richard Strauss werd op 11 juni 1864 geboren in München, als zoon van de eerste hoornist van de hofopera in de Beierse stad. Zijn vader gaf hem tijdens zijn jeugd gedegen muziekonderwijs, zodat hij al op zijn zesde zijn eerste compositie schreef. Vanaf toen tot aan zijn dood in 1949 creëerde hij een imposant oeuvre, dat hem zowel in de concertzaal als in het theater naar het zich laat aanzien eeuwige roem opleverde.

Strauss zat al op jonge leeftijd bij orkestrepetities en kreeg privélessen in muziektheorie en orkestratie. Op zijn tiende begon hij ook met vioollessen. Eenmaal wat ouder koos hij echter niet voor muziek, maar voor filosofie en kunstgeschiedenis toen hij aan de universiteit van München ging studeren.

Ondanks die studiekeuze kreeg hij na zijn afstuderen al snel een baantje als assistent-dirigent in Berlijn. Daar leerde hij van Hans von Bülow de kneepjes van het dirigentenvak. Von Bülow was zeer onder de indruk van het talent van de jonge Strauss en hielp hem verder in zijn carrière.

Strauss’ huwelijk met sopraan Pauline de Ahna in 1894 drukte een stempel op zijn vocale composities, waarin de sopraan vrijwel altijd een belangrijke rol speelt. Het huwelijk hield echter geen stand en later zou Strauss trouwen met Alice von Grab.

Richard Strauss zette zijn eerste stappen in het operagenre met Guntram (1894) en Feuersnot (1901), maar beide werken sloegen niet bepaald aan. Zijn derde opera was echter een voltreffer: Salome, naar het toneelstuk van Oscar Wilde. De reacties waren enthousiast en de opera kreeg veel voorstellingen toebedeeld. Naar verluidt financierde Strauss de bouw van een huis in Garmisch-Partenkirchen geheel met de opbrengsten van zijn Salome-succes.

Hieronder de aangrijpende slotscène uit Salome, opgenomen in het Royal Opera House, met Nadja Michael als Salome.

Met Elektra begon Strauss een paar jaar na Salome zijn langdurige relatie met librettist en dichter Hugo von Hofmannsthal, die tot zijn dood in 1929 met de componist bleef samenwerken. De meeste van Strauss’ operahits kunnen ook op naam van Von Hofmannsthal geschreven worden.

Hieronder een serie fragmenten uit de opera’s die de beide heren samen creëerden, met om te beginnen een scène uit de film die Götz Friedrich van Elektra maakte, met Leonie Rysanek als Elektra en Dietrich Fischer-Dieskau als Orest.

Niet lang na Elektra volgde een heel ander soort werk: Der Rosenkavalier. Hieronder de slotscène, met Gwyneth Jones (Feldmarschallin), Brigitte Fassbaender (Octavian) en Lucia Popp (Sophie), opgenomen in de Bayerische Staatsoper in 1979.

Met Ariadne auf Naxos leverden Strauss en Von Hofmannsthal nog een werk af dat tot op de dag van vandaag veelvuldig opgevoerd wordt. Hieronder een fragment uit een productie die het Glyndebourne Festival in 2013 van de opera maakte.

Die Frau ohne Schatten was één van de meest complexe en veeleisende werken van Strauss en Von Hofmannsthal. Nederlandse operaliefhebbers konden het werk de afgelopen jaren tweemaal meemaken, bij De Nationale Opera en bij de NTR ZaterdagMatinee. Hieronder het laatste deel van de uitvoering in de ZaterdagMatinee, met Vladimir Jurowski op de bok en zangers als Anne Schwanewilms, Johan Reuter, Christine Goerke, Jane Henschel en Torsten Kerl in de hoofdrollen.

Na Die Frau ohne Schatten volgden nog twee minder bekende samenwerkingen van componist en librettist: Die ägyptische Helena en Arabella. Van de eerste een fragment uit 1956 met Bernd Aldenhoff en Leonie Rysanek, van de tweede een scène uit Zürich met Renée Fleming in de hoofdrol en Julia Kleiter als Zdenka.

De eerste opera die Strauss na het overlijden van Von Hofmannsthal produceerde, was Die schweigsame Frau, op een tekst van Stefan Zweig. Hieronder een fragment van een tv-productie die in 1960 van die komische opera werd gemaakt, met onder anderen Fritz Wunderlich en Ingeborg Hallstein.

Richard Strauss bleef opera’s schrijven, nog tot kort voor zijn dood. Het waren geen titels die een leven in het ijzeren repertoire tegemoet konden zien, maar helemaal vergeten zijn ze niet. Daarom tot slot fragmenten van twee opera’s uit de nadagen van Strauss: eerst een scène uit Daphne met June Anderson en Roberto Sacca en vervolgens de slotscène uit Capriccio, de laatste opera die Strauss zelf afmaakte. Renée Fleming, Strauss-zangeres bij uitstek, zingt de hoofdrol en musiceert met de laatste operanoten van Strauss dit portret tot een einde.

Vorig artikel

Jacobs en Mehta laten Orlando vlammen

Volgend artikel

Luik brengt Rossini's opera buffa La Gazzetta

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.