Siegfrieds van vroeger en nog vroeger
Hij staat weer voor de deur: Richard Wagner. Op 31 augustus opent Siegfried, het derde deel uit zijn Ring-cyclus, het seizoen bij De Nederlandse Opera. Basia Jaworski werpt een discografische blik op diverse Siegfrieds uit het nabije en verre verleden.
Hoe scheid je Siegfried van de rest van het geheel? Die Walküre kun je makkelijk apart van de rest ondergaan, zonder dat je al te veel mist, maar Siegfried bestaat niet zonder Siegmund en zonder Siegfried geen Godenondergang. Maar laat ik het toch proberen.
Audi
Ik begin met de Amsterdamse productie van Audi, opgenomen in 1999. Eigenlijk vind ik het jammer dat Opus Arte (OA 0948 D) niet de voorstellingen uit 2004 heeft uitgebracht. Niet alleen was de bezetting van de hoofdrollen (op Graham Clark na allemaal ‘nieuwkomers’) iets beter, maar ook de voorstellingen zelf straalden een volmaaktheid uit die je alleen maar na een langdurige en intensieve samenwerking kan bereiken.
Toch mogen wij niet klagen, want Audi’s visie op Wagners opus magnum is één van de besten. Door de nauwe samenwerking met George Tsypin (decors), Eiko Ishioka (kostuums) en Hartmut Haenchen (muzikale leiding) is een ’totaal-muziektheater’ ontstaan, waarin ook het orkest een belangrijke rol speelt.
De dvd-registratie is zeer vakkundig. Er is gefilmd vanuit verschillende hoeken, waardoor je je te midden van het geheel waant, en zo deel kan nemen aan de actie. En die is zeer spectaculair, met special effects die niet zouden misstaan in Hollywood. Is Siegfried doorgaans het zwakste (en minst dramatische) deel van de tetralogie, in de Amsterdamse versie verveel je je geen seconde en is de spanning zeer voelbaar.
Heinz Kruze is helaas een zwakke Siegfried en de Brünnhilde van Janine Altmeyer had toen al haar beste tijd gehad. Maar John Bröcheler was in die tijd een zeer imponerende Wanderer.
Graham Clarks Mime, hier in de gedaante van een weerzinwekkende insect, is zoals altijd het toppunt van de voorstelling, maar we mogen ook de Alberich van de zeer betreurde Henk Smit niet vergeten. Alleen al daarvoor zou ik deze Siegfried voor geen goud willen missen.
Lorenz
Medici Arts (2056928) heeft een fascinerende documentaire uitgebracht over Max Lorenz, een echte heldentenor en wellicht de grootste Siegfried in de geschiedenis. Het heet Wagner’s Mastersinger. Hitler’s Siegfried en het brengt je wereldbeeld aan het wankelen.
Niets is zwart-wit, blijkt wel uit de film, en soms zijn de dingen heel anders dan je zou vermoeden. Wist u dat de geliefde tenor van Hitler een homo was? Dat hij getrouwd was met een Joodse vrouw, waardoor zij en haar familie het konden overleven? Of dat een zekere Lady Chichester, al na de oorlog, de vrouw van Lorenz één miljoen (sic!) dollar voor haar man aanbood?
Het zijn prachtige verhalen, die gelardeerd worden met prachtige archiefbeelden. Smullen. Dat doen ook de voor het commentaar opgetrommelde grootheden, waaronder Dietrich Fischer-Dieskau, René Kollo, Hilde Zadek en Waldemar Kmentt. Je moet alleen maar hun van plezier glunderende gezichten zien als ze naar Lorenz’ opnamen luisteren!
Als bonus is er een cd bijgeleverd met de complete eerste akte en fragmenten van de tweede akte van Siegfried, opgenomen in het Teatro Colón in Buenos Aires op 4 oktober 1938. Het Orquesta Estable del Teatro Colón staat onder leiding van Erich Kleiber en de rol van Der Wanderer wordt gezongen door Herbert Janssen. Een absolute MUST!
Heroes
Buitengewoon interessant en een echt hebbeding is de bij Intensemedia (600063) uitgekomen box getiteld The Tenor Heroes of Bayreuth. Het bevat maar liefst 10 cd’s met originele opnamen uit het Wagneriaanse Mekka, gemaakt tussen het begin van de twintigste eeuw en het eind van de jaren vijftig. U krijgt fragmenten uit alle opera’s van de Duitse meester, maar dan allemaal gecentreerd rond de tenoren.
De oudste fragmenten van Siegfried dateren uit 1905 (Wilhelm Grüning), 1906 (Ernst Kraus) en 1907 (Erik Schmedes). Het zijn eigenlijk curiosa, maar ze klinken allemaal zeer fatsoenlijk.
Het meest raakte ik onder indruk van Max Lorenz (kijkt u even boven), hier present in twee fragmenten, onder meer in ‘Dass der mein Vater nicht iss’ uit 1936. Het is van zo’n ongekende schoonheid dat je even vergeet te ademen! Wat een stemvoering en wat een lyriek! En laten we de fantastische dirigent, Heinz Tietjen, niet vergeten.
Maar ook Wolfgang Windgassen (‘Vieles lehrtest du, Mime’) uit 1953, bijgestaan door een sublieme Mime van Paul Kuën, is niet te versmaden. Snel naar de winkels, voor de prijs hoeft u het niet laten!
De Met
Meer historische Wagner-opnamen komen uit de archieven van de Metropolitan Opera in New York (Sony 42717). Ze zijn nog niet eerder op de markt uitgebracht, althans niet officieel. De live-uitvoeringen, allemaal ooit voor de radio opgenomen, dateren van 1936 tot 1954.
De zonder meer prachtige Siegfried stamt uit 1937. Het geluid is dof, maar zeer genietbaar, zeker ook omdat de stemmen er goed uitkomen. In de hoofdrollen horen we – wie anders? – Lauritz Melchior en Kirsten Flagstad. Friedrich Schorr is Der Wanderer. De grootste ontdekking is voor mij Mime van Karl Laufkötter. Het geheel staat onder leiding van Artur Bodanzky, die de opera opmerkelijk licht houdt.
2Reacties
Heel leerzaam, mooi artikel met heel veel informatie voor een absolute leek zoals ik ben. Enthousiasmerend ook. 😉 Dank je wel Basja Jaworski.
Erica van Beek
De opname van de tweede Ring-Zyklus van DNO is wel opgenomen en op meervoudig onderscheiden SACD bei ET’CETERA KTC5504, 2006 verschenen.