AchtergrondBinnenkortFeatured

Carmen vult TU Delft met Spaanse passie

Toen de rector magnificus van de TU Delft hem voor het eerst benaderde om Carmen te komen regisseren, moest Floris Visser wel even achter zijn oren krabben. Een opera op een technische universiteit? En dan ook nog eens Bizets grootse Carmen? Maar hij zei ja en kwam niet bedrogen uit. Inmiddels werken zo’n 275 man vol passie aan de productie. 14 november is de première.

Floris Visser: ,,Als je toneel vergelijkt met een zeilschip, dan is opera een olietanker."

Het is alweer anderhalf jaar geleden dat Visser, een jonge Nederlandse regisseur, het verzoek van de Delftse rector magnificus kreeg. ,,Hij vroeg me om cultureel professor te worden en simultaan de productie van Carmen te doen. In het studentenkoor en -orkest van de universiteit leefde al jaren de wens om eens een opera op te voeren. Omdat de TU dit jaar 170 jaar bestaat, wilden ze dat plan eindelijk verwezenlijken.”

Visser had zijn bedenkingen. ,,Ik moest, net als anderen, eerst wel lachen. ‘Weet je wel waar je aan begint?’ zei ik tegen hen. Als je toneel vergelijkt met een zeilschip, dan is opera een olietanker, die je ook nog eens door het Suezkanaal moet manoeuvreren. Het is de meest gecompliceerde kunstvorm. Er komt zo veel bij kijken. Zeker bij Carmen, dat is een monstergrote opera. Ik bedoel: ik werk nu met zo’n 275 mensen, van koor en orkest tot solisten en kinderfiguranten. Eerst had ik daarom iets van: wil ik dit wel als het niet De Nederlandse Opera of de Reisopera heet?”

Uiteindelijk werd de regisseur toch overgehaald, omdat hij ‘de liefde, de passie en het enthousiasme’ van de studenten zag. En omdat hij de vrijheid kreeg om een eigen artistiek team van professionals samen te stellen en professionele solisten te casten.

Voor de hoofdrollen selecteerde hij jonge, talentvolle zangers die hij kende van zijn werk bij de Dutch National Opera Academy. Zo zingt Anna Traub Carmen, vertolkt Aylin Sezer Micaëla, zet Bassem Alkhouri Don José neer en zingt Karel Ludvik Escamillo.

,,Ik heb een topcast in handen”, zegt Visser. ,,Het niveau is op dit moment zo hoog dat bijvoorbeeld bepaalde Duitse operahuizen zich er niet voor zouden hoeven te schamen. Bovendien zijn het allemaal goede acteurs, zodat ik veel van mijn ideeën ook echt kan laten zien.”

Technisch vernuft

Zijn leerstoel als cultureel professor vulde Visser in door zijn studenten een eigen decor van Carmen te laten ontwerpen. Hij kwam met hen op het idee om in het auditorium van de universiteit een arena te creëren, waarbij het publiek rondom het toneel komt te zitten.

Visser wilde zand op de vloer gooien, om het ook echt op een arena te laten lijken. Probleem daarbij was echter dat er een aircosysteem in de vloer zat dat niet uitgeschakeld kon worden, omdat het anders snikheet zou worden in de zaal. Visser gaf zijn studenten de opdracht daar iets voor te verzinnen. Ze kwamen met een zwevende vloer op de proppen.

Ook op andere fronten betaalde het technische vernuft van de studenten zich uit. Zo wilde Visser een grote vlaggenmast neerzetten in de eerste akte, om de soldatensfeer te versterken. ,,Een paar studenten vroegen me of ik het leuk zou vinden als de vlag zou waaien”, vertelt de regisseur lachend. ,,Het is geheim hoe ze het precies doen, maar ze blijken luchtstromen op een bepaalde manier om te kunnen buigen, zodat de vlag kan waaien, onhoorbaar en zonder dat je ziet waar de wind vandaan komt.”

Door dat soort ‘uitvindingen’ is de opera een enorm uitdagend project voor de studenten geworden. ,,Helemaal nadat we een dag naar De Nederlandse Opera waren geweest voor een rondleiding. Daar stonden ze allemaal met hun oren te klapperen van de geavanceerde techniek, wat hun vervolgens extra energie gaf voor hun eigen project. Inmiddels zijn de studenten bezig met de decorbouw in een enorme fabriekshal bij de universiteit hier en het ziet eruit als ze professionals zijn. Dat zijn magische momenten.”

Stierengevecht

Voor zijn enscenering houdt Visser vast aan Prosper Mérimée’s novelle Carmen, waar Georges Bizet zijn opera op baseerde. Dat betekent dat het vooral het verhaal van Don José is. ,,Net als dat je je bij Don Giovanni kunt afvragen of het niet beter Donna Elvira had kunnen heten, zo had Carmen net zo goed Don José kunnen heten”, zegt hij.

Om extra inspiratie op te doen, bracht Visser een bezoek aan Sevilla, waar hij onder meer stierenvechters en stierenvechters in opleiding interviewde. Daar groeide zijn overtuiging dat hij ‘heel erg gelijk’ heeft door de opera in een arena te plaatsen.

De hoofdrolspelers van deze Carmen-productie (foto: carmendelft.nl).

,,Carmen is eigenlijk één groot, symbolisch stierengevecht. Een strijd tussen de seksen, een strijd tussen Carmen en José. Carmen is de stier en José de matador. Direct als ze elkaar zien, hoor je namelijk al het doodsthema in de muziek van Bizet. Ze hebben elkaar gevonden en zitten aan elkaar vast, tot in de dood. Daarbij is de stier, Carmen, de echte ster, zo leerde ik in Sevilla. Voor de stier wordt het hardste gejuicht.”

Naast dat symbolische is Carmen ook gewoon een heel indringend, inleefbaar verhaal, vindt Visser. ,,Met Carmen gaf Bizet het startschot voor het verismo. Het is een opera over ware mensen. Carmen komt het leven van José binnen, laat hem alles voor haar opofferen en verlaat hem dan weer. Ze gaat met een ander naar bed. Ik snap wel dat José dan de confrontatie aangaat.”

,,José smeekt haar in één van de mooiste scènes uit het operarepertoire om bij hem terug te komen. Hij ziet niet in dat het voorbij is. En ondertussen wordt zijn agressie gevoed door het koor dat juicht voor zijn rivaal, de toreador, iemand met de status van een popster. Dat hij haar dan neersteekt, is niet slechts melodrama. Het is echt en rauw. We horen toch vaak genoeg over crimes passionels?”

Visser hoopt het bekende verhaal van Carmen in zijn productie in Delft op die rauwe, realistische wijze te vertellen. ,,Het gaat er niet om een enorm concept op de opera los te laten. Wij zijn als regisseurs niets anders dan verhalenvertellers. Net als de oude Grieken.”

Carmen is op 12, 14 (première), 16, 19 en 20 november te zien in het Auditorium van de Technische Universiteit Delft. Zie voor meer informatie de speciale website van Carmen.

Vorig artikel

Opera in de media: week 45

Volgend artikel

Metropolitan introduceert Adès in bioscoop

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.