Twee sopranen, hetzelfde lot
Lenneke Ruiten ging een bomvolle operazomer tegemoet met optredens in heel Europa. Elise van Es zou als koorzangeres twee grote operaproducties in Salzburg zingen. In plaats daarvan zitten beide sopranen thuis. En de rest van het jaar verwachten ze amper nog aan de bak te komen. In gesprek met Place de l’Opera delen ze hun ervaringen, vooruitzichten en frustraties.
‘Ik ben gezond en ik ben blij dat ik nu bij mijn zoontje kan zijn. Ik merk hoezeer ik dat gemist heb, omdat ik heel veel van huis ben geweest. Ik zie deze periode als een gedwongen vakantie’, vertelt Lenneke Ruiten vanuit Bergen. ‘Ik maak me tegelijk heel veel zorgen en kan het moeilijk van me afzetten. En dan heb ik het niet over het virus, maar over de politieke ontwikkelingen. Ik ben onvoorstelbaar kwaad op de staat.’
‘Het gaat met mij een soort van wel goed’, vertelt Elise van Es vanuit Delft. ‘Ik wandel en fiets veel. Sinds Rutte zei: ‘Blijf binnen’, ben ik meer dan ooit buiten geweest… Ik ben gezond en mijn ouders zijn gezond. Het is niet allemaal kommer en kwel, ik mag eigenlijk niet klagen. Zeker niet als ik mijn situatie vergelijk met die van collega’s. Want er vallen op dit moment massaal mensen buiten de boot. Er moet hulp komen.’
Verschrikkelijk
De coronamaatregelen hebben er flink ingehakt bij de twee sopranen. Elise van Es schat dat ze tot in september minstens 17.000 euro aan contracten verloren heeft. Dat is dan nog los van misgelopen inkomsten uit zanglessen en coachings, een belangrijk deel van haar werk. Van Es had onder meer symfonische concerten in Nederland en een paar grote producties bij de Salzburger Festspiele op haar agenda staan. Ze zou met het Wiener Staatsopernchor zingen in Tosca (met Anna Netrebko en Yusif Eyvazov in de hoofdrollen) en in Boris Godoenov.
De Salzburger producties zijn verschoven naar volgende jaren – één productie zelfs naar 2023 – maar daar heeft Van Es op dit moment niets aan. Drie uitvoeringen van Beethovens negende symfonie met de Wiener Philharmoniker onder Riccardo Muti gaan wel door, maar Van Es weet nog niet zeker of ze als buitenlandse zangeres mee mag doen. In elk geval zijn de gages vanwege de omstandigheden verlaagd.
Voor de geannuleerde concerten in Nederland heeft de sopraan geen compensaties ontvangen, behalve van het Groot Omroepkoor. ‘Het verdrietige is dat ik mijn meeste geld bij koren verdien die nu niets kunnen bieden. Niet uit onwil, maar omdat het gewoon niet kan. Ik denk dat dat voor veel zangers geldt: we werken voor gezelschappen die hun freelancers in deze situatie niets kunnen betalen.’
Lenneke Ruiten wil niet eens meer denken aan alle concerten en producties die uit haar agenda geschrapt zijn. ‘Het is verschrikkelijk’, zegt ze. ‘Ik had zulke fantastische maanden voor me, maar alles tot september is afgezegd. Ik zou met mijn lievelingsensembles en -dirigenten optreden, ik zou naar Salzburg gaan voor twee concerten, ik zou te gast zijn bij de BBC Proms…’
Ruiten werkt internationaal en heeft vanuit Duitsland en Frankrijk verschillende compensaties ontvangen. Van festivals en grote orkesten heeft ze die aangenomen, van kleine ensembles met weinig geld niet. ‘Ik zou bijvoorbeeld veel concerten met Ensemble Pygmalion doen. Die zijn allemaal afgezegd. Maar zij hebben het al zo krap. Het is slimmer om nu geen compensatie te vragen, zodat we in de toekomst hopelijk weer kunnen samenwerken.’
TOZO
Andere zangers hebben wisselende ervaringen met compensaties van gezelschappen, blijkt uit een kleine rondvraag van Place de l’Opera. De meeste gezelschappen kunnen weinig tot niets bieden, maar er zijn meevallers, opvallend genoeg vaak vanuit kleine organisaties. Een zanger die veel passies op zijn programma had staan bericht dat hij voor een aantal geannuleerde passie-uitvoeringen (van niet-gesubsidieerde organisaties) toch geld heeft ontvangen, variërend van 25 tot 80 procent van de gage.
De Nationale Opera heeft zich, na advies van de ondernemingsraad, ruimhartig opgesteld naar freelancers. Tot eind juni krijgen mensen met al gesloten contracten doorbetaald, met een maximum van 3.000 euro per maand. Ook Duitse theaters lijken zich begripvol op te stellen voor hun gastsolisten.
Voor veel freelance zangers is de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO) op dit moment een broodnodige tegemoetkoming, al moet er wel over bureaucratische hordes gesprongen worden voordat het geld daadwerkelijk op hun rekening staat.
Of de TOZO-bedragen genoeg zijn om het hoofd boven water te houden, is sterk afhankelijk van de individuele situatie van de zangers. Elise van Es kan het wel een tijdje uitzingen met de TOZO, omdat ze geen partner en kinderen heeft, maar ze kent genoeg collega’s voor wie dat allerminst geldt. ‘Als je een gezin hebt en je partner werkt ook in de culturele sector, heb je er niks aan.’
Lenneke Ruiten kan twee maanden hypotheek betalen van de TOZO, maar dan houdt het op en moet ze leven van de overwaarde van haar woning. Ook zij kent genoeg voorbeelden van collega’s die op heel korte termijn niets meer kunnen betalen en al overwegen om hun huis te verkopen. ‘Veel musici hadden sowieso al moeite om rond te komen. Het gaat gewoon fout. Ik verwacht onvoorstelbare ellende. Ik heb al zitten denken: misschien moet ik hier een tijdje een gezin opnemen.’
Slechte naam
De nood is hoog en beide sopranen zouden willen dat de staat daar meer begrip voor toont. ‘Wij worden in deze positie gedwongen. Dan zou er enig begrip voor de financiële noodsituatie moeten zijn’, zegt Lenneke Ruiten. ‘Collega’s in andere landen zitten in dezelfde situatie en krijgen eenzelfde soort compensatie van de overheid, maar het verschil is dat hun overheden meer erkenning tonen voor het belang van kunst en meer geld uittrekken voor culturele instanties. Daar zijn individuele kunstenaars niet direct mee geholpen – velen zullen het financieel niet overleven – maar zo wordt wel veel werkgelegenheid gered. Wij krijgen in Nederland 300 miljoen en dat is het.’
Ruiten mist erkenning en denkt dat dat mede komt doordat de culturele sector een ‘gigantisch slechte naam’ heeft opgebouwd. ‘We staan bekend als subsidieslurpers. Maar de belasting die wij over de hele sector betalen, is veel meer dan de subsidie die de overheid uitgeeft. De overheid verdient heel veel aan ons. Helaas hebben kunstenaars vaak een veel te passieve en onzakelijke houding. We moeten laten zien hoe ongelooflijk groot ons aandeel is. Wij zijn geen zielige, publieksgeile mensen die zichzelf zo graag willen laten zien, die dat voor hun eigen ego nodig hebben. Dat idee moet verdwijnen.’
De sopraan denkt dat de vele gratis initiatieven die op dit moment ontwikkeld worden niet helpen om dat punt te maken. ‘Het is ontmoedigend. Als je van alles gaat doen zonder betaald te worden, geef je een verkeerd beeld. Bij de kapper moet je extra betalen, bij de horeca moet je extra betalen, maar de musicus die op een terras een concert geeft moet genoegen nemen met een 40 tot 60 procent lagere betaling. Ik wil mezelf niet in zo’n bedelsituatie plaatsen. Dan ontvang ik liever helemaal niets.’
Elise van Es beaamt dat het kabinet blind is voor de harde cijfers. ‘Kijk naar ons aandeel in het bbp. Dat is veel hoger dan dat van KLM. Nu wil ik niet dat we KLM laten vallen – we kunnen er allemaal niks aan doen – maar kennelijk krijgt de grootste lobby het meeste geld. Sierteelt krijgt 600 miljoen euro. Hun aandeel in het bbp is kleiner dan dat van de culturele sector. Bovendien: ik koop nog gewoon bloemen op dit moment. Zitten zij in het theater?’
Van Es vindt dat de lobby voor de culturele sector beter is geworden dankzij onder meer het Platform voor Freelance Musici en de Kunstenbond, maar de boodschap dat cultuur een enorme inkomstenbron voor de overheid is, lijkt nog geen voet aan de grond te krijgen. ‘Er moet hulp komen. Niet omdat ik in deze sector werk, maar vanwege de cijfers.’
Uit de rondvraag van Place de l’Opera blijkt dat de frustratie met het overheidsbeleid gedeeld wordt, al is er ook een zanger die vertelt dat hij al veel langer bezig is om ervoor te zorgen dat een crisis niet direct tot bijstand of honger leidt. De beroepspraktijk is nu eenmaal geen vetpot, stelt hij, of dat nu terecht is of niet. Hij wil zijn hand niet ophouden en als verongelijkt overkomen tegenover alle andere beroepsgroepen die hard getroffen worden.
Uitzingen
Hoe ziet de nabije toekomst eruit voor de beide sopranen? Lenneke Ruiten heeft, tot haar grote geluk, nog één klus staan deze zomer: een cd-opname van Salieri’s opera Armida met Les Talens Lyriques onder Christophe Rousset in Frankrijk. De sopraan verwacht dat het opnameproces heel anders zal verlopen dan gepland, maar het gaat in elk geval wel door, vooral omdat de cd het uitgangspunt is van een grote tournee volgend jaar. ‘Ik ben nu bezig de rol te leren; ik zing de rol van Armida. Het is een gigantische partij. Ik ben blij dat ik dat nog heb. Als dat niet zo zou zijn, was ik depressief geworden. Het is belangrijk om hoop te houden.’
Deze week werd ook bekendgemaakt dat Ruiten zal optreden in de recitalserie Zomerzang, waarmee De Nationale Opera vanaf 22 juni zijn theater heropent. Het gaat om een optreden van ongeveer een uur voor beperkt publiek.
Behalve de opnamesessies en het DNO-concert ziet Ruiten haar jaar als praktisch voorbij. Ze krijgt nu al afzeggingen voor januari 2021, van niet-gesubsidieerde organisaties die het niet meer trekken. ‘Alles wat nog kan, is mooi meegenomen – en ik denk dat er in het buitenland sneller meer mogelijk zal zijn – maar ik verwacht verder niet veel’, zegt ze. ‘Mijn plan is om het een jaar uit te houden zonder inkomsten. Volgend jaar ben ik gecast als Maria Stuarda in Brussel. De repetities beginnen in januari, maar ik word pas in maart uitbetaald. Tot dan moet ik het proberen uit te zingen.’
Ruiten is heel nieuwsgierig wat de ervaringen zullen zijn van festivals en producties die deze zomer wél zullen plaatsvinden, zoals de Salzburger Festspiele en diverse projecten in Zwitserland, waar weer optredens voor driehonderd mensen mogelijk zijn. ‘Ik ben voor het eerst blij dat 90 procent van mijn carrière zich in het buitenland afspeelt’, zegt ze. ‘Voor mij is er wel een toekomst. Maar ik vrees voor veel collega’s.’
Elise van Es hoopt in elk geval dat er een tweede verlenging van de TOZO komt, iets waar nu voor gelobbyd wordt. Ze heeft namelijk amper nog iets staan in het komende seizoen. ‘Een paar concerten in november en december, maar ik ga ervan uit dat die ook nog afgezegd worden. Het probleem van veel amateurgezelschappen waarbij ik soleer is dat ze niet genoeg tijd hebben om te repeteren. Dus zelfs als je in het nieuwe seizoen weer voor duizend mensen mag optreden, gaat het niet, omdat ze de muziek niet kunnen spelen.’
Als TOZO 3 er niet komt, hoopt Elise dat de regels voor samenkomsten versoepeld worden, zodat ze in elk geval weer kan lesgeven en koren kan coachen. ‘Ik heb nu eenmaal niet zo’n naam als bijvoorbeeld Peter Gijsbertsen, die onlangs een Winterreise in Den Bosch organiseerde. Voor zangers in mijn league is dat geen optie.’
Plan B
Omscholen is een thema dat in veel reacties van zangers te horen is. Eén zanger heeft een oud diploma voor de dag gehaald en is gaan solliciteren voor een job als leraar Nederlands. Een ander overweegt zijn opleiding in hotelmanagement te gaan benutten. Lenneke Ruiten heeft ook de nodige plannen gehoord, van het openen van een hondenkennel tot het worden van boswachter. ‘Collega’s van mij in Italië zijn begonnen met het geven van Italiaanse coaching. Daar maak ik nu ook gebruik van.’
Elise van Es kent eveneens collega’s die andere beroepsmogelijkheden bekijken. ‘Voor hen is dit de druppel: ze gaan wat anders doen’, zegt ze. ‘Zelf heb ik niet echt een plan B. Ik heb een vak en ik heb veel geld gestoken in een studie om dat te leren. Niks maakt mij zo blij als dit vak uitoefenen!’
Zie voor meer informatie over Lenneke Ruiten en Elise van Es hun persoonlijke websites: www.lennekeruiten.com en www.elisevanes.nl.