Wat je moet weten over Alexander Zemlinsky
Alexander Zemlinsky (1871-1942) was een Oostenrijkse componist en dirigent. Hij was actief in Wenen, Praag en Berlijn, voordat hij naar Amerika emigreerde en onder tragische omstandigheden stierf. Na lange tijd vergeten te zijn, worden zijn werken sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw weer steeds vaker opgevoerd.
Brahms en Mahler
Alexander Zemlinsky werd op 14 oktober 1871 in Wenen geboren. Hij studeerde aan het Weense conservatorium. Johannes Brahms was in die tijd een bepalende figuur in de muziekwereld. Als twintiger leerde Zemlinsky hem bij een concert kennen. Brahms nam hem onder zijn vleugels en stimuleerde zijn muziekcarrière.
Gustav Mahler (11 jaar ouder dan Zemlinsky) was ondertussen ook een grote naam geworden in Wenen. Zemlinsky raakte met hem bevriend. Mahler dirigeerde onder meer de première van Zemlinsky’s tweede opera, Es war einmal.
Praag, Berlijn, New York
Na verschillende dirigeerjobs te hebben gehad bij de Volksoper en de Hofoper in Wenen verhuisde Zemlinsky in 1911 naar Praag, moe van de intriges in het Weense muziekleven. In Praag runde hij het Neue Deutsche Theater en later de Deutsche Musikakademie.
In 1927 verkaste Zemlinsky naar Berlijn om bij de Krolloper te gaan werken. Hij kreeg er beter betaald en had meer tijd vrij voor componeren en gastdirecties bij andere gezelschappen. Heel lang bleef hij echter niet in Berlijn. De nazi’s kwamen aan de macht, waarop hij terug naar Wenen verhuisde.
Nadat Oostenrijk zich bij nazi-Duitsland had aangesloten, emigreerde Zemlinsky naar Amerika. Hij leed toen al erg onder een zenuwziekte. Twee hartinfarcten verlamden deels zijn lichaam. In 1942 overleed hij in Larchmont, New York.
Arnold Schönberg
Het eerste orkest waar Zemlinsky de muzikale leiding over had, heette Polyhymnia. Hij leerde er de iets jongere Arnold Schönberg kennen, die een paar jaar later met zijn zus Mathilde Zemlinsky zou trouwen. Zemlinsky en Schönberg werden goede vrienden, waarbij Zemlinsky een mentorrol ten opzichte van Schönberg vervulde.
Schönberg leidde, met anderen, de overgang van de late romantiek naar de avant-garde. Hij sprak erover met Zemlinsky, die uiteindelijk niet kon meekomen in Schönbergs benadering en zelf laatromantische muziek bleef componeren. De vriendschap leed er niet onder en Zemlinsky dirigeerde verschillende werken van Schönberg.
Opera’s
Zemlinsky componeerde acht opera’s. De eerste heette Sarema (1897), de laatste Der König Kandaules (1936, postuum voltooid). Hij maakte twee opera’s op basis van werken van Oscar Wilde: Eine florentinische Tragödie (1917) en Der Zwerg (1922).
Zemlinsky’s opera’s gaan bijna allemaal over het zoeken naar identiteit. Dat raakte aan zijn eigen leven. De componist had een hartstochtelijke verhouding met Alma Maria Schindler voordat zij Alma Mahler werd. Zij beschreef hem als ‘vreselijk lelijk’, wat veel met hem deed. Het leidde uiteindelijk tot Der Zwerg, over een Spaanse kroonprinses die een lelijke dwerg cadeau krijgt.
Ook in zijn muziekwerk zocht Zemlinsky naar identiteit, beïnvloed als hij was door leermeester Brahms en grote voorbeelden Wagner en Mahler aan de ene kant en het zich ontwikkelende gedachtegoed van zijn eigen pupil Schönberg aan de andere kant.
Vergeten, herinnerd
Zemlinsky deelde met veel laatromantische (Joodse) componisten een onfortuinlijk lot. De nazi’s deden hun best om hun oeuvres van de kaart te vegen en na de Tweede Wereldoorlog waaide er een nieuwe, avant-gardistische wind door de muziekwereld, waardoor lange tijd niemand op het idee kwam om het werk van mensen als Zemlinsky in ere te herstellen.
Vanaf de jaren tachtig kantelde dat. Veel muziek uit de late romantiek werd stukje bij beetje afgestoft en opnieuw ten gehore gebracht. In 1992 waren alle opera’s van Zemlinsky, op zijn eerste werk na, weer opgevoerd.