AchtergrondInterviews

Zomerserie: waar is Nynke van den Bergh?

Het is zomer, veel operahuizen en theaters in Nederland zijn dicht. Maar dat betekent voor veel zangers, musici en regisseurs niet dat ze vakantie hebben. Ze werken, in Nederland en daarbuiten, gewoon door. Place de l’Opera spoort ze op en vraagt waar ze zijn en waarom. In deel 4: Nynke van den Bergh.

Van links naar rechts: tenor Erik Slik, sopraan Donij van Doorn, regisseur Nynke van den Bergh en dramaturg Freek Duinhof. (© Pieter Hendriks)

Regisseur Nynke van de Bergh presenteerde deze zomer haar vierde regie voor Opera Nijetrijne, dat iedere zomer een openluchtproductie brengt in het natuurgebied De Rottige Meente, op de grens van Friesland en Overijssel. De vertaling van Salieri’s La Grotta di Trofonio naar Trofonio’s Erfenis was volgens de recensent van de Volkskrant een “hartveroverende” voorstelling.

Van den Bergh werd onder meer bekend door haar enscenering van Le nozze di Figaro (samen met Sybrand van der Werf) voor Opera Zuid. Afgelopen jaren maakte ze verschillende producties voor BarokOpera Amsterdam. Ook voor de twee spraakmakende opera’s van Opera 2.0 in Limburg, over respectievelijk politicus Jos van Rey en wielrenner Tom Dumoulin, deed ze de regie.

Een dik jaar voorbereiden, maandelijks overleggen met het creatieve team, een week repeteren in Amsterdam en dan een dag of vijftien op locatie: zo zag de aanloop naar de elf uitvoeringen van Trofonio’s Erfenis in Nijetrijne eruit. Het zomerse operahuis verkocht ook dit jaar al voor de première alle voorstellingen uit. We spraken Nynke van den Bergh tijdens één van de laatste voorstellingen.

Waar ben je en wat doe je daar?
“Ik ben sinds begin augustus in Nijetrijne, voor de regie van Trofonio’s Erfenis. Ook dit jaar brengen we een achttiende-eeuwse, komische opera. Typisch Nijetrijne is de plaats waar we spelen en de sfeer hier in het moerasgebied. Het is werken op locatie, in de buitenlucht, aan iets wat niet in het theater past. Dat is een vereiste. Er zijn hier in het gebied twee plekken waar we kunnen spelen, waarbij ook gebruikgemaakt kan worden van het riviertje de Scheene dat hier langsloopt.

Ook typisch voor Nijetrijne is de ambiance. Het heeft iets familieachtigs. Je zit met cast en crew een aantal weken op één plek en we logeren in hetzelfde huis. Dat geeft een sterke focus op de productie.”

Wordt het dan niet te vakantieachtig? Moet je de castleden weleens wegslepen van de fles rosé?
“Dat valt erg mee. De werktijden zijn heel duidelijk, iedereen gaat er vol voor en is zich bewust van het feit dat er maar weinig tijd is. We werken een week in Amsterdam, dan volgt er een soort ‘indaalperiode’ en dan hebben we dik twee weken op locatie. Omdat iedereen er steeds is, geeft dat juist extra mogelijkheden om nog even aan iets te werken buiten de repetitietijden. En die roséfles: je weet hoe zangers zijn, die nemen één glaasje.”

Salieri, wie kent hem niet, maar: wie kent zijn werk?
“Traditie is dat we komisch repertoire uit de achttiende eeuw spelen. Dan kom je al snel uit bij een componist als Salieri. Onze muzikaal leider, Vaughan Schlepp, kwam met het idee. Hij heeft veel repertoirekennis en is een wandelende encyclopedie. Aan La Grotta di Trofonio zijn we vorig jaar zomer al begonnen. Het stuk zit heel goed in elkaar en heeft parallellen met Mozarts Così fan tutte. Belangrijk is dat het stuk muzikaal heel afwisselend is. Het is meer dan alleen aria-recitatief-aria enzovoort. We nemen bij het bewerken de vrijheid om aan de haal te gaan met het verhaal, dat door Alice Zwolschen geschreven wordt. De Nederlandse hertaling moet ook muzikaal kloppen.”

Nynke van den Bergh (op de tribune) tijdens een repetitie voor Trofonio’s Erfenis. (© Pieter Hendriks)

Voor zangers zijn de akoestische omstandigheden belangrijk, is daar aandacht voor?
“Sterker nog: vanaf het begin is dat een vast punt in de overleggen. Bij het ontwerp van het decor – dit jaar voor het eerst door Sanne Puyk – en de plaatsing van het orkest streven we naar akoestisch optimale omstandigheden. Hoe beter de locatie is afgestemd op de akoestiek, des te minder zorgen hoef ik me te maken dat de zangers naar voren, richting het publiek, moeten zingen. Van de zangers wordt verwacht dat ze goed verstaanbaar kunnen zingen, daar worden ze op gecast. Alice, de schrijfster, weet inmiddels dat ze de belangrijke informatie niet in de hoge coloraturen moet stoppen, maar in de wat meer begaanbare registers.

Ook het orkest vraagt aandacht. De musici moeten binnen en droog zitten. Onze oplossing voor dit jaar, een huisje in de vorm van een speeldoos, die aan het begin met een slinger wordt opengedraaid, levert elke voorstelling een open doekje op.”

Locatievoorstellingen in Nederland, dat betekent vaak regen?
“Het is in mijn periode van vier jaar slechts anderhalf keer gebeurd dat we een uitvoering binnen, in een tent, moesten geven. Dat valt reuze mee dus. Met onze generale dit jaar hadden we wat problemen vanwege de wind. Niet alleen riskant voor het decor, maar ook voor de pruiken die dreigden af te waaien.”

Heb je tijd om iets vakantieachtigs te doen?
“In de repetitietijd is het te druk, maar als de serie voorstellingen loopt, maken we wel uitstapjes. Je kunt in deze regio wandelen en boottochten maken. We zijn eens naar de Hunebedden in Drenthe geweest en ik herinner me een heerlijk pannenkoekenrestaurant in Oldemarkt. Net als ieder jaar hebben we met de cast de productie van Opera Spanga bezocht, niet ver hiervandaan.”

Zie voor meer informatie de website van Opera Nijetrijne en de persoonlijke website van Nynke van den Bergh.

Vorig artikel

Concertgebouworkest speelt Tristan und Isolde

Volgend artikel

Zuiderstrandtheater brengt community-opera

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.