Achtergrond

Mijn Wagner: Die Meistersinger von Nürnberg

In een serie kijkt Peter Franken terug op zijn favoriete voorstellingen van de tien opera’s uit de Wagnercanon die hij in het theater heeft gezien. In deel tien van zijn Wagnerherinneringen: Otto Schenks traditionele Meistersinger von Nürnberg.

Een scène uit de productie van Otto Schenk. (© Ken Howard / Metropolitan Opera)

Dit werk doet het minder goed op cd: je moet het echt zien en dat deed ik inmiddels in twaalf verschillende ensceneringen. Die Meistersinger leent zich prima voor polemiek. Het noemen van de titel is al bijna een Godwin op zich. Ik zie het werk liever als een opera over een zangwedstrijd en dat verklaart mijn keuze voor de productie van Otto Schenk voor de Metropolitan Opera, die in 2014 in bioscopen wereldwijd werd vertoond. Helemaal volgens het boekje, zoals eigenlijk altijd bij deze regisseur.

Eervolle vermeldingen zijn er voor de producties van Harry Kupfer voor De Nationale Opera (tijdloos en neutraal), Barrie Kosky voor Bayreuth (met het personage Wagner als Hans Sachs) en Bernd Mottl voor Wiesbaden. Mottl heeft het werk geactualiseerd door de Meistersinger te presenteren als een exclusieve vereniging die regelmatig samenkomsten houdt in de feestzaal van de plaatselijke Stube. In die setting spelen zij de wereld van lang geleden na, met strenge regels en periodekostuums. De nieuwlichter Walther draagt een motorpak en gaat er aan het einde van de opera met Eva op de motor vandoor. Dat laatste lost het probleem op van de benarde positie waarin Pogner zijn dochter heeft gebracht.

Maar goed, de productie van Otto Schenk. De eerste akte laat het voorportaal van een grote kerk zien. Door een deuropening is de congregatie zichtbaar. Walther krijgt zo de gelegenheid om te flirten met Eva, die binnen zit te zingen. Zodra de dienst is afgelopen, speelt de handeling zich volledig in dit voorportaal af. Eerst zien we de ontmoeting van Eva en Walther, culminerend in ‘Fraulein, seid ihr schon Braut?’, en daarna het gewichtige gedoe van alle meesterzangers en het volledig mislukte optreden van Walther.

In de tweede akte is een straatje in Neurenberg het decor. Sachs en Pogner wonen aan weerszijden van de straat en dat maakt het gemakkelijk om even heen en weer te wippen. Eva zal dat al heel haar leven zo hebben gedaan. Maar als ze deze keer bij haar ‘Betreuer’ langsgaat, krijgt ze niet te horen wat ze hoopte en loopt ze boos weg, de straat uit. Magdalena haalt haar echter terug. Dat moet ook wel, want straten in een decor lopen nu eenmaal altijd dood.

Annette Dasch in Die Meistersinger von Nürnberg. (© Ken Howard / Metropolitan Opera)

In het smalle toneelstraatje speelt zich ook de Prügelscène af. Deze blijft beperkt tot een paar ‘vechtende’ koppels, gadegeslagen door een verder statische groep omstanders. Dat doet niet echt recht aan de tekst, maar is wel zo realistisch. Zo gaat het toch meestal: sommigen slaan er lekker op los, de rest kijkt toe en moedigt aan.

Akte drie speelt zich grotendeels af in het getrouw vormgegeven huis van Sachs. Overal zijn schoenmakersspullen te zien. Het maakt een prettig rommelige indruk. Eva komt klagen over haar schoenen: te nauw, te wijd… Sachs laat blijken dat problemen met schoenen tot zijn beroep behoren, maar dat hij soms schoon genoeg heeft van de achterliggende moeilijkheden waarmee hij door zijn klanten wordt lastiggevallen.

Vervolgens wordt het toneel getransformeerd tot een klein terrein net buiten de stadspoort. Geen echte feestweide in deze productie. Ook is de menigte vrij beperkt van omvang. Schenk legt hier meer de nadruk op details in de personenregie dan op massaliteit.

Als het gaat om acteren, is Beckmesser zonder meer de belangrijkste rol. Johannes Martin Kränzle vertolkte deze partij met verve: een nogal vals mannetje in de eerste akte en een wanhopige vrijgezel die steeds meer zijn decorum verliest in de twee volgende aktes. Kränzle zong uitstekend, ook daar waar hij zogenaamd ‘niet goed’ moest zingen.

Walther hoeft het wat minder van acteren te hebben en met (wijlen) Johan Botha in die rol was dat maar goed ook. Zijn zang was echter van grote klasse, dus geen kwaad woord over deze tenor.

Pogners dochter Eva wist de show te stelen in alle scènes waarin ze zich mocht vertonen. Annette Dasch leefde zich geheel uit in haar rol van het groot geworden kind dat nog sterk hangt aan haar tweede vader, buurman, fantasieminnaar, eigenlijk haar alles: Hans Sachs, maar dat op slag verliefd is geworden op Walther toen die een keer bij haar vader langskwam. Als echte puber wil ze er met hem vandoor gaan als het ‘van thuis niet mag’. Dasch is een ideale Eva: haar zang was prima verzorgd, maar haar acteren maakte haar tot de ster van de show.

De vrouwelijke ster natuurlijk, want onder de mannen zette Michael Volle een fantastische Sachs neer. Goed doserend wist hij van begin tot eind zijn partij op hoog niveau te zingen. Geen moment maakte je je als toeschouwer zorgen of hij het einde wel zou halen. Aan het slot was hij nog even fris als aan het begin. En ook acterend was hij goed op dreef. Hij liet een breed scala aan emoties zien.

Vorig artikel

Bauwien van der Meer brengt huisconcert

Volgend artikel

Mahler Festival krijgt online editie

De auteur

Peter Franken

Peter Franken