AchtergrondCD-recensies

De andere Salome: Hérodiade

De Nationale Opera beëindigt woensdag zijn seizoen met de laatste voorstelling van Salome. Wie gepakt is door de opera van Richard Strauss, moet beslist ook eens Hérodiade van Jules Massenet beluisteren, gebaseerd op hetzelfde verhaal. Basia Jaworski geeft tips voor goede opnames.

De beste keuze: de opname uit 1963 met Régine Crespin.

Richard Strauss baseerde zijn wereldhit Salome op een toneelstuk van Oscar Wilde, die op zijn beurt inspiratie putte uit Flauberts korte verhaal Hérodias. Het verhaal van Flaubert was ook het uitgangspunt van Paul Milliet en Henri Grémont bij het schrijven van het libretto voor Massenets opera Hérodiade.

Noch Oscar Wilde, noch Paul Milliet en Henri Grémont zijn Flaubert erg trouw geweest. Waar de Franse schrijver zich min of meer tot de bijbelse vertelling beperkte, en die verrijkte met zijn poëtische taal en omschrijvingen, voegden de toneelschrijver en de librettisten geheel nieuwe aspecten en wendingen aan het verhaal toe.

Hérodiade werd voor het eerst opgevoerd in de Koninklijke Schouwburg van Brussel op 19 december 1881. Wie dierlijke erotiek, bloed en zweet verwacht – zoals bij Richard Strauss – komt bedrogen uit. Massenets Salomé is een onschuldig en devoot meisje. Toen haar moeder haar verliet om met Hérode te trouwen, werd zij opgevangen door Jean (Johannes de Doper), op wie zij verliefd werd. Een liefde die wederzijds bleek.

Geen opera zonder verwikkelingen: Hérode geilt op Salomé, Hérodiade wordt jaloers en Jean wordt onthoofd. Salomé ziet in Hérodiade de aanstichter van al het kwaad en wil haar doden. “Ik ben je moeder”, fluistert Hérodiade echter. Daarop pleegt Salomé zelfmoord.

Je ruikt in de muziek al een vleugje van het parfum van Massenets latere werken, maar met alle koren, de exotische oosterse taferelen en de uitgebreide balletscènes is het eerst en vooral een echte grand operà in de traditie van Meyerbeer.

Eén van de vroegst opgenomen fragmenten uit de opera is de beroemde aria van Herodé, ‘Vision fugitive’, door de Franse bariton Maurice Renaud, gemaakt in 1908:

Van de opname die Georges Thill maakte in 1927 weten we hoe een ideale Jean zou moeten klinken:

Régine Crespin, 1963
Mocht u in het bezit zijn van deze uitvoering, dan hoeft u eigenlijk niet verder te zoeken. Beter krijgt u het niet. Er is alleen één probleem: compleet is de opname niet. In 1963 vergaarde EMI de beste Franse zangers van toen om de hoogtepunten uit Hérodiade op te nemen. Waarom niet gekozen werd voor een complete registratie, zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen.

Georges Prêtre dirigeert het orkest van het Théâtre National de l’Opéra Paris alsof zijn leven ervan afhangt en álle rollen zijn meer dan voortreffelijk bezet. De Salomé van Régine Crespin is ongeëvenaard, evenals de Hérodiade van Rita Gorr. Albert Lance (Jean) laat horen hoe die rol eigenlijk gezongen zou moeten worden: in de traditie van Georges Thill. Bij de Hérode van Michel Dens past een eerbiedig zwijgen. Zulke zangers bestaan niet meer.

Régine Crespin zingt hieronder ‘Il est doux, il est bon’:

Hopelijk gaat Warner de opname ooit weer op cd uitbrengen. Tot die tijd kunt u terecht op YouTube:

Montserrat Caballé, 1984
Ook deze opname kunt u alleen via een piraat of YouTube bemachtigen, maar hij is wel helemaal compleet en er zit bovendien beeld bij (toegegeven, slechte kwaliteit, maar toch).

Dunja Vejzovic maakt van Hérodiade een heerlijk gemene loeder en Juan Pons is een beetje jeugdig maar verder prima als Herodé. Een paar jaar later zou hij uitgroeien tot één van de beste Herodé’s en dat hoor en zie je in deze opname al.

Montserrat Caballé is een fantastische Salomé; haar stem alleen al doet je in de zevende hemel belanden. José Carreras ontroert als een zeer charismatische Jean.

Hieronder zingt Carreras ‘Ne pouvant réprimer les élans’:

Geen van de protagonisten is echt idiomatisch, maar wat een plezier is het om naar de echte diva (en divo) te kijken! Zo worden ze echt niet meer geboren.

De hele opera staat op YouTube:

Renée Fleming, 1994
Halverwege de jaren negentig beleefde Hérodiade een kortstondige revival. De opera werd in verschillende operahuizen uitgevoerd en werd drie keer – officieel – opgenomen: één keer in de studio en twee keer live.

Ik moet toegeven dat ik een beetje bang was voor de directie van Valery Gergiev, maar hij doet het werkelijk uitstekend. Onder zijn leiding klinkt de opera als een echte grand opéra: groots, vurig en meeslepend.

Plácido Domingo (Jean) is misschien een tikje te heroïsch, maar zijn stem klinkt jeugdig en aanstekelijk, een profeet waardig. Persoonlijk vind ik Dolora Zajick (Hérodiade) een beetje aan de zware kant, maar zij zingt ontegenzeggelijk uitstekend en op haar interpretatie valt helemaal niets af te dingen.

Juan Pons is een uitstekende Herodé, maar Kenneth Cox (Phanuel) had van mij wat idiomatischer gemogen. Iets wat ook voor de Salomé van Renée Fleming geldt: ze zingt werkelijk prachtig, maar in deze rol kan ze me maar matig overtuigen.

Nancy Gustafson, 1995
Deze uitvoering uit Wenen werd lovend ontvangen. Dat dat terecht was, bewijst de opname die ORF live in het huis maakte. Allereerst is er de schitterende titelrol van Agnes Baltsa: fel en dramatisch. Als u mij vraagt: naast Rita Gorr wellicht de beste Hérodiade ooit.

Plácido Domingo zingt de rol van Jean hier nog indrukwekkender dan op Sony en Juan Pons (Hérode) weet mij op deze opname nog meer te overtuigen. Zijn vertolking van ‘Vision fugitive’ is zeer, zeer ontroerend. Helaas moet Nancy Gustafson (Salome) haar meerdere erkennen in Renée Fleming. En beiden verbleken bij Cheryl Studer (zie hierna). Om van Régine Crespin niet te spreken!

Naar de foto’s in het tekstboekje en de spaarzame clips op YouTube te oordelen mogen we blij zijn dat de opname op cd verschenen is en niet op dvd. Het geluid is in elk geval uitstekend en het orkest van de Wiener Staatsoper speelt onder leiding van Marcello Viotti zeer gedreven.

Hieronder zingt Plácido Domingo ‘Ne pouvant réprimer les élans’:

Hieronder de finale van de opera:

Cheryl Studer, 1995
Orkestraal is deze opname echt top. Michel Plasson dirigeert het orkest uit Toulouse enerverend, met veel verve en stuwkracht, waarbij hij ook ruimte geeft aan alle finesses. Spannend en mooi. Zo hoor ik de opera graag.

José van Dam is een imposante Phanuel en Nadine Denize een voortreffelijke, hoewel niet altijd zuiver intonerende Hérodiade. Hérode is niet echt een rol voor Thomas Hampson, maar hij zingt hem heel erg mooi. Iets wat helaas niet gezegd kan worden van Ben Heppners Jean. Een heldentenor in die rol is niet anders dan een gruwelijke vergissing.

Cheryl Studer is een Salomé van ieders dromen: meisjesachtig, onschuldig en naïef. Haar stem straalt en wiegt en haar laatste woorden laten je sidderend en wanhopig huilend achter: “Ah! Verfoeide koningin, als het waar is dat jouw vervloekte lendenen mij hebben gebaard, kijk dan! Neem terug jouw bloed en mijn leven!” Brava!

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Jamie, Iris en Paul

Volgend artikel

Wonderfeel maakt zich op voor derde editie

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

2Reacties

  1. Jan de Jong
    5 juli 2017 at 12:09

    Dank!

    Voor wie de opera een keer wil zien: eind maart staat deze op de rol in Marseille.

  2. Dirk van der Wulp
    6 juli 2017 at 16:37

    Bedankt Basia voor dit mooie overzicht! Een mooi vervolg na inderdaad gegrepen te zijn door de uitvoering vorig weekend van Strauss’ Salomé met het KCO.