AchtergrondOperarecensie

‘Stop opera in een reservaat’

Opera is niet voor iedereen, het is voor een clubje intellectuelen dat meer wil dan een avondje amusement. Met die insteek namen José Maria Florencio en Marek Weiss in 2008 een armzalig Pools operahuis onder handen. Inmiddels is het budget verdubbeld, zitten de zalen vol en is de band met het publiek versterkt. Een blik in de keuken van de Baltische Opera.

Scène uit Ariadne in het gekkenhuis (foto: Krzysztof Mystkowski/Baltische Opera).

Of je het nu eens bent met de visie van Florencio en Weiss of niet, vooralsnog boeren ze goed. Een jaar of drie geleden was de Baltische Opera, gevestigd in het noordelijke Gdansk, het armste theater van het land. Er waren geen sterren, geen goede musici, geen interessante producties. De zalen waren leeg, het budget miniem.

De manager van het huis zat met de handen in het haar en vroeg zijn vriend Marek Weiss om hem te helpen. Weiss, die zijn sporen verdiende als artistiek directeur van onder meer de nationale opera in Warschau, stelde als eis dat het budget verdubbeld werd en ging aan de slag. De tot Pool geneutraliseerde Braziliaanse dirigent José Maria Florencio ging met hem het avontuur aan.

Tweeëneenhalf jaar later is de Baltische Opera één van de snelst ontwikkelende operahuizen van Polen. De voorstellingen kunnen rekenen op gevulde zalen, het budget is gegroeid van 7 naar 16 miljoen en het huis begint zich steeds meer te roeren buiten de landsgrenzen.

Roer

Ter gelegenheid van haar 60e verjaardag presenteerde de Baltische Opera zich deze week voor het eerst in Warschau, met twee producties. Nog net vroeg genoeg om niet overschaduwd te worden door de vele Chopin-activiteiten, waarmee de 200e verjaardag van de local hero binnenkort herdacht wordt.

Katarzyna Holysz was verbluffend als Ariadne (foto: Krzysztof Mystkowski/Baltische Opera).

Het duo Weiss/Florencio vertelt in het nationale theater (een kleiner theater dat aan het grote operahuis zit geplakt) over de ‘tour de force’ die nodig was voor de omslag in de afgelopen jaren. Want de twee gooiden het roer helemaal om.

Ze stopten bijvoorbeeld te werken met een zangersensemble. Voor iedere productie werd voortaan apart gecast. Ook lieten ze de werkwijze van een repertoirehuis los. ,,Mijn hele leven was mij verteld dat je niet twee voorstellingen van dezelfde opera achter elkaar kunt plannen”, vertelt Weiss. ,,Wij spelen er nu vier of vijf achter elkaar en de zaal zit telkens vol.”

Florencio ging intensief met het orkest aan het werk. Hij koos er bewust voor om alle producties zelf te leiden, wat hem de afgelopen seizoenen op eentje na lukte. Zo kon hij de musici steeds verder scherpen in hun spel. ,,Het belangrijkste was de trilogie van Mozart: Don Giovanni, Le nozze di Figaro en Die Zauberflöte. Daarmee konden we de kwaliteit van de zangers testen en leerde het orkest preciezer te spelen.”

De maestro begon ook voorzichtig aan het strikte repertoire te tornen. Waar Italianen als Verdi en Puccini samen met nationale werken vaak de boventoon voeren in Poolse operahuizen, waagde hij zich aan ‘ongebruikelijke’ werken als Ariadne auf Naxos van Richard Strauss. Volgend seizoen volgt Salome van dezelfde componist en de eerste uitvoering van een Braziliaans werk ziet Florencio ook nog wel eens gebeuren.

Dat zijn inspanningen vruchten afwerpen, blijkt tijdens de uitvoering van Ariadne auf Naxos in Warschau, op woensdag 9 juni. Het orkest geeft, met name in de tweede helft, een spannende interpretatie van Strauss’ muziek en de cast is alleraardigst samengesteld.

Niet iedereen is even welluidend, maar de belangrijkste rollen zijn goed bezet. Ariana Chris zingt fraai de wanhopende componist, Patrick Bladek showt zijn sterke, emotionele tenor als Bacchus en Katarzyna Holysz geeft een verbluffende vertolking van de titelrol. Met haar grootse, drama ademende stem is ze een heldin van formaat.

Reservaat

Weiss is binnen zijn vakgebied net zo grondig als Florencio te werk gegaan. Hij gooide de hele filosofie van het operahuis in de prullenbak en trok één duidelijke, nieuwe, gewaagde lijn: opera is bedoeld voor een select publiek.

,,Er zijn momenteel twee tendensen in de operawereld te zien”, legt uit hij. ,,De ene is het populariseren van opera. Operahuizen proberen door middel van tv, film en dergelijke aan het grote publiek te laten zien dat opera voor iedereen is, dat het sexy en trendy is, een deel van de populaire cultuur.”

,,De tweede tendens is geduldig zijn en begrijpen dat opera voor een kleine groep mensen is bestemd, mensen die opgeleid zijn, muziekkennis hebben, zelf opnamen bestuderen, enzovoort.”

‘De tv is onze grootste vijand’

Weiss haalt zijn neus op voor de eerste benadering. ,,We moeten de kwaliteit van de muziek bewaren, desnoods door opera bij wijze van spreken in een reservaat te stoppen”, zegt hij. ,,Wij geven niet om populariseren, tv is onze grootste vijand.”

Als hij opera populair zou willen maken in Polen, zou Weiss te veel concessies moeten doen, meent hij. ,,Het muzikale niveau is hier heel laag. Het gros van de mensen is doof, ze horen het gewoon niet. En sinds de overheid muziekonderwijs op de scholen afgeschaft heeft – een misdaad! – leren ze het ook niet meer. Ze zingen alleen als ze de nodige wodka op hebben.”

Ondergang

Omdat Weiss ophield geijkt repertoire in geijkte ensceneringen te brengen, voelde het traditionele publiek in Gdansk zich beledigd en droop af. ,,Maar er kwamen nieuwe, niet zulke snobistische mensen terug”, zegt Weiss. ,,Zij gingen ontdekken dat je echt theater kunt meemaken in een operahuis. Dat het geloofwaardig is wat je ziet. Dat je geen dikke tenor meer ziet die de held uithangt.”

Rechts Ariana Chris als de componist (foto: Krzysztof Mystkowski/Baltische Opera).

In Weiss’ productie van Ariadne auf Naxos is duidelijk te zien wat hij bedoelt. Het verhaal dat zich normaal op een Grieks eiland afspeelt, speelt zich bij hem af in een gekkenhuis: Ariadne is de gek, Bacchus de dokter en Zerbinetta en haar groep zijn een stel volledig doorgedraaide heavy metal-types.

Weiss heeft in het (luxe) programmaboek helder uiteengezet wat hij met zijn regie wil zeggen. Het verhaal is een waarschuwing dat artiesten niet naar de pijpen van het grote publiek moeten dansen en kunst puur als entertainment moeten behandelen. Dat leidt uiteindelijk tot de ondergang.

Het is allemaal goed doordacht en tijdens de voorstelling blijkt het nog niet eens zo erg te botsen met het oorspronkelijke verhaal, maar eerlijk gezegd vind ik de boodschap niet over komen. Bovendien leidt het maffe gedrag van met name Zerbinetta en haar club vaak af van de muziek.

Shakespeare in Irak

Je ziet de vernieuwingsdrang van de Baltische Opera ook terug bij de dansafdeling. Sinds maart 2010 kent het huis het Baltische Dans Theater, dat geleid wordt door Izadora Weiss. Die afdeling maakt, naar het voorbeeld van het Nederlands Dans Theater, moderne dansproducties. Hoewel moderne dans in veel andere Europese landen allang gemeengoed is, vertelt één van de medewerkers dat dit voor Polen heel nieuw is.

Romeo en Julia (foto: Krzysztof Mystkowski/Baltische Opera).

Eén van die producties, Romeo en Julia, was te zien in Warschau. Weiss zocht tal van muziekfragmenten bij elkaar, waarmee ze het beroemde Shakespeare-verhaal in Irak liet afspelen. Julia was een moslima, Romeo een Amerikaans soldaat.

Het was een boeiend verhaal en de voorstelling telde enkele zeer dramatische momenten. Muzikaal had het echter niet veel om het lijf. Veel van de muziek was nogal simplistisch en zat vol herhaling, wat al snel ging vervelen. Zodra er stukken van klassieke componisten werden gebruikt (Prokofiev, Beethoven) leefde het spel op.

Prestatie

Persoonlijk heb ik mijn twijfels of je als operahuis per se voor een exclusief publiek moet produceren om je kwaliteit en niveau te behouden. Volgens mij staan ook populaire initiatieven als opera in de bioscoop bol van de kwaliteit.

Niettemin: de Baltische Opera laat zien dat met een tegenovergestelde benadering eveneens succes te behalen is. Niet alleen in bezoekersaantallen, maar ook in muzikale kwaliteit. Want voor een operahuis uit een bij weinigen bekende plaats was het niveau verrassend hoog. Typerend was de reactie van een journalist van een gerenommeerd Duits operamagazine die naast me zat bij Ariadne auf Naxos. Hij barstte na afloop in een luid bravogeroep uit.

Vorig artikel

Mezzo zendt Domingo’s Boccanegra uit

Volgend artikel

Nieuw: Opera voor beginners

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Kevin
    10 juni 2010 at 22:48

    Isn’t opera in NL also made for a rather small and rather exclusive group? Even if it is not labelled as such? (Same is true for Germany, of course.)