Belvedere-concours krijgt aimabele winnaar
Heel toepasselijk dat één van de vier Zuid-Afrikaanse finalisten het 34e Belvedere-concours op zijn naam schreef. Het onderstreept hoezeer opera opbloeit in met name Kaapstad, niet toevallig volgend jaar gaststad van de competitie. Maar Levy Sekgapane dankt zijn zege uiteraard geheel aan zijn glanzende tenorstem en innemende persoonlijkheid.
De International Hans Gabor Belvedere Singing Competition kent een rijke historie, maar de claim van ‘grootste zangwedstrijd’ verdient een korreltje zout. Cardiff Singer of the World genereert aanzienlijk meer media-aandacht en ook ‘ons’ Internationaal Vocalisten Concours in Den Bosch trekt tweejaarlijks een grote schare zangliefhebbers. De matige zaalbezetting tijdens de Belvedere-finale op zaterdag 4 juli in Nationale Opera & Ballet, met bovendien veel genodigden, bood een teleurstellend contrast.
Het Belvedere kent nu eenmaal een meer zakelijke dan feestelijke inslag, mede dankzij een jury die slechts uit intendanten en casting directors bestaat. De kandidaten waarderen de door hen uitgeloofde engagementen misschien nog meer dan de geldprijzen, nu crisis en bezuinigingen de carrièremogelijkheden verschralen.
De vijftien finalisten mochten zaterdag slechts één aria vertolken, uitgekozen door de jury. Voornamelijk lichter repertoire, wellicht omdat jonge zangers geneigd zijn te dramatisch uit te willen pakken. Maar liefst zes keer dook Mozart op, een toetssteen die stemmen genadeloos blootlegt en geen ruimte laat aan verdoezelingen.
Niet voor alle zangers leek het me een gelukkige keuze. Er klonken diverse imposante baritons, maar Domen Križaj gaf Leporello’s humor meer visueel gestalte dan in stemgebruik. En hoewel Lasha Sesitashvili alles in huis had voor Almaviva’s woede-uitbarstingen, ontbrak er sluwheid aan zijn portrettering. Ook collega Jared Bybee bleef wat eendimensionaal. Maar de broeierige romantiek van Tsjaikovski’s prins Yeletsky paste hem goed.
Aangespoord door deze smakelijke heren kon presentator Bo van der Meulen het niet laten om melding te maken van de speelse website Barihunks. Na wat stijve introducties door Isabella Gabor, zakelijk leider Holger Bleck en de Amsterdamse voorzitter Oscar Hammerstein bleek Van der Meulens presentatie net zo zwierig als de sjaal die hij had omgedrapeerd.
Countertenor Kangmin Justin Kim stelde hij voor met verwijzing naar diens hilarische Bartoli-parodie op YouTube. In Händels ‘Ombra mai fu’ bleef virtuositeit achterwege, maar Kim imponeerde wel met moeiteloos zwevende hoge noten en subtiele trillers.
Aan de andere kant van het vocale spectrum leek bas-bariton Mikhail Timoshenko met 21 jaar nog nat achter de oren. Toch wees zijn satanisch hoongelach als Gounods Méphistophélès eventuele sceptici resoluut hun plek.
De zelfs nog jongere tenor Ki Hun Park had met Werther ook een flinke kluif te pakken. In mijn beleving moest hij zo veel zeilen bijzetten dat de poëzie kopje-onder dreigde te gaan. Maar zijn gepassioneerde timbre en oprechte voordracht raakte diep in het hart. Het leverde hem een stormachtig applaus op, plus de derde prijs van de jury en ook nog de jongerenprijs.
Een aantal zangers herinnerde me aan het spreekwoord ‘less is more’. Zo hadden Lukhanyo Moyake’s Alfredo en Hyekyung Choi’s Contessa geprofiteerd van een strakkere stemvoering en een eenvoudiger expressie.
Een voorbeeldig Mozartiaan toonde zich echter Tuuli Takala, de naam die ik aankruiste op mijn stemformuliertje. Haar verschroeiende Koningin van de Nacht maakte zo mogelijk nog meer indruk in het recitatief dan in de coloraturen. Ze viel niet in de prijzen, maar twee aangeboden engagementen verzachtten ongetwijfeld de teleurstelling.
Sopraan Lise Davidsen besteeg het vaakst de podiumtrappen, als winnares van zowel de tweede prijs, de publieksprijs als de mediaprijs. Volkomen terecht gezien de glorieuze wijze waarop zij de zaal begroette in ‘Dich teure Halle’. Grootgebracht op een dieet van barokstemmen was haar volume mij iets te veel van het goede, maar wat een powerhouse is deze dame! Gelukkig bewijst YouTube dat ze ook fraai zachtjes kan zingen…
Dat was het enige stukje Wagner van de avond, maar Puccini’s deel bleek nog schraler: enkel het intermezzo uit Manon Lescaut. En de opening betrof, u raadt het al, de ouverture uit Verdi’s Forza del destino… Deze stukken klinken tegenwoordig vaker bij operaconcerten dan in hun originele context. Ed Spanjaard en Het Gelders Orkest begeleidden uitstekend, daar niet van, maar tijd voor iets nieuws!
Hoofdwinnaar Levy Sekgapane was in Rossini’s ‘Languir per una bella’ technisch niet superieur aan de anderen, maar hij wierp een vrachtlading charisma in de strijd. Heerlijk hoe hij met zijn heldere maar warme tenor innige verlangens uitzong, om vervolgens in de snelle passages knallend vuurwerk af te steken. Daarbij wist hij zijn typisch Italiaanse open topnoten in een oogwenk terug te voeren naar hun fluwelen basis.
Even bespeurde ik zelfs een traantje in zijn stem, meer veristisch dan Rossiniaans, maar niettemin onweerstaanbaar. Echte tranen van emotie vloeiden bij de prijsuitreiking. Hij pakte de microfoon om zich te verontschuldigen, wat ongetwijfeld nog meer harten deed smelten.
Hopelijk winnen de tweejaarlijkse Amsterdamse Belvedere-ronden in de toekomst aan populariteit en sfeer. Bij toeval mocht ik recent veel jonge zangers horen en elke keer beleefde ik kippenvelmomenten. Waarschijnlijk maakt de mix van gezonde spanning, onbevangenheid en hoopvolle verwachting dergelijke vertolkingen zo aandoenlijk. Levy Sekgapane belichaamt die kwaliteit bij uitstek.
10Reacties
Heel goed dit verslag, behalve de opmerking over “licht” repertoire, Mozart is zowat het moeilijkste wat je kunt zingen en “licht” is het allerminst… Daarbij is “licht” repertoire niet persé goed voor alle zangers, want sommige zijn van begin af al dramatisch aangelegd en moeten iets zingen wat bij hun stem past…. dit zogenaamde “lichte” repertoire zou ze killen… Wat voor de ene stem “licht” is is voor de andere “zwaar” en omgekeerd. De kunst is precies dat te zingen wat bij de stem past, vandaar dat de stemvakken zo belangrijk zijn..
Eens. Een zeer goed verslag. Vooral de opmerking van Martin Toet over de “voorbeeldige Mozartiaan” Tuuli Takala doet mij goed. Zij was mijn nummer 1. Onbegrijpelijk dat zij niet in de prijzen viel. De intendanten dachten er -terecht- anders over dan de jury.
Wat de talrijke Mozart-aria’s betreft, in de finale en in de voorrondes, ik vond ze, op Tuuli Takala na, door niemand echt goed gezongen. Hier blijkt, zoals Wiebke zegt, dat Mozart “zowat het moeilijkste is wat je kunt zingen”. On a personal note: ik vind pianobegeleiding vooral bij opera-aria’s van Mozart verre van ideaal, op het storende af. Stem en begeleiding versmelten niet, zoals dat bij een orkest wel het geval is.
Even ter verheldering: met ‘licht’ bedoelde ik zeker niet ‘makkelijk’, getuige ook mijn opmerking over de veeleisendheid van Mozart.Overigens bedankt voor het compliment!
Ik begrijp dat U niet makkelijk bedoelde meneer Toet..
“Licht” is in zangjargon een heel gevaarlijk woord, waar ook binnen de zangtechniek nogal eens misverstanden over ontstaan.
“Licht” = “zonder druk” maar wordt in Nederland vaak misverstaan door “op-ge-licht” waardoor stemmen niet meer op de volledige stembanden zingen maar op een randje…(als je dat doet ben je pas écht ‘opgelicht’…grapje). Vooral Mozart wordt daardoor nogal verkeerd “licht” gezongen en deze manier van “licht” zingen is killing voor de stem….
Ook kan “licht” zingen leiden tot proberen te zingen met een “lichte” kleur stem ipv. een donkere. Bovenstaande leidt daar ook toe.
Kortom….lastig woord “licht”…
En als ik denk aan ‘lichte’ aria’s denk ik meer aan ‘lichte’ muziek, of wel geen klassieke muziek…
Ja hoor, ze waren er weer de traditionele opvullers bij operaconcerten. De Forza ouverture en het intermezzo uit Manon Lescaut. Zo’n prachtig Gelders Orkest onder leiding van één van de beste dirigenten van Nederland, Ed Spanjaard, is toch best in staat om eens iets anders te spelen.
Misschien moeten de lezers van Pdel’O een lijstje met nieuwe opvul-wensen maken.
Verdi, Puccini, Leoncavallo en Mascagni (néé niet weer Cavalleria) schreven echt veel meer prachtige instrumentale stukken, die schreeuwen om een uitvoering.
Hoe vaak hebben ze bij HGO La Forza de afgelopen twee maanden nu gespeeld? De volgende keer boeken dicht en uit het hoofd! Of anders een lichte (!?) Mozart.
@Wiebke: helemaal eens met je eerste opmerking. Mozart is de Olympus voor musici (zangers incluis).
Graag enig begrip voor de keuze van de orkeststukken van Het Gelders Orkest. Pas op de dag voor het concert stonden de partijen op de lessenaars, na een middag, avond en nacht kopieren. Immers, donderdagmiddag werd pas duidelijk welk repertoire er door welke finalisten zou moeten worden gezongen. In dit geval lag de prioriteit bij het zo goed en mooi mogelijk begeleiden van de 15 zangers en ik meen dat HGO dit olv onze geweldige Ed Spanjaard voortreffelijk heeft gedaan. Alle tijd was dus ingeruimd voor de zangers en minder om met een origineel, onbekend(er) stuk te komen, helaas….. W.Schmidt, Artistiek Manager van Het Gelders Orkest
Duidelijke keuze bij zo’n concoursstress. Alle begrip. De solisten verdienen prioriteit. Onder La Forza del Destino komt dan niemand uit. Pace Verdi.
Na Cardiff nu weer Belvedère, wat een weelde en wat een glorieuze zangers! En de verwijzing naar Kangmin Justin Kims Bartoli-parodie
is voor mij de Tip van het Jaar!