Opera Zuids Soprano’s zingen én dansen
Opera Zuid opent op 5 oktober het seizoen met De Soprano’s, een voorstelling waarin drie sopranen van Opera Zuid een dialoog aangaan met de dansers van ICKamsterdam. Een label bedenken voor deze productie, waarin zang, muziek en dans elkaar ontmoeten, is niet eenvoudig. Muzikaal speelt het werk van Giuseppe Verdi de hoofdrol.
Het is in elk geval niet ‘gewoon’ opera. Dat blijkt bij een bezoek aan een repetitie, in een klein Amsterdams theater. Niet voor niets zal De Soprano’s voor het eerst te zien zijn tijdens de Nederlandse Dansdagen, het dansfestival dat begin oktober in Maastricht plaatsvindt. Opera Zuid werkt hierin samen met het moderne dansgezelschap ICKamsterdam. Opera op bezoek bij de dans, of dans op bezoek bij opera.
In de tekst waarin de productie wordt voorgesteld gaat het over “een fysieke confrontatie tussen beweging en stem”. Als in de repetitie de doorloop van het eerste deel van de voorstelling al even aan de gang is, dringt een beeld zich op dat die confrontatie treffend illustreert: zangeres Marjolein Niels stapt naar voren, terwijl ze één van de dansers op haar rug draagt. Een paar minuten later zijn de rollen omgekeerd.
Dramaturge Jesse Vanhoeck kijkt vanaf de tribune toe en legt uit: “De choreografen Emio Greco en Pieter C. Scholten vertrekken in hun werk in de dans vanuit het lichaam, het fysieke. In dit derde deel van een serie voorstellingen met als motto ‘Het lichaam in opstand’ bekijken ze dat thema vanuit het gender-perspectief, de rollen van vrouwen en mannen.”
Drie karakteristieke vrouwenrollen uit het werk van Verdi zijn in de productie verwerkt: de dienstbare, de strijdster en de verleidster. Elk van de zangeressen representeert één van de drie.
Universele taal van muziek en beweging
Marjolein Niels vormt, samen met Capucine Chiaudani en Anna Emelianova, het vocale drietal in De Soprano’s. “Ik ben in deze voorstelling de strijdbare vrouw, hoewel voor alle drie geldt dat ons karakter onderhevig is aan twijfel”, vertelt ze. “Bij dat strijdbare komt een verleidelijke kant. Onze karakters vermengen zich in de loop van de voorstelling.”
Haar aria’s zijn onder meer die van prinses Eboli uit Don Carlo: ‘Nel giardin del bello’ en ‘O don fatale’. De muziek was aanleiding voor de mezzo om ja te zeggen tegen het aanbod van Opera Zuid. “Ik heb natuurlijk wel ervaring met choreografieën in operaproducties, maar een intensieve samenwerking tussen zang en dans zoals hier, dat heb ik nog niet eerder meegemaakt.”
Ze wist niet tot in detail waar ze aan begon, vertelt ze, maar de muziek sprak haar aan. “En verder stond ik open voor alles. Ik heb wat ervaring met stijldansen, deed als jong meisje klassiek ballet en heb door yoga een vorm van lichaamsbewustzijn geleerd. Ik dacht: hoe meer danselementen, hoe beter. Het is uitdagend om daarmee aan de slag te gaan. Ik vind dat leuk en mijn lijf vindt dat ook leuk.”
Als de voorstelling begint, staat één van de dansers midden op het podium. Hij noemt de namen van bekende vrouwen, en daar zijn soms verrassende figuren bij. Rechts achter op het podium is het orkest opgesteld.
Het ensemble telt elf jonge musici onder leiding van dirigent Rolf Verbeek, net 25 geworden. Trouw aan de principes van Opera Zuid werken aan deze voorstelling ook weer jonge talenten mee. Verbeek leidt het orkest en was ook verantwoordelijk voor de arrangementen; het omzetten van de soms massaal bezette orkesten van Verdi naar een kleine bezetting.
Vanuit de zaal kijkt choreograaf Pieter C. Scholten naar het podium. Dat is in het repetitietheater de helft kleiner dan wat er tijdens de tournee bespeeld zal worden, in steden als Eindhoven, Den Bosch en Den Haag. Vooraan bij het toneel staat zijn collega, Emio Greco, die zich vooral op de beweging lijkt te concentreren. De voertaal is Engels, terwijl op het podium in een universele taal van muziek en beweging wordt gecommuniceerd. Er is live muziek van het orkest, de sopranen zingen, maar er komt ook geluid uit de computer en er is video. Alle zintuigen worden geprikkeld.
Van de drie zangeressen wordt veel fysieke actie verwacht. Marjolein Niels: “Het concept is dat we van elkaars talent gebruikmaken en er zo uitwisseling ontstaat tussen de disciplines. Daarbij wordt wel rekening gehouden met onze mogelijkheden bij het zingen. Werken met een klein bezet orkest is anders. Het zit niet in de bak, maar is achter ons opgesteld. Ik heb vaak de dirigent in een ooghoek. Er gebeurt heel veel op het podium.”
De mezzo heeft respect gekregen voor het werk van de dansers. “Zij werken echt enorm hard, tijdens lange repetitiedagen. Ik bewaak natuurlijk mijn grenzen en zorg dat ik er met een gezonde en uitgeruste stem sta. Maar als ik zie hoe hard die dansers werken, relativeert dat ook. Dan zeg ik tegen mezelf: kom op joh!”
Verdi’s volksheid, emotie en passie
Voor Pieter C. Scholten, die het concept ontwikkelde en samen met Emio Greco de choreografie van De Soprano’s doet, is het niet de eerste samenwerking met opera. Hij maakte eerder voor het Edinburgh Festival twee operaproducties met Opera North. “Dat is een instituut met koren en muzikanten die zich niet zo makkelijk op andere paden begeven”, vertelt de choreograaf. “Hier is dat wel zo. We kunnen snel werken met deze jonge, talentvolle musici en dansers.”
Het zijn drie losse disciplines, de dans, het orkest en de stem, zegt Scholten op de vraag of hij opera en dans aan elkaar knoopt in deze productie. “Ik wil voorkomen dat we de sopranen ‘ook een dansje laten doen’ of dat de instrumentalisten ‘wat mogen bewegen’. Dat zou een ontkrachting zijn van de disciplines. Waar ik naar zoek is hoe een discipline als de stem de dans kan versterken.”
De Soprano’s heeft niet, zoals bij een opera, een lopend verhaal. “Er zijn motieven waar we het over hebben, zoals het fenomeen vrouw. Wat is een vrouw in 2014, voor een man en ook voor een vrouw? Het startpunt zijn die drie rollen: de dienstbare, de strijdster en de verleidster. Die clichés proberen we te doorbreken door er lagen aan te geven. Daar gebruiken we de muziek van Verdi voor, in al zijn volksheid, maar ook in al zijn emotie en zijn passie. Die aria’s zijn juwelen en daarmee kan de zang met de dans een dialoog aangaan.”
Bekende aria’s
Operapubliek, dansliefhebbers, voor wie is deze voorstelling interessant? Dramaturge Jesse Vanhoeck: “Ik kom zelf uit de danswereld. Het leuke van deze voorstelling is dat de vrienden die ik meeneem via de dans nu ook met opera in aanraking komen. Andersom is dans voor operaliefhebbers soms abstract en onbekend. Voor hen kan de bekende muziek van Verdi in deze voorstelling toegang geven tot de moderne dans.”
Marjolein Niels benadrukt de muziek: “Het is aantrekkelijk om die hele bekende aria’s, zoals ‘Pace, pace’ uit La forza del destino of ‘Sempre libera’ uit La traviata, in een volkomen andere setting te horen en te ervaren hoe het muzikaal een andere beleving krijgt omdat er gedanst wordt. De kracht van Verdi, die blijft, maar er komt moderne dans bij.”
Choreograaf Pieter C. Scholtens hoeft niet lang na te denken over de vraag wat het operapubliek kan verwachten: “De klare, kloeke taal van het lichaam, de ‘fictie van het lichaam’, die je kunt lezen, zoals je een boek leest.”
De Soprano’s gaat op zondag 5 oktober in wereldpremière tijdens de Nederlandse Dansdagen in Maastricht. De data van de tournee vindt u op de website van Opera Zuid.
Hieronder de trailer: