AchtergrondInterviews

Deborah Voigt begint een nieuw hoofdstuk

Het is zes jaar geleden dat sopraan Deborah Voigt in Europa was. Haar laatste optreden in onze regio dateert van februari 2013, toen ze in Luik Minnie zong in La fanciulla del West. Operaliefhebbers in Nederland kennen haar veelgeroemde optredens in producties van de Metropolitan Opera in New York. François van de Anker sprak de sopraan deze week in Amsterdam.

Deborah Voigt: “Met mijn stem is niks mis gelukkig. Maar Isolde ga ik écht niet meer zingen.” (© Heidi Gutman)

Dankzij de Live in HD-vertoningen in de bioscoop hoorde en zag het operapubliek overal ter wereld de grote rollen van sopraan Deborah Voigt, zoals Cassandre in Les Troyens, Isolde in Tristan und Isolde en Minnie in La fanciulla del West. Haar Brünnhilde in Der Ring des Nibelungen van Robert Lepage was een hoogtepunt. De dvd-box van de serie werd bekroond met een Grammy Award.

De presentatie van de Live in HD-evenementen werd door Met-directeur Peter Gelb vanaf het begin in handen gelegd van bekende operasolisten, die zich niet altijd even vaardig toonden. Deborah Voigt bleek geknipt voor die rol. Ze zat niet verkrampt vast aan de autocue en deed met humor, lichtheid en veel kennis van het vak de spontane interviews met de solisten, die – al dan niet zojuist gestorven op de bühne – in de coulissen haar vragen beantwoordden.

Die lichtheid en humor brengt ze ook mee naar de bibliotheek van een hotel aan een Amsterdamse gracht, waar ze zich op een vroege maandagochtend verontschuldigt voor wat vermoeidheid, veroorzaakt door een jetlag en een intensieve conferentiedag van het Nexus Instituut in Nationale Opera & Ballet. Een beetje wrang was het, een dag eerder, toen ze als deelnemer aan een rondetafelgesprek nota bene in het decor van Die Walküre haar debuut maakte in het Amsterdamse operahuis. Waarom dat niet eerder, en dan zingend, gebeurde? “Ik zat na de conferentie van gisteren aan het diner naast Pierre Audi. Ik had het hem kunnen vragen. Het is gewoon nooit gebeurd.”

“Brünnhilde is no easy chick to sing!”

Amsterdam kent ze uit 1992, toen ze onder Edo de Waart een Strauss-programma in het Concertgebouw zong. Ze herinnert zich optredens in Utrecht en Rotterdam en maakte in ons land ook plaatopnamen. Haar leven speelt zich tegenwoordig vooral af in San Francisco, waar ze vanuit New York naartoe verhuisde. Ze geniet van de vrienden die ze er maakte en de mogelijkheden van de stad. Ze vermoedt een speling van het lot, of de voorzienigheid. “Ik moest naar Californië verhuizen om er mijn huidige partner, Josef, te ontmoeten.”

Omgeven door de boeken van de hotelbibliotheek vertelt ze dat ze zelf niet zo’n lezer is. En nee, ze heeft nog niet gecheckt of haar bestseller Call me Debbie ergens in de kast staat. “Lezen kwam er niet van in de drukke jaren van mijn carrière, toen ik overal grote rollen zong en mijn leven in het teken stond van studeren en optreden. Dan blijft er weinig tijd over voor andere dingen.”

We vragen olympische sporters ook niet naar hun leesgedrag.
“Ik ben blij dat je dat zo vergelijkt. De iconische rollen die ik gezongen heb, vroegen heel veel. Niet iedereen begrijpt dat. Het ziet er makkelijk uit, maar dat is het niet. Mijn ouders hadden in het begin, toen ze me in New York bezochten, weleens de neiging om te vragen waarom ik op een dag met een voorstelling niet mee ging brunchen. Later zijn ze gaan snappen dat zoiets niet kan.”

Deborah Voigt als Brünnhilde in Die Walküre in de beroemde New Yorkse Ring-productie van Robert Lepage. (© Ken Howard / Met Opera)

De sopraan nam afgelopen zondag deel aan de jubileumconferentie van het Nexus Instituut. Daar werd – soms wat moeizaam – gezocht naar parallellen tussen het verhaal van Wagner over macht en liefde en vragen over de wereld van 2019. Aan het rondetafelgesprek van het middagdeel namen zulke uiteenlopende gasten deel als regisseur Pierre Audi, schrijfster Lila Azam Zanganeh en publicist Leon Wieseltier. Deborah Voigt was er om vanuit haar ervaringen met de rol van Brünnhilde mee te praten.

Waarom zei u ja tegen de uitnodiging van het Nexus Instituut?
“Toen ik de lijst van genodigden zag, was mijn eerste reactie: dat moet ik niet doen. Allemaal zó intelligent en met zulke complexe boeken op hun naam. Mijn partner Josef overtuigde me om het wel te doen. Hij zei: ‘Je hebt die rol gezongen en je kunt daardoor vanuit een heel ander perspectief praten dan de andere deelnemers.’ Of ik zoiets nog eens zou doen, weet ik niet. Het was fascinerend, maar met zo veel interessante mensen aan een tafel, en met betrekkelijk weinig tijd, was er niet veel ruimte om diep op de zaken in te gaan.”

Het gesprek aan de conferentietafel werd geopend met beelden van de Met-Ring, waarin Deborah Voigt in drie delen de veeleisende rol van Brünnhilde zong. Ze keek letterlijk even om naar de tijd dat ze deel uitmaakte van het megaproject van de Met. “Wow, dat was een hoop zingen”, was haar reactie toen het fragment eindigde en de discussie begon.

Mist u Brünnhilde?
“Jazeker. Hoe kan ik het je uitleggen: het was geweldig om mijn eerste Brünnhilde te zingen in die spraakmakende enscenering van de Met in 2013. Maar ik zou wensen dat ik iets meer geregisseerd was. Robert Lepage werd grotendeels in beslag genomen door het decor. Dat snap ik, want het was de meest complexe, technische productie ooit, ongeëvenaard bij de Met en misschien wel bij elk ander operahuis ter wereld. But Brünnhilde is no easy chick to sing! Ik voelde me aan mijn lot overgelaten en moest in mijn eentje bepalen wat het karakter Brünnhilde betekende en wat haar relaties waren met de andere rollen. Het heeft me geholpen dat ik eerder voor de rol van Sieglinde met regisseur Otto Schenk heb kunnen samenwerken.”

“Naast alle technische en organisatorische kwesties was er ook nog de wissel in de orkestbak. Maestro James Levine werd halverwege vervangen door Fabio Luisi, met wie ik overigens fijn kon samenwerken.”

“Dat einde van Götterdämmerung, dat gisteren werd vertoond, emotioneert me nog steeds als ik het zie. En ook nu, als ik erover spreek. Ik was aan het eind van dat vierde deel, nadat ik met het paard het vuur in reed, in tranen. Van opluchting. Ik had het gered!”

“Laten we je eerst eens leren om te zingen zonder je tong achter in je keel”

In maart dit jaar was Voigt weer bij de Met, als presentator van de Live in HD-uitzending van Die Walküre, in de herneming van de Robert Lepage-productie. Stuart Skelton sprak daar recent over in een interview met Place de l’Opera. De zangeres vertelt: “Het was een bijna surreële ervaring. Ik merkte hoeveel ik vergeten was en vroeg me af: hoe heb ik dit allemaal kunnen doen? Het nam een groot deel van mijn leven in beslag in de tijd van de voorbereiding en de voorstellingen, en toen was het over. Ik zou daarna nog een Brünnhilde zingen in Spanje, maar dat ging niet door, en ik denk niet dat het nog eens gaat gebeuren.”

Hebben die optredens in Live in HD als sopraan en als presentator u wereldwijd bekend gemaakt?
“Zonder twijfel. Het is geweldig dat we op die manier opera zo groot konden presenteren en het heeft ons als zangers zeker meer roem gebracht. Aan de andere kant is het de vraag of opera bedoeld is om zo dicht in beeld gebracht te worden, met de camera vlak op onze gezichten. Eén van de panelleden vertelde me gisteren hoe hij genoot van het acteren en zo goed mijn betrokkenheid bij het karakter in de opera kon zien. Toen ik begon aan de rol van Brünnhilde heb ik een oude video bekeken van de Otto Schenk-productie voor de Metropolitan Opera. Hildegard Behrens was in die tijd dé Brünnhilde van de Met en het was interessant om te zien hoe weinig er gebeurde. Hildegard was klein van stuk, ze acteerde fraai, maar er stonden geen camera’s die close-ups maakten.”

“Ik geef les aan zangstudenten en die vragen me tegenwoordig weleens of ze geen acteerlessen moeten nemen. Mijn reactie is dan: laten we je eerst eens leren om te zingen zonder je tong achter in je keel. Er is nog veel te doen voor je je druk hoeft te maken over hoe je het voor de camera zal doen. Eerst maar eens kijken of je dat Met-debuut ooit gaat maken!”

Deborah Voigt als Brünnhilde in Götterdämmerung bij de Metropolitan Opera. (© Met Opera)

U was vanaf het begin ook als presentator betrokken bij de Live in HD-producties. Hoe was dat?
“Ik was één van de eersten, in het begin, toen er veel te ontdekken was. We hadden nog geen autocue in die periode. Mijn vragen stonden op kaartjes, die ik ongezien probeerde te raadplegen. Het werd door de jaren steeds leuker en makkelijker. Als collega-zanger begrijp ik vanuit mijn eigen ervaring goed wat de artiesten doormaken.”

“Als host ben je ook verantwoordelijk voor het tijdschema. Vanuit de regiewagen, waar de regisseur en Peter Gelb zitten, en vanuit de voorstellingsleider is er druk om dat schema aan te houden. Soms willen zangers nog even snel de groeten doen aan hun familie ergens op de wereld en dan zie ik achter hen iemand die nadrukkelijk ‘Afkappen!’ staat te gebaren. Ik heb zo’n gesprek in de coulissen vanwege de tijd eens echt abrupt moeten afbreken. Meteen verschenen op Twitter berichtjes dat ik zo onaardig was tegen de zangers. Eén van de lastige dingen overigens is het uitspreken van hun namen. Denk maar aan Anita Rachvelishvili.”

“Hij gaf Peter Gelb de keuze: ik eruit of zij eruit”

De zangeres vertelt over hoe het daarna ging en hoe er bijna als vanzelf geen grote rollen meer op haar pad kwamen. “Toen ik in 2016 naar Californië verhuisde en in San Francisco docent werd aan het conservatorium zat ik bij Columbia Artists. Een groot impresariaat, dat in mijn geval niet veel meer hoefde te doen dan de telefoon aan te nemen met aanbiedingen en dan mijn agenda te vullen. Op een bepaald punt in je carrière gebeurt dat niet meer. Mijn stem veranderde, ik zing mijn oude rollen niet meer. Ze hebben even niet goed opgelet, en ik ook niet. Toen veranderde er van alles.”

“Kort gezegd: op het moment dat het verstandig was om te bedenken wat ik zelf wilde, was ik daar eigenlijk helemaal niet mee bezig. Mijn loopbaan betekende dertig jaar rennen, rennen. Ik voelde een soort uitputting en was dringend toe aan een pauze, en dat realiseerde ik me niet. Met mijn stem is niks mis gelukkig. Natuurlijk doe ik ander repertoire. Isolde ga ik écht niet meer zingen.”

Deborah Voigt: “Ik wil de muziek zingen waar ik al mijn hele leven van houd. Why the hell not!” (© Heidi Gutman)

Wat wilt u wel zingen?
“Het operapodium is niet meer de ideale plek voor mij. Het idee van een nieuwe zware rol spreekt me niet aan. Er zijn lichtere rollen, denk maar aan de priores in Dialogues des Carmélites. Elektra is eigenlijk de enige rol die ik graag had willen zingen, maar wat niet zo mocht zijn. Ik zou bij de Met zingen, in een productie van Patrice Chéreau. Hij kende mij niet en wilde een andere sopraan. Hij gaf Peter Gelb de keuze: ik eruit of zij eruit. Peter heeft het me uitgelegd en ik begreep zijn keuze.”

Een paar jaar geleden kwam haar autobiografische boek Call me Debbie uit. Er was veel aandacht voor. Ze was te gast in grote tv-programma’s en haalde de kranten met haar eerlijke, persoonlijke verhaal over haar leven en haar strijd tegen alcohol- en eetverslaving.

Heeft ze spijt van die onthullingen? “Misschien heb ik er wel een klein beetje spijt van. Laat ik vooropstellen dat ik het boek niet schreef voor operafans. Er is genoeg geschreven over hoe ik denk over Brünnhilde of de Kaiserin, dat is makkelijk terug te vinden. Er was over mijn leven nog wel wat anders te schrijven en dat deed ik. Ik heb de indruk dat mijn openheid over mezelf niet zo heel erg gewaardeerd werd in de operawereld. Ik schreef onder meer over mijn drankverslaving. Daar begrijpen niet veel mensen wat van en het kostte mij ook moeite om me te realiseren dat alcoholisme een ziekte is die nooit over gaat. Wat me raakt, is als mensen me laten weten hoe ontroerd ze zijn of hoe ze mijn verhaal herkennen in hun strijd tegen alcohol.”

“Zing desnoods het telefoonboek en maak dat grappig en onderhoudend”

Deze zomer kondigde Deborah Voigt in een persbericht aan dat ze overstapte naar een nieuw management, Promethean Artists van Adam Cavagnaro. Ze wilde een nieuw hoofdstuk beginnen in haar loopbaan. Ze zal met het team van haar nieuwe agent aan nieuw repertoire werken. In het persbericht stond: “Ik wil de muziek zingen waar ik al mijn hele leven van houd. Van de stukken van mijn jeugdheldin Karen Carpenter tot de Sondheim-klassiekers die me dierbaar zijn.”

Heeft Tony Bennet u al gebeld voor een duet?
“Haha! Nee, die is te druk met Lady Gaga. Ik denk niet aan het welbekende American Songbook-repertoire zoals Bennet en ook Sinatra dat zongen. Het gaat meer in de richting van Joni Mitchell of Karen Carpenter. Ik ben druk bezig materiaal te verzamelen. ‘A case of you’ van Joni Mitchell, dat gaat ook weer over alcohol, zou ik graag zingen. Onlangs zag ik de film Rocket Man over Elton John. De song ‘Goodbye Yellow Brick Road’ is prachtig. En ik denk vooral: why the hell not!”

Even zingt de sopraan een paar regels uit het stuk van Elton John. Ze oriënteert zich op allerlei materiaal dat ze graag wil doen. Haar vocale talent beschouwt ze als een gave, waarvoor ze verantwoordelijkheid voelt. “Er is een stem in mijn hoofd die zegt: er zit zoveel meer in me dan alleen hoge noten zingen. Zing desnoods het telefoonboek en maak dat grappig en onderhoudend!”

Klassieke stukken staan ook op haar lijstje. Ze zingt tegenwoordig tijdens haar recitals liederen van Mahler en Zemlinsky. Met de componist Laura Karpman heeft ze gepraat over mogelijk nieuw werk. Ze zoekt actief. “Mijn partner Josef en ik lezen de Bijbel, hij in het Latijn en ik in het Engels, en dan vergelijken we. We vonden het verhaal over Lot en zijn vrouw en bedachten hoe interessant het zou zijn om een liedcyclus te schrijven over die vrouw en haar kant van het verhaal.”

Aan het slot van de rondetafeldiscussie gisteren benadrukte u het belang van kritisch kijken naar de keuzes die je maakt. Hoe is dat in uw leven gegaan?
“Ik geloof, terugkijkend, dat ik altijd de juiste keuzes gemaakt heb, zonder te weten hoe het zou gaan. Ik heb een heel goede zangdocente gekozen, Jane Paul; ze is onlangs overleden. Ik heb Isolde gezongen en dat was een risico, maar het bleek een goede keuze. Het was in Wenen, er was veel repetitietijd en ik zong er onder leiding van Christian Thielemann. Pas daarna wilde ik me vastleggen op meer producties met die rol. Het zijn er bij elkaar zo’n vijf geworden.”

Als de tijd bijna om is voor het interview komt, na de serieuze onderwerpen, de lichte kant van Deborah Voigts persoonlijkheid naar voren. Op de vraag wie haar Tristans waren in de producties waarin ze Isolde zong, herinnert ze zich nog wel dat tenor Ben Heppner moest afzeggen en dat er anderen waren. Nogal veel anderen, vult ze aan. Wie dan, wil de interviewer weten. Met wat zelfspot zegt ze: “Ach, je weet het, ik ben een sopraan, dus ik let niet op tenoren.”

Zie voor meer informatie over het werk van Deborah Voigt haar persoonlijke website.

Vorig artikel

Luik herneemt mooi ingetogen Parelvissers

Volgend artikel

Thalheimers Macbeth komt naar Gent

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.