Wagnergenootschap herdenkt Wieland
Op 5 januari was het 100 jaar geleden dat Wieland Wagner werd geboren. De naoorlogse vernieuwer van Bayreuth, de ‘Werkstatt’ voor het oeuvre van zijn grootvader Richard Wagner, werd zaterdag in Amsterdam herdacht met een symposium. Vier lezingen wierpen letterlijk gekleurd licht op het werk van de regisseur/decorontwerper.
Er was geen testament toen componist Richard Wagner op 13 februari 1883 in het Palazzo Vendramin-Calergi in Venetië overleed. Met dat feit opende Wagner-kenner Josef Lienhart zijn lezing over één van de nazaten van Richard, diens kleinzoon Wieland Wagner. Op de dia bij het verhaal was de villa in Venetië te zien, die Wagner net een halfjaar bewoonde toen hij stierf. Geen testament dus, maar wel een ongekende nalatenschap van kinderen en kleinkinderen, wier onderlinge verhoudingen een complete romancyclus kunnen vullen (een opera, Wahnfried, is net in première gegaan in Karlsruhe) en van muziek en teksten die nog elke dag overal ter wereld worden gelezen en beluisterd.
Wieland Wagner, die in de aankondiging van het symposium over zijn werk de “niet onomstreden kleinzoon van Richard” werd genoemd, kwam aan de leiding van de Festspiele in het naoorlogse Bayreuth. Vanwege haar trouw aan de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog was de rol van zijn moeder Winifred uitgespeeld. Vanaf 1954 was Wieland ook actief als regisseur in Stuttgart, dat de bijnaam ‘Winter-Bayreuth’ kreeg en waar naast het werk van Richard Wagner Wielands ensceneringen van Fidelio, Carmen en Lulu te zien waren. Wieland Wagner wordt beschouwd als de uitvinder van het regietheater.
Privé
Michael Eisenblätter opende de lezingenserie met zijn persoonlijke herinneringen. Hij was pas 12 jaar oud toen hij Wieland leerde kennen. Als jonge koorzanger figureerde hij in Wagners opera Rienzi in Stuttgart, geregisseerd door Wieland. Hij wist door te dringen tot alle repetities en leerde zo de stijl en manier van werken kennen van de Wagner-kleinzoon. Het leverde hem een grondige kennis van het werk van Wieland op, en bovendien contact met de zangers die in de producties optraden. Tot die groep behoorden legendarische namen als Martha Mödl, Wolfgang Windgassen en Anja Silja.
Anja Silja was maar twee jaar ouder dan Eisenblätter. Ze was Wielands ideale jonge sopraan, die niet alleen door hem geregisseerd werd, maar ook een relatie met hem kreeg. Silja was heel jong toen ze al grote rollen zong; bij haar debuut in Stuttgart was ze 18. Eisenblätter raakte met haar bevriend en trof daardoor in latere jaren Wieland Wagner ook privé. Dat leverde overigens niet veel inzicht op in de persoon van Wieland, want die was voor de meesten moeilijk benaderbaar en gesloten.
Abstractie en geometrie
Het zou afgelopen zaterdag in het Amsterdamse Goethe Institut tot ver na 15.00 uur duren eer er muziek klonk van Wagner. Niet zo gek: het accent lag op het regiewerk van Wieland en daarvan bracht Josef Lienhart een onafzienbare serie beelden mee, hier en daar aangekleed met uit het hoofd geciteerde stukken tekst uit de opera’s.
Lienhart, medeoprichter van het internationale Richard-Wagner Verband, komt al sinds begin jaren zeventig naar Nederland voor lezingen van het Wagnergenootschap. Voor deze keer legde hij de nadruk op de beelden van de ensceneringen van Wieland, zonder de muziek.
Hoewel Wieland Wagner de voorkeur gaf aan zwart-witfoto’s van zijn ensceneringen, maakte een fotograaf ook opnamen in kleur. Op die zelden getoonde beelden uit een privécollectie is te zien hoe abstract de decors waren, hoe Wieland (op een bankje of trap na) afzag van decoratie en hoe rood en blauw licht – de techniek met spotlights verbeterde aanzienlijk tijdens zijn regieloopbaan – bepalend werden voor de vertelling van het verhaal en de typering van de personages.
Twee foto’s koos dramaturg/auteur Willem Bruls voor de opening van zijn bijdrage. De ene was een afbeelding van het decor van Die Meistersinger von Nürnberg, gebaseerd op Shakespeares Globe-theater, op de andere stonden Wieland en zijn broer Wolfgang naast Adolf Hitler. De foto van de twee jongens toont een kant van het beeld dat we anno nu hebben van Wieland. De andere foto, van zijn regie in 1963, werd een kwarteeuw later gemaakt.
Bruls schetste in zijn lezing hoe Wieland na de oorlog moest afrekenen met het Duitse verleden, dat van Bayreuth en dat van zichzelf. Regisseur Peter Sellars werd aangehaald met zijn stelling dat de abstractie in het werk van Wieland voortkwam uit een verdringing van de beelden uit het verleden. Tegenover het naturalisme van de Bayreuth-traditie stelde Wieland abstractie, geometrie en strakke choreografie. Dirigent Hans Knappertsbusch moet eens over de kaalheid van de ensceneringen gezegd hebben dat hij tijdens de repetities in de veronderstelling was dat het decor nog niet klaar was.
Wieland Wagner leek sterk op zijn grootvader Richard. Twee foto’s in de lezing van Lienhart toonden dat aan; eerst die van het dodenmasker van Richard en erna een portret van Wieland. Willem Bruls heeft diens neef Gottfried, zoon van Wolfgang Wagner, verschillende malen ontmoet. “Een indrukwekkende verschijning, die sterk lijkt op grootvader Richard. Kunstenaarsgenen zijn sterk”, aldus Bruls.
Werktreue
Aan de bespreking van de ensceneringen van Wieland Wagner werd bewegend beeld en geluid toegevoegd in de lezing van dramaturg/operacriticus Paul Korenhof. Hij relativeerde de zin van het praten over een regie, bijvoorbeeld aan de hand van foto’s, als je de enscenering niet zelf hebt gezien. “Het drama zit niet in de stilstaande beelden, maar in de handeling, en die toont een foto niet”, zei Korenhof.
Hij memoreerde hoe Wieland Wagner zijn regies voortdurend herzag. Zijn persoonlijke stempel was noodzakelijk, vond Korenhof, die in Bayreuth de Parsifal-regie van Wieland zag, maar ingestudeerd door assistenten. “De finishing touch ontbrak.”
Dankzij videobeeld van ensceneringen door Wieland, compleet met muziek, kreeg het publiek een indruk van zijn werk, dat van nadruk op geometrie ontwikkelde naar het gebruik van symbolen, zoals een monoliet met ‘ogen’ in de Tristan und Isolde van 1962.
Volgens Korenhof ontleende Wieland Wagner zijn ensceneringen aan de muziek en de tekst van het werk (‘Werktreue’) en regisseerde hij muziekdrama, meer dan muziektheater. De kwaliteit van de producties werd mede bepaald door zangers als Hans Hotter, Astrid Varnay en Martha Mödl, die volgens de spreker grote persoonlijkheden waren met een sterke gerichtheid op de tekst en het vermogen die tot leven te wekken.
Na tekst, beeld en video klonk er in de zaal van het Goethe Institut live muziek: Camiel Boomsma speelde werk van Richard Wagner van de twee cd’s die de jonge pianist, voormalig stipendiaat van het Wagnergenootschap, de laatste jaren uitbracht.
Over Wieland Wagner verschijnt deze zomer een nieuw boek: Wieland Wagner, Revolutionär und Visionär des Musiktheaters, geschreven door Till Haberfeld en Oswald Georg Bauer. Zie voor meer informatie over het Wagnergenootschap www.wagnergenootschap.nl.