Toegankelijke opera. Dat is de komende maanden de rode draad door de agenda van de jonge sopraan Donij van Doorn. Zondag 26 oktober is ze één van de solisten bij Opera per Tutti in de Vondelkerk in Amsterdam en vanaf december staat ze in een nieuwe familievoorstelling van Holland Opera. Een gesprek over lage drempels en hoge doelen.

Donij van Doorn behoort tot één van de laatste groepen zangtalenten die nog klaargestoomd konden worden bij Opera Studio Nederland. Ze rondde het postacademische programma in 2011 af. Minder dan twee jaar later moest de studio zijn deuren vanwege bezuinigingen sluiten.

De Opera Studio was er voor de crème de la crème van jonge zangers. Van Doorn werd door de toenmalige studiodirecteur Hans Nieuwenhuis gespot tijdens een optreden van de operaklas van het Maastrichtse conservatorium, waar ze zes jaar lang studeerde onder Mya Besselink.

Niet zo lang daarvoor was een zangcarrière nog helemaal niet in beeld. Van Doorn speelde van jongs af aan gepassioneerd piano, opgroeiend in Enschede. “Ik dacht altijd dat ik pianiste zou worden”, vertelt ze. “Ik studeerde altijd hard en had er plezier in. Maar toen ik de vooropleiding van het conservatorium had gedaan, kreeg ik een hekel aan het instrument. Opeens was ik bang om voor mensen te spelen.”

Zang speelde op dat moment al wel een grote rol in Van Doorns leven. Ze zong overal in huis en was lid van een kinderkoor waarmee ze twee keer in een productie van de Nederlandse Reisopera optrad. “Dat waren mijn eerste ervaringen met opera. In La bohème zongen we mee in de tweede akte – ‘Parpignol! Parpignol!’ – en in Die Zauberflöte was ik Erster Knabe. Ik was in veel scènes betrokken en stond naast solisten als Quirijn de Lang en Johannette Zomer. Ik was toen 14 en het verhaal, de sprookjeswereld, de productie: het was allemaal heel gaaf.”

Die Zauberflöte maakte Van Doorn op slag operafan. “Toen ik een paar jaar later, in het eerste jaar van mijn studie in Maastricht, fragmenten uit Le nozze di Figaro zong, wist ik het zeker: dit is het, dit wil ik doen.”

Grenzen verkennen bij Opera per Tutti

Sinds dat eerste studiejaar is Donij van Doorn ver gekomen. De afgelopen seizoenen was ze onder meer te zien bij het Limburgs Symfonie Orkest, de Nederlandse Reisopera, de Nederlandse Vocalisten Presentatie en het Peter de Grote Festival, waar ze de Labberté-Hoedemakerprijs won.

Al sinds haar operastudiotijd is ze ook regelmatig te gast bij Opera per Tutti, een initiatief van mezzosopraan Mylou Mazali, die met laagdrempelige concerten opera dichter bij mensen wil brengen. Bij Opera per Tutti (‘opera voor iedereen’) zingen vier solisten onder pianobegeleiding fragmenten uit uiteenlopende opera’s, telkens op een luchtige manier ingeleid door Mazali en uitgevoerd met behulp van de vocale én theatrale kwaliteiten van de solisten.

Van Doorn was in het voorjaar al bij Opera per Tutti te zien en werd toen door het publiek verkozen tot één van de talenten die aan het einde van de reeks een masterclass kreeg van Karin Strobos. Aanstaande zondag, 26 oktober, maakt ze wederom deel uit van het kwartet Per Tutti-solisten.

De sopraan ziet het als een mooie plek om haar grenzen te verkennen en repertoire uit te proberen. Zondag zingt ze onder meer scènes uit La bohème, Roméo et Juliette, Rigoletto en Béatrice et Bénédicte.

Het repertoire van Opera per Tutti moet een mix van bekend en onbekend zijn. Mylou Mazali wil de bezoekers laten kennismaken met diverse kanten van het operavak. Daarnaast staat laagdrempeligheid voorop. “Mylou brengt de operascènes naar onze tijd, alsof het zich hier om de hoek afspeelt”, zegt Van Doorn. “Ze brengt het naar de mensen toe.”

Die inspanning om opera ‘aan de man te brengen’ spreekt Van Doorn erg aan. “Opera wordt vaak gezien als moeilijk. Nu kun je het met een regie ook heel moeilijk maken, maar dat hóeft niet. Ook als je er weinig van weet, kun je van opera genieten. Dat is ook de kracht van Opera per Tutti. Daar zap je als toeschouwer langs vijf, zes verschillende opera’s. Dat maakt het toegankelijk voor iedereen.”

Tantes bij Holland Opera

Een paar weken na haar optreden bij Opera per Tutti gaat Donij van Doorn aan de slag bij een ander gezelschap dat alles weet van lage drempels: jeugdoperahuis Holland Opera. Vorig jaar speelde Van Doorn daar al in de productie 4 Musketiers, nu is ze Sam in het nieuwe stuk Suikertantes van componist Chiel Meijering en librettist Jurrian van Dongen.

“Ik ben een stoer, pittig meisje, net als vorig jaar in het stuk van Oene van Geel. Toen was ik op zoek naar mijn echte vader, nu ga ik kinderen redden van drie verschrikkelijke tantes.”

Met Suikertantes speelt Van Doorn niet alleen in de Veerensmederij in Amersfoort, de thuisbasis van Holland Opera, maar gaat ze ook op tournee en doet ze voor het eerst schoolvoorstellingen. Haar ervaring met kinderen in de zaal tot nu toe? “Leuk en onverwacht. Ze zijn zo eerlijk. Ze zullen nooit enthousiast zijn of lachen als ze iets niet echt mooi of echt grappig vinden.”

In een tijd dat het muziekonderwijs op scholen op een zeer laag pitje is komen te staan, denkt Van Doorn dat het heel goed is er dat er door gezelschappen als Holland Opera zulke voorstellingen worden gemaakt. “Toen ik op de basisschool zat, deden we bijna elke dag wat met muziek. Nu is er bijna niets meer. Ook thuis krijgen kinderen weinig mee en muzieklessen zijn voor veel ouders te duur. Ik vind het heel goed dat er toch pogingen worden gedaan om muziek toegankelijk te maken voor kinderen. En dat dan, in het geval van Holland Opera, altijd met nieuwe muziek. Niet altijd makkelijk, wel toegankelijk.”

Zang, harp en André Rieu

Van Doorn houdt van nieuwe muziek en ziet uit naar haar programma van de komende weken. Maar een mooie vrouw van vlees en bloed uit een opera van Mozart, zoals Pamina, zou ze ook wel heel graag weer willen zingen. “En Pamina is de eerste van een hele lange lijst…”

Tijd voor klassiekers krijgt ze als het goed is volgend jaar, wanneer ze met André Rieu en zijn orkest op tournee gaat. “Tijdens mijn studie heb ik al met hem door Amerika getoerd, langs onder meer Chicago, Dallas en Florida. Dat was heel wat: als jong zangeresje voor duizenden mensen staan… En aan het einde van het concert staat iedereen te dansen, altijd weer.”

Ondertussen werkt Van Doorn op veel kleinere schaal aan een recitalprogramma met harpist Bob Heuvelmans; enigszins in lijn met wat Diana Damrau en Xavier de Maistre vorig jaar deden, maar dan met ander repertoire. “We willen ook hele onbekende werken doen, zoals The Jade Mountain van Edmund Rubbra en de 4 Poèmes grecs van Louis Vierne. Dat is ontzettend interessante muziek!”

De sopraan kent Heuvelmans al sinds haar studietijd. “We waren buren in Maastricht en wilden al heel lang samenwerken. Voor ons examen hadden we al veel repertoire bij elkaar gezocht. Nu moeten we de mooiste muziek uitkiezen en het recital verkopen.”

Te midden van de zangdrukte zet Van Doorn zich ook nog in voor zangactiviteiten van Inloophuis Deborah in Delft, waar kankerpatiënten opgevangen worden. En ze gaat binnenkort serieus werk maken van audities in het buitenland. “Een ensembleplek in een Duits operahuis zou geweldig zijn”, zegt ze. “Maar het belangrijkste voor mij is dat ik met de beste mensen wil werken, die het beste uit mij kunnen halen.”

Zie voor meer informatie de websites van Opera per Tutti en Holland Opera.