Tenor Carlo Bergonzi (90) overleden
Tenor Carlo Bergonzi is op 25 juli in Milaan overleden. Hij vierde kort geleden zijn negentigste verjaardag. Bergonzi werd beschouwd als één van de grootste Verdi-tenoren. Hij werd ontdekt in Italië, maar zong later meer dan driehonderd keer in de Metropolitan Opera in New York.
Bergonzi debuteerde met Rossini, in 1948, in de rol van Figaro, toen nog als bariton. Hij was kort daarvoor afgestudeerd van het conservatorium in Parma. Drie jaar later maakte hij opnieuw zijn debuut, maar toen als tenor, in Andrea Chenier. Een contract met de Italiaanse radio in 1951 leverde hem grotere bekendheid op. Hij zong in verschillende Verdi-opera’s die de RAI uitzond in het kader van de vijftigste sterfdag van de componist.
In 1955 volgde zijn eerste optreden in de Verenigde Staten. In het Lyric Theatre van Chicago, de voorloper van de Lyric Opera, zong hij de rol van Luigi in Il Tabarro van Puccini. Een jaar later volgde zijn Met-debuut, met de rol van Radames in Aida. Hij zou er honderden keren terugkeren, al werd hij nooit – zoals de New York Times hem citeerde – een ‘matinee idol’. Bergonzi wist dat zijn stem het moest doen. “Ik zie er niet uit als Rudolph Valentino”, gaf de tenor toe in een interview in 1981, “maar ik acteer via mijn stem, de expressie daarvan is het belangrijkste.”
Bergonzi was Verdi-tenor bij uitstek. Er bestaan opnamen van vrijwel alle Verdi-opera’s, en halverwege de jaren ’70 nam hij voor Philips alle 31 grote tenoraria’s die Verdi componeerde op. De platen waren een groot succes en werden onderscheiden met prijzen als de Deutscher Schallplattenpreis van 1976.
De tenor kon een zeer constante vocale kwaliteit leveren, wat door critici en publiek werd gewaardeerd. Zijn afscheidsrecital in Carnegie Hall, in New York, was een enorm succes. De toen zeventigjarige gaf in 1994 een optreden dat werd afgesloten met een applaus dat 50 minuten moet hebben geduurd.
Toch was dat recital niet zijn echte afscheid. De zanger waagde zich in 2000, hij was inmiddels bijna 76, aan een rol die hij daarvoor nooit had aangedurfd: Otello. De concertante uitvoering in Carnegie Hall werd een ramp, zo schrijft de New York Times. Voor een publiek waarin nogal wat collega’s van Bergonzi zaten, zoals Luciano Pavarotti, Plácido Domingo en Sherrill Milnes, werd meteen duidelijk dat het niet zou gaan lukken. Halverwege de avond trok Bergonzi zich terug en nam een understudy zijn rol over. De airco van zijn kleedkamer was de boosdoener, zo verklaarde Bergonzi later.
Van zijn periode als bariton bestaan geen opnamen, tot grote opluchting van de zanger zelf. “Het zou vooral lachwekkend zijn”, zei Bergonzi daarover ooit in een interview. In de jaren ’60 en ’70 had Bergonzi successen in de grote operahuizen en zijn platen kregen veel waardering. Hij was vanaf de tachtiger jaren actief als docent in zijn eigen opleidingsinstituut in Busseto. Hij runde daar ook een hotel en restaurant, ‘I Due Foscari’, met een knipoog naar de opera van Verdi.
Carlo Bergonzi zong in een tv-programma in 1970 ‘Celeste Aida’ uit Aida van Verdi:
Dit is Carlo Bergonzi, toen 70, met ‘Quando le sere al placido’ uit Luisa Miller van Verdi, een opname uit 1996, met het orkest van de Met onder leiding van James Levine:
18Reacties
Prachtige leeftijd voor een prachtige zanger.
Slechts één maal zag en hoorde ik hem tijdens een fantastisch concert in de onvolprezen VARA Matinee.
Veel jonge tenoren van nu, zouden verplicht moeten luisteren naar zijn vertolking van bijn alle Verdi aris’s
Zo deden zangers van zijn kaliber dat en helaas wordt dat tegenwoordig nauwelijks meer geëvenaard, laat staan verbeterd. Ik weet de reactie nu al: dat gezeur over dat vroeger alles beter was en laat dat toevallig bij Bergonzi wel zo zijn.
Bij het laatste wil ik mij best aansluiten, in de wetenschap dat professionele zangers als Alfredo Kraus, Placido Domingo en Ileana Cotrubas dat ‘gezeur’ met uitstekende argumenten hebben onderbouwd. Maar dat neemt volgens mij niet weg dat je naar jongere talenten als Ludovic Tézier, Elina Garança en niet te vergeten Annemarie Kremer nog altijd met open mond kunt kijken en luisteren. Maar zoals Maria Callas in 1968 zei: de opera is sinds een paar generaties nu eenmaal een dode kunst, en dat verplicht ons des te meer om wat er rest van de traditie met respect en nauwkeurige zorg te behandelen.
Maar hier gaat het over Carlo Bergonzi. Zijn stem staat op de eerste opera-doos die ik begin jaren ’70 kocht: Rigoletto op Deutsche Grammophon (uit 1964 dacht ik), onder leiding van Rafael Kubelik, met Renata Scotto als Gilda en (bien étonné) Fischer-Dieskau als Rigoletto; Bergonzi zingt de partituur van de Hertog van Mantua. Lang bleef het mijn enige opera, want tijdens de bijna-dictatuur van de popmuziek in de jaren ’70 hoefde je met zoiets ‘burgerlijks’ als opera onder leeftijdgenoten niet aan te komen. Maar die schitterende duetten van Bergonzi met Scotto hadden zich voorgoed in mijn hart en mijn hoofd genesteld, en inmiddels is mijn verzameling aangevuld met de oude Cetra-platen die begin jaren ’50 verschenen ter gelegenheid van het door Hans van Verseveld vermelde Verdi-jaar. Hij heeft dan nog niet de stembeheersing van een jaar of tien later, maar toch: Dank, veel dank aan Carlo Bergonzi voor al dit moois.
Voor de liefhebber: Bergonzi en Scotto zijn ook samen te zien (en te horen natuurlijk) op een Hardy DVD, in Het liefdeselixer van Donizetti, en op VAI DVD in Lucia di Lammermoor van dezelfde componist (vergeet de Japanse ondertitels en de matige lichtkwaliteit, want de voorstelling is fantastisch).
Ik kan mij niet voorstellen, meneer Van Verseveld, dat de huidige jonge zangers niet kennis zouden nemen van Bergonzi-opnamen. Wij zangliefhebbers luisterden tijdens de Bergonzi-era toch ook naar
voorgangers als Gigli en Björling? (En dat nog wel zonder Youtube!)
Alweer een grote meneer die is heengegaan… Mijn oprechte hulde!
Ciao Signor Bergonzi! Prachtige Italiaanse stem. Jammer dat het ANP bericht – overgenomen door kranten als Trouw en Parool – meldt dat hij vooral gloriëerde in opera’s van Verdi zoals Madama Butterfly en Lucia di Lammermoor, beiden niet van Verdi.
ja ik ben gelukkig in de omstandigheid te zijn gewwest hem eenpar maal ,te hebbengehoord engezien en wel in Verona in Un ballo in Maschera met Leyla Gencer, zijn Radames Aida ook Alvaro la forza del Destino.
En aan de Wiener Staatsoper,Un Ballo in Maschera.
Zijn concert in de Matinee in concertgebouw staat me nog fris in het geheugen.
Was inderdaad een schitternde Verdi tenor vond zijn Puccini s niet uitzonderlijk behalve d Pinkerton Buttrefly.
J ainderdaad dat gezeur van vroeger nu er zijn heden ten dage ook prachtige stemmen alleen door de commercie worden deze stemmen vermoord
Nemnu neen Michael Fabiano als die rust en tijd neemt kanhet een Bergonzi opvolger worden
vind het wel jammer dat er zo weinig reacties komen.
Zo een groot man en dan nu al vergeten?
Denk dat de meeste nu met vakantie zijn vandaar, Salzburg en Bayreuth.
Een kleine correctie op het bovenstaande artikel: het hotel-restaurant “I due Foscari” in Busseto zal wel eigendom van Carlo Bergonzi geweest zijn maar werd/wordt gerund door zijn zoon Marco, sinds een aantal jaren samen met een ander.
Einde 50-er jaren van de vorige eeuw heeft één van de medewerkers van de toenmalige platenzaak Weijman in de Zadelstraat mij een opname laten horen van een “nieuwe” tenor in, naar ik meen, “Aïda”: schitterend! Dat bleek Carlo Bergonzi te zijn. Helaas heb ik hem nooit live gehoord, wél tweemaal ontmoet in bovengenoemd hotel-restaurant. Bij de tweede maal was hij 63 en stond hij op het punt te vertrekken naar de Sovjet-Unie voor een benefietconcert voor de slachtoffers van een aardbeving in Armenië, waarvan een CD bestaat met o.m. ook Irina Arkhipova. Bij die gelegenheid heeft hij mijn exemplaar van de LP-box met Verdi-arias, zojuist opnieuw uitgebracht op CD, gesigneerd. Naast vele handelsopnamen bezit ik ook nog een privé-opname van een concert ter ere van zijn 80e verjaardag, waarin hij nog zelf heeft gezongen. Voor mij was Bergonzi inderdaad, zoals ik ergens las, de tenor waarvan Verdi gedroomd zou kunnen hebben. Nee, meneer Horsmeier, vergeten is hij nog lang niet!
Addendum: De Zadelstraat bevindt zich in Utrecht.
Vooral die ene, jonge Indische, verkoper bij Weijman was een echte operaliefhebber. En wat lag er nog een grote toekomst qua platenproductie, muziekdragers en Hi-Fi (stereo was net begonnen) vóór ons !
Ik heb het altijd prachtige objecten gevonden, die oude operadozen uit de tijd van Bergonzi en zovele anderen. Als klein ‘menneke’ in de platenwinkel van Mevr. Roeks in Heerlen stond ik me dikwijls te vergapen, en als er even niemand keek opende ik stiekem een doos om aan een chic, versgedrukt libretto te kunnen ruiken. (De typische geur van het vinyl is natuurlijk helemáál niet uit te roeien.) Dat valt dan toch wat tegen, bij zo’n handig CD-tje.
Aan het ontwerp van de voorzijde was duidelijk veel aandacht besteed, soms door professionele schilders of tekenaars die het werk voor een schnabbel erbij deden, en later zelfs een eigen streekmuseum kregen toen zij eenmaal gearriveerd waren, zoals Emanuele Luzzati voor het Cetra-label, die ook de ‘bozzetti’ voor de decors schilderde. Of de Amerikaan Gary Bralow, die voor de privélabels BJR, Robin Hood en Limited Edition Recordings huiveringwekkend mooie interpretaties van Maria Callas tekende (Medea, Norma en Lucia di Lammermoor). (vgl. http://www.mariacallas4ever.org, als link op de Argentijnse site van Divina Records)
Geen wonder dat deze dozen de laatste tien jaar reusachtig in prijs gestegen zijn, met name als hebbeding voor de nieuwe rijken in China, Zuid-Korea en de Verenigde Staten. Wat ik nog maar tien jaar geleden bij het Amsterdamse Concerto voor 8,-of 12,- euro kocht, staat nu bijvoorbeeld bij Oostenrijkse, Sloveense, Italiaanse en Amerikaanse internetantiquaren voor tientallen of soms zelfs honderden dollars te koop, met als koplopers de zojuist genoemde drie piratenlabels uit de V.S. en de oude studio-opnamen van Columbia en Decca.
Reden genoeg om nog eens op zoek te gaan naar een van die oude Cetra’s met Carlo Bergonzi, dus!
Indachtig de stem van Carlo Bergonzi, hoor ik ook zonder de muziek op te zetten, de stem van deze Verdi grootmeester in bepaalde werken. Dat heeft niet alleen met de klankschoonheid van zijn stem te maken maar voor mij komt het ook door zijn zangstijl. Als ik inwendig Un ballo in maschera ‘doorloop’, dan past daar het best de stem van Bergonzi bij; zo smaakvol en fijn gezongen. Forza ook: hoort bij Bergonzi.
Van Macduff (hoe klein de rol ook is): Bergonzi maakt er een taartje van.
In Puccini’s Butterfly vergeef je bijna de lage streek van deze ploert maar wat een stijl!
Gek genoeg heeft Aida voor mij altijd meer bij Bjorling gehoord dan bij Bergonzi. Ik heb de Decca van Bergonzi gister nog eens afgespeeld en stel mijn mening iets bij: ex aequo.
\Ja inderdaad de tijd van de Grammofoonplaat.
Mijn moiste jaren waren tussen 1967 en zeg maar 1985, toen ik werkte bij CARUSO in de Jan Evertesenstraat in Amsterdam.
Dat was een heerlijke tijd in de jaren met Callas, nu trap ik op menig eens teen, door te zeggen dat ik geen Callas fan ben.
Maar wel de tijd van Joan Sutherland prachtige stem, van Montserrat Caballe ,Placido Domingo, jose Carreras en vele anderen, waaronder Carlo Bergonzi,echt een Verdi stem, zijn Puccini s waardeer ik niet zo behalve de Pinkerton in Butterfly vooral met Tebaldi.
Zijn Edgardo on LUcia ook niet zo ,ja die met Sutherland en vooral heel mooi met Anna Moffo op Rca.
Ja prijs mezelf heel gelukkig dat ik heb gewerkt bij Caruso eerst onder Simon Swart en na zijn overlijden met dochter en schoonzoon Frans van de Hoek.Denk er vaak aan terug.
Hoop dat er mensen zijn die dit lezen en zich dit kunnen herinneren.
Heb er ook vele mensen uit de opera wereld leren kennen.
Ik chris Horsmeier, eventueel mail adres
c.horsmeier@snelnet.net.
Carlo Bergonzi was altijd mijn favoriete tenor, vooral voor Verdi-rollen. Bergonzi behoorde samen met Enrico Caruso tot de zeer weinige tenoren die de hoge bes op het einde van Celeste Aida pianissimo konden zingen, zoals Verdi heeft voorgeschreven. Samen met een vriend heb ik eens een opname van Bergonzi beluisterd van Ah si, ben mio col essere uit Il Trovatore. Daarbij hadden we het klavieruittreksel voor ons liggen. Dan merk je dat Bergonzi zeer nauwkeurig alle aanduidingen van de componist volgt. Probeer maar eens een ander te vinden die dat kon. Slechts eenmaal heb ik hem in werkelijkheid mogen horen en zien, tijdens de Matinee van zaterdag 15 februari 1973 in de grote zaal van het Amsterdamse Concertgebouw. Ik zat toen op de vijfde rij in het midden, recht vóór hem. Ik herinner me dit concert nog heel goed. Als toegift herhaalde hij toen de stretta die komt na Quando le sere al placido uit Luisa Miller. Gelukkig heb ik het concert op de band (met ruis, want van de radio opgenomen) en op een CD, die in de afgelopen jaren is verschenen. Ik gedenk hem met grote dankbaarheid.
Nog altijd spijt dat ik in de jaren zeventig die mooie najaarsaanbieding van Philips niet heb gekocht met alle tenoraria’s van Verdi, gezongen door de onvergetelijke Carlo Bergonzi.
Ook ik was erbij in Amsterdam in 1973 op mijn 23e , ik zat op het zijbalkon toen ik de eerste noten hoorde zingen , het was niet te geloven dat een tenor zo kon klinken , het zachtste pianissimo tot het krachtige forte alles was in elke hoek van het concertgebouw te horen alsof de zanger in een klein zaaltje stond te zingen , en wat een dictie !! woord voor woord duidelijk verstaanbaar ! sinds Bergonzi heb ik daarna nooit meer een zanger gehoord van dit nivo zelfs Pavarotti niet wie ik in 1980 hoorde zingen . Bedankt Carlo Bergonzi !!!!
De Mooiste Stem Carlo Bergonzi Bedankt!!!
Die najaarsaanbieding met alle Verdi-aria’s is inmiddels ook op cd verschenen (Decca: Carlo Bergonzi The Verdi Tenor, 17 cd’s), aangevuld met een aantal complete opera-opnamen voor Decca zoals Aida (met Tebaldi), La traviata (met Sutherland) en Rigoletto (met Renata Scotto en … Fischer Dieskau).