Tamino en Pamina over Die Zauberflöte
Ze komen beide uit Beieren, zitten bij hetzelfde impresariaat in München en stonden al diverse malen samen op één toneel. In december weer, als ze de hoofdrollen vertolken in de nieuwe Zauberflöte bij De Nederlandse Opera in Amsterdam. Een gesprek met tenor Maximilian Schmitt en sopraan Christina Landshamer over Tamino, Pamina en Simon McBurney.
Het is halverwege november. Maximilian Schmitt en Christina Landshamer zijn een goede vier weken geleden in Amsterdam neergestreken voor de repetities voor Die Zauberflöte. Sommige zangers vinden de voorbereidingstijd bij De Nederlandse Opera (DNO) nogal lang, maar Schmitt en Landshamer geven daar geen enkel blijk van.
Als het duo door de artiestendeur van Het Muziektheater naar buiten stapt, na een lange repetitiedag, is het plezier van hun gezichten te lezen. Dat ondanks dat het niet altijd makkelijk is om weken van huis te zijn als je net vader bent geworden (Schmitt) of simpelweg soms je koffer niet meer kan zien (Landshamer).
Held
Schmitt gaf eerder dit seizoen een recital in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Nu is hij terug in Amsterdam om Tamino te zingen. Hij zong de rol voor het eerst in 2006 in Salzburg en kroop daarna nog tweemaal in de huid van de jonge prins in Mannheim, waar hij lid van het huisensemble is. “De uitdaging van deze partij? Iedereen kent de opname met Fritz Wunderlich…”
“Voor mij is Tamino één van de eerste heldentenoren, eigenlijk het startpunt van de heldentenor”, vertelt Schmitt. “De partij is lyrisch, maar je moet hem als een held zingen. Ik wil dan ook geen falset gebruiken. Het is een uitputtende rol, zeker in de eerste akte, waar je veel achter elkaar krijgt te zingen.”
“Tamino is mentaal gezien niet zo sterk, soms zelfs zwak, maar in de muziek is hij zeker een held”, vervolgt de tenor. “In de laatste productie die ik deed, leidde Pamina me door de proeven. Dat kan, maar het is niet mijn favoriete manier, want je ziet eruit als een doetje. In deze productie zie ik er sterker uit.”
Lijdende vrouw
Landshamer zong afgelopen zomer Frasquita in Carmen tijdens de Salzburger Festspiele, omgeven door namen als Sir Simon Rattle en Jonas Kaufmann. In september volgde een reeks uitvoeringen van Mahlers tweede in Montréal, Canada, waarna de jonge sopraan naar Amsterdam afreisde.
De première van Die Zauberflöte op 6 december wordt niet alleen haar debuut bij DNO, maar ook haar debuut als Pamina. “Het was altijd een grote droom van me om deze rol te zingen”, zegt ze. “Maar ik was nooit lid van een huisensemble, waar je vaak de mogelijkheid hebt om dit soort partijen te zingen.”
“Pamina is in deze productie niet slechts een lief meisje uit een sprookje, een ‘cute girl’ die wat rondhangt”, vertelt de sopraan. “Ze is een jonge vrouw die heel wat te verduren krijgt. Ze wordt aangerand door Monostatos en afgewezen door haar moeder en haar liefde voor Tamino lijkt niet beantwoord te worden, waardoor ze aan zelfmoord begint te denken. Het is een diep emotionele rol. Pamina is een lijdende vrouw, die leeft in een mannenwereld en besluit te vechten, mee te doen. Dat is zeker geëmancipeerd. Dat was het ook in Mozarts tijd.”
Reis
Landshamer is blij dat regisseur Simon McBurney ruim de gelegenheid geeft om over de personages en de relaties tussen de personages te praten. “De enscenering is heel persoonlijk en eerlijk”, zegt de sopraan.
Dat enthousiasme voor de regie wordt gedeeld door Schmitt. Sterker nog, de twee komen telkens weer terug op de inspirerende wijze waarop McBurney (regisseur van DNO’s A Dog’s Heart in juni 2010) de productie vormgeeft.
“Ik geloof dat McBurney alle boeken over Die Zauberflöte heeft gelezen en je merkt dat wat hij zegt altijd uit zijn hart komt”, zegt Schmitt. “Zijn focus ligt heel dicht op het personage. Er is echt geen ruimte om te ontspannen, want alles – iedere handeling en ieder gebaar – heeft betekenis.”
De kracht van de Britse regisseur is volgens Schmitt dat hij diep tot de tekst door kan dringen. “Wat kan een bepaald woord betekenen? Met hem zoeken we naar verschillende uitleggen. We zijn nu ruim vier weken bezig en nog altijd is het een ‘work in progress’. We weten niet hoe het gaat worden. Dat is aan de ene kant beangstigend, maar aan de andere kant houdt het je levend. Iedereen gaat als het ware op reis en probeert te ontdekken waar het over gaat.”
“Probeer maar eens te vertellen waar Die Zauberflöte over gaat”, vult Landshamer aan. “Dat is minder makkelijk dan je denkt. Wie is bijvoorbeeld goed in deze opera? En wie is slecht? McBurney steekt sterk in op de man-vrouwverhouding, op liefde en op een betere wereld. En ook op het volwassen worden van Pamina en Tamino.”
Platform
Hoe de productie er precies uit komt te zien, kunnen geen van beiden zeggen. “Zelfs de dag voor de première is waarschijnlijk te vroeg om daar iets over te zeggen”, lacht Schmitt.
Toch valt er wel iets te vertellen. Het wordt een voorstelling die veel van de techniek vraagt. Zo moeten Pamina en Tamino hun proeven in de tweede akte al vliegend door de lucht doorstaan. Een groot, beweegbaar platform tussen vier pilaren staat centraal op het toneel en vormt het decor voor alle scènes. Er zijn vijftien acteurs die de zangers in hun spel ondersteunen, het orkest wordt geïntegreerd in de voorstelling en behalve zang, muziek en spel zijn er ook live-geluiden en live-video te zien en te horen.
Volgens Landshamer is het modern, maar Schmitt ziet er nog steeds het onderliggende sprookje in. “Het speelt zich niet af in een ziekenhuis of een Duits toilet, zoals wel eens in het regietheater”, zegt hij. “Het is echter ook geen typisch ‘kerst-Zauberflöte’. We gebruiken andere attributen, maar uiteindelijk vertellen we ‘gewoon’ het verhaal van Die Zauberflöte.”
Die Zauberflöte gaat op 6 december in première in Het Muziektheater en is tien keer te zien. Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera. Zie ook de persoonlijke websites van Maximilian Schmitt en Christina Landshamer.
Hieronder de trailer van de productie: