Met Jukka-Pekka Saraste op de bok speelt het Rotterdams Philharmonisch Orkest op 13, 14 en 15 februari een programma getiteld Salome’s Einde, refererend aan het slot van Richard Strauss’ opera. Dat einde wordt vertolkt door sopraan Erika Sunnegårdh. Andere componisten die aan bod komen zijn Debussy en Sibelius.

Salome is een heftige opera van Richard Strauss. Uit dat werk speelt het Rotterdamse orkest eerst de bekende Sluierdans, waarna Sunnegårdh de slotscène van de opera zingt. Daarin wordt het afgehakte hoofd van Johannes de Doper op een schaal naar Salome gebracht, die er helemaal van in extase raakt.

Wat later in het programma klinkt een heel andere Richard Strauss. Het orkest speelt een suite van zijn opera Der Rosenkavalier, een werk dat van een ‘andere planeet’ lijkt te komen, aldus het orkest.

Naast Strauss’ opera’s klinkt het ballet Khamma van Debussy en de symfonische fantasie Pohjola’s dochter van Sibelius.

Het concertprogramma wordt tweemaal opgevoerd in De Doelen in Rotterdam (13 en 14 februari, beide keren om 20:15 uur) en eenmaal in de Dr Anton Philipszaal in Den Haag (15 februari om 20:15 uur).