Serie: het jonge talent van de Reisopera (5)
De Nationale Reisopera heeft aan het begin van dit seizoen een jong ZangersEnsemble geformeerd. Kleine rollen in grote producties of grote rollen in kleine producties, dat is de gedachte bij de ontwikkeling van de nieuwe generatie. Place de l’Opera stelt in een serie gesprekken de leden van het ensemble aan u voor. In deel vijf: Bernadeta Astari.
De jonge sopraan Bernadeta Astari is, op een repetitiedag in het Wilminktheater, in niets het type van de poster van The Fairy Queen. Zoals wel meer leden van het ZangersEnsemble van de Reisopera stond ze model voor het campagnebeeld van één van de producties van dit seizoen. Maar de vrouw met de getergde schreeuw en haar hand om haar keel die op het affiche staat, is in werkelijkheid een energieke, vriendelijke, jonge vrouw, die met plezier vertelt over haar passie: zingen.
“Ik werd wakker met klassieke muziek”
Het zat er, zoals dat heet, al vroeg in bij Bernadeta Astari, die opgroeide in de Indonesische hoofdstad Jakarta. Ze was net drie jaar toen ze begon met pianospelen en wat jaren later leerde ze in een groepje jonge talenten zingen, acteren en dansen.
“Ik had het meeste plezier in de zang en mijn docenten vonden dat daar ook mijn talent lag”, vertelt Astari, bij een glas melk en een tosti in de kantine in het Enschedese Muziekkwartier. Ze was acht toen ze op de muziekschool met zang begon en met het Indonesian Children and Youth Choir reisde ze als 11-jarige al over de wereld.
De muzikale invloed kwam vooral van haar moeder, die gek was op zingen en haar kinderen al vroeg met klassieke muziek kennis liet maken. “Ik werd thuis wakker met klassieke muziek. Mijn moeder draaide vooral koorwerken, van oude componisten als Allegri, en ik herinner me de missen van Mozart.”
Een oom bracht uit Singapore een cd mee van de Engelse kindsopraan Charlotte Church, nog niet te koop in Indonesië. Astari herinnert zich: “Ik was elf en helemaal gefascineerd door die muziek. Ik ging naar mijn moeder en zei: dit wil ik ook.”
“Nooit getwijfeld, ik wilde zangeres worden”
Bernadeta kreeg les van operazangeres Aning Katamsi, een beroemdheid in Indonesië. Ze wist toen al dat zangeres worden haar ambitie was. Toen een docent op school zijn leerlingen de opdracht gaf in een tekening uit te drukken wat ze later wilden worden, was de tekening van de 12-jarige Astari overduidelijk. “Ik maakte een poster voor een concert in de Londense Royal Albert Hall, featuring Bernadeta Astari.” Ze moet er zelf om lachen, maar vertelt dat ze er sinds die tijd nooit meer aan heeft getwijfeld dat zang haar leven zou bepalen.
In 2006 kwam de jonge sopraan, net 18, naar Nederland. Oorspronkelijk was het plan in Duitsland te gaan studeren. “Ik had al twee jaar op het Duits geoefend maar toen mijn broer, die toen in Utrecht aan het conservatorium gitaar was gaan studeren, me vroeg of ik niet wilde overwegen naar Utrecht te komen, heb ik dat gedaan.”
Via een bekende van haar broer kwam Astari aan de naam van zangdocente Henny Diemer. “Ik had Henny nog niet ontmoet maar vertrouwde de aanbeveling dat zij één van de beste zangdocenten van Nederland was. Ik stuurde een e-mail en enkele opnamen van mezelf aan Henny en ik had geluk: ze wilde met me werken. Daar was ik erg blij mee.”
“Ik houd ervan op een podium te staan”
Sinds ze in Nederland is, heeft Bernadeta Astari verschillende prijzen gewonnen, zoals de Dutch Classical Talent Competition 2012 en in datzelfde jaar de prijs van de provincie Noord-Brabant op het Internationaal Vocalisten Concours in Den Bosch.
Op de vraag wat, naast haar vocale kwaliteiten, het geheim van haar succes is, antwoordt ze, met een verlegen lach: “Ik ben heel toegewijd. Het geheim is denk ik dat ik wil blijven leren. Ik houd ervan nieuwe dingen te proberen. Het gaat me niet alleen om verfijnde zang en prachtig acteren, ik wil ook wat dieper graven. Ik sta voor veel open en houd ook van acteren. Dat helpt me bij het zingen, daardoor ben ik me meer bewust van wát zing.”
“Dat is het geheim”, zegt ze. Om eraan toe te voegen: “En ik houd ervan op een podium te staan!”
“Ik wil karakters menselijk maken”
In OperaGala, de voorstelling met het jonge ensemble die Xander Straat afgelopen zomer voor de Nationale Reisopera regisseerde, was Bernadeta te zien in een wonderlijke outfit, een roze jurkje met erboven een zwaar geschminkt gezicht. “Ik kwam net terug uit Indonesië en was een dag later dan de anderen bij de repetities. Regisseur Xander Straat zei: ‘Detta, ik ga je vragen om ‘Lolita-Goth’ te zijn.’ Hij wist dat ik voor zoiets wonderlijks wel open zou staan. Het was een combinatie van punk en Barbie, waarbij de balans wat meer naar het boze, het overemotionele ging.”
“Die gelaagdheid sprak me aan”, vertelt ze. “Als je een rol zo subtiel mogelijk wilt spelen, moet je er altijd meer lagen in brengen, een tegenkant opzoeken.” Ze knipt met haar vingers en zegt gedecideerd: “Dat bedoel ik: ik wil de karakters die ik zing menselijk maken. Dat ze niet alleen maar de godinnen zijn waar je op afstand naar kijkt. Het moet interessanter zijn dan alleen dat.”
“In Europa gebeurt het”
In de goed ontvangen montageproductie Nozze Don Così voor het Grachtenfestival 2012 zong Astari de rol van Despina, het dienstmeisje uit Così fan tutte. “Ik houd van het speelse van rollen als Despina. Maar ook Susanna uit Le nozze di Figaro staat op mijn lijstje. Die is slim en grappig, maar ze heeft ook andere lagen. Sophie in Der Rosenkavalier lijkt me heel interessant om te zingen, net als Norina in Don Pasquale. Leïla, de priesteres in De Parelvissers, graag! En ooit wellicht Lulu.”
Toekomstige projecten staan al in de agenda van Astari. In The Fairy Queen, vanaf 14 februari op tournee door Nederland, zingt ze rollen als Fairy 2, Mystery en Spring. Ook bij de Reisopera is ze komend seizoen te zien als Amore in Orphée et Eurydice. “En ik heb net van De Munt in Brussel de bevestiging gekregen dat ik in 2016 de rollen van Amore en Valetto zal zingen in L’incoronazione di Poppea van Monteverdi, onder muzikale leiding van René Jacobs.”
De laatste jaren was de zangeres regelmatig in Indonesië, op tournee met onder anderen harpist Remy van Kesteren en met haar vaste begeleidster, de Japanse pianiste Kanako Inoue. Op termijn ziet Bernadeta Astrai een toekomst voor haarzelf in haar geboorteland. “Het past bij mijn missie voor de toekomst, al ben ik nu ook al bezig om de verbinding te leggen tussen Nederland en Indonesië. Ik wil zoeken naar het beste van twee werelden.”
Teruggaan naar Indonesië is echter iets voor later. “Ik wil nog zo veel meer meemaken. In Europa gebeurt het, op het gebied van klassieke muziek. Ik wil teruggaan als ik genoeg opgedaan heb om het daar te kunnen delen.”
The Fairy Queen is van 14 februari tot en met 6 maart in diverse theaters in het land te zien. Zie voor meer informatie de website van de Nationale Reisopera. Zie ook de persoonlijke website van Bernadeta Astari.