BinnenkortBuitenlandNieuws

Leiser en Caurier brengen Rossini’s Otello

Patrice Caurier en Moshe Leiser zijn sinds hun samenwerking in 1982 begon wereldberoemd geworden als regisseursduo. Vanaf 7 februari is hun enscenering van Rossini’s Otello te zien bij de Vlaamse Opera in Antwerpen en Gent. Gregory Kunde zingt de titelrol.

Otello Vlaamse Opera afficheCaurier (geboren in Parijs) en Leiser (geboren in Antwerpen) hebben sinds de jaren tachtig een enorm repertoire opgebouwd. Als het om Rossini gaat, boekten ze grote successen met bijvoorbeeld hun productie van Il barbiere di Siviglia (Royal Opera House) en Le Comte Ory (Zürich en Wenen).

De Otello-productie die in Antwerpen en Gent te zien zal zijn, ging eerder in première in het Opernhaus Zürich. De Vlaamse Opera noemt het een “intelligente en inventieve productie”, waarin de thema’s jaloezie en racisme “een nieuwe interpretatie” krijgen.

Rossini schreef Otello niet lang na het succes van Il barbiere di Siviglia en net voor La Cenerentola. Het is één van zijn serieuze werken, met een voor die tijd gewaagd dramatisch einde. Het is gebaseerd op Shakespeares toneelstuk, al wijkt het er qua verhaal behoorlijk vanaf.

De muzikale invulling van de drieakter wordt bij de Vlaamse Opera toevertrouwd aan de eminente maestro Alberto Zedda, die voor de vierde keer bij het Vlaamse gezelschap aantreedt. Tijdens drie voorstellingen wordt hij vervangen door de jonge dirigent Ryuichiro Sonoda.

Qua rollen is Otello een tenorenwerk. De titelrol wordt vertolkt door belcanto-grootheid Gregory Kunde, één van de bekendste tenoren als het om Rossini gaat. Rodrigo wordt gezongen door tenor Maxim Mironov en tenor Robert McPherson zingt Iago. Verder zingt bas-bariton Josef Wagner de partij van Elmiro Barberigo.

De vrouwelijke partijen worden gezongen door Carmen Romeu (Desdemona) en Raffaela Lupinacci (Emilia). Romeu zong in diverse Rossini-opera’s op het Rossini Festival van Pesaro en trad de afgelopen tijd regelmatig op in de operahuizen van Bilbao en Oviedo.

Otello wordt van 7 tot en met 18 februari zes keer opgevoerd in Antwerpen en vervolgens van 28 februari tot en met 9 maart vier keer in Gent. Zie voor meer informatie de website van de Vlaamse Opera.

Vorig artikel

GOOG viert 60-jarig bestaan met Onjegin

Volgend artikel

Damrau en de soundtrack van haar leven

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

6Reacties

  1. Marianne Timmermann
    5 februari 2014 at 12:00

    Gregory Kunde heeft onlangs ook de “andere” Otello, die van Verdi gezongen!
    Hoe het klonk:

    http://www.youtube.com/watch?v=3FIqu5xt0X0

  2. Remko
    6 februari 2014 at 06:42

    Ben benieuwd! Later dit jaar kan je dezelfde productie nog eens zien, maar dan met Bartoli en Osborn, in Parijs.

  3. Olivier Keegel
    15 februari 2014 at 14:08

    Ben gisteren geweest: topproductie! Geweldig team zangers bij elkaar, geen zwakke plekken. Puik orkest onder leding van de onwaarschijnlijk vitale 86-jarige Alberto Zedda. Maxim Mironov als Rodrigo was (stimmlich) mijn favoriet, messcherpe coloraturen, in tegenstelling tot “kijkcijferkanon” Gregory Kunde (Otello), die in de laagte niet altijd kon overtuigen. De regie had weer eens een “thema” gevonden in plaats van zich aan het libretto te houden. Het lijk van Otello kreeg van Rodrigo en Elmiro nog een paar flinke schoppen mee. Opdat wij weten: het gaat over racisme! Verder was er nog een platenspeler, een ijskast waaruit Desdemona bier dronk, doelloos rondrennend volk en live uitgevoerde graffiti. ’t Zal allemaal wel. Muzikaal was het zo geweldig, dat de fratsen van het regisseursduo Caurier en Leiser mij vrijwel onopgemerkt voorbijgingen.

  4. Leen Roetman
    15 februari 2014 at 15:55

    Fijn om te horen Olivier. Ik ga morgen!

  5. Leen Roetman
    16 februari 2014 at 22:04

    Ik kon me moeilijk inleven in het drama, ik dacht ‘het zal allemaal wel’ , de afstandelijke regie deed ook geen moeite om me daarbij een beetje te helpen. Geweldige zangers, maar je moet ook wel erg van (zo veel) tenoren houden. Ook orkestraal werd ik niet opgetild.
    Houd ik wel van Rossini?

  6. Loesje
    19 februari 2014 at 10:55

    Leen, dat herken ik wel. Ik ben ook niet zo weg van al die tenoren die bij wijze van coloratuur zo nu en dan een brandweersirene imiteren. Vreemd dat Rossini na het succes van Il barbiere niet tenminste één bariton in de cast heeft willen / durven / kunnen verwerken. Sowieso denk ik dat Iago beter uit de verf zou komen als hij niet de derde tenor zou zijn. Nu is hij de afgewezen minnaar (tenor) en niet de wraakzuchtige adjudant van Otello (bariton). Het zijn stereotypen, maar toch…
    De sopraan maakt het werk als geheel interessant. Ik heb een aantal keren de opname met von Stade beluistert en zonder haar participatie zou ik het zeker bij een enkele maal hebben gelaten, Carreras ten spijt.
    Al met al was het toch een uitstekende voorstelling. Maar niet van een werk dat ik tot mijn favorieten zal gaan rekenen.
    Overigens, over racisme. Dat Otello (stervend?) een paar trappen na krijgt heeft denk ik weinig te maken met zijn huidskleur of afkomst maar meer met het feit dat hij iemand zonder aanleiding van enige betekenis heeft vermoord. Als je je dochter of ex daar op de grond ziet liggen kan dat zo’n actie zeer wel tot gevolg hebben.