Schikaneder en het Zauberflöte-verhaal
Als het aan Emanuel Schikaneder had gelegen, was Die Zauberflöte de geschiedenis ingegaan als ‘Die Zauberflöte van Schikaneder en Mozart’. Helaas voor hem doorstond zijn faam de tand des tijds niet en liep ook zijn vervolgopera Das Labyrinth op niets uit.
Toen ik een aantal jaren geleden The Mikado zag bij de Reisopera moest ik even diep nadenken over het antwoord op de vraag: wie is hier de componist en wie schreef de tekst? Gilbert en Sullivan zijn hét voorbeeld van een team waarin nu eens niet de componist als eerste wordt genoemd, maar de librettist.
Als we ons een beetje verdiepen in de carrière van schrijver, zanger en theatermaker Emanuel Schikaneder, dan wordt duidelijk dat we hier niet te maken hebben met iemand die snel bereid was de tweede viool te spelen. In het project Die Zauberflöte zal hij zichzelf daarom, als door de wol geverfde professional, zeker de eerste plek op het affiche hebben toegedacht: Schikaneder en Mozart. Maar ja, Mozarts muziek bleek tijdloos, terwijl Schikaneders wijze van theatermaken volledig verankerd was in zijn tijd.
In mijn beleving zou Mozart echter niet een blijvende reputatie als groot operacomponist hebben kunnen genieten als latere generaties zich uitsluitend zouden hebben gebaseerd op de muziek voor Die Zauberflöte. Het zwaartepunt in zijn oeuvre ligt duidelijk bij de Da Ponte-cyclus, overigens ook een serie met een gedeelde credit!
Een fantasy
Het verhaal van Die Zauberflöte is een pastiche van voor het publiek in 1791 herkenbare personen, beelden en situaties. Zo verwijst de figuur van Monostatos naar Angelo Soliman, een voormalige negerslaaf die zich had opgewerkt tot lid van de keizerlijke entourage. En de drie knapen werden opgevoerd in een mand aan een ballon, een verwijzing naar de vaart in een heteluchtballon die de Fransman Blanchard in de zomer van 1791 in Wenen had gemaakt.
De verwijzingen naar de vrijmetselarij passen in het tijdsbeeld, waarin een zekere hang naar ‘het wonderbaarlijke’ in de mode was gekomen, mede als reactie op de Verlichting en de daaruit voortvloeiende secularisering. Schikaneder en Mozart behoorden beiden tot deze beweging, zodat het voor de hand lag om daaruit te putten bij het optuigen van hun verhaal.
Eigenlijk is het stuk een ‘fantasy’, om in hedendaagse termen te spreken, waarin een komisch duo op zoek gaat naar iets of iemand. Een goed hedendaags voorbeeld van zo’n duo zijn Shrek en zijn sprekende ezel.
In Die Zauberflöte draait de zoektocht van het duo Tamino-Papageno om een gegijzelde prinses, waarbij de opdrachtgever een enge dame is, die angstaanjagend zingt. Het wat vulgaire aspect van de verwerkte humor vinden we in het gebruik van de ‘wapens’ die het duo in staat moeten stellen om hun queeste tot een goed einde te brengen: een toverfluit plus een klokkenspel.
Die Zauberflöte was om twee redenen een succes in 1791: het verhaal en de muziek. Anno nu spreekt de muziek nog steeds aan, dankzij de stukken waarvan je de tekst gemakkelijk kunt negeren. De tekst van Schikaneder is echter behoorlijk achterhaald en het stilzetten van de handeling door eindeloze monologen en dialogen is vaak dodelijk voor de vlotte voortgang. De humor is ook niet op het niveau van onze tijd en mist elke vaart.
Das Labyrinth
Na Mozarts dood heeft Schikaneder getracht het succes van Die Zauberflöte te rekken door er in 1798 een vervolg aan te geven, getiteld Das Labyrinth oder Der Kampf mit den Elementen. Het verhaal begint kort na het einde van Die Zauberflöte en schildert de weer oplaaiende strijd tussen Sarastro en de Koningin van de Nacht.
Tamino en Pamina worden aan nieuwe beproevingen onderworpen. Vuur en water hadden ze doorstaan, nu zijn aarde en lucht aan de beurt. Als klap op de vuurpijl wordt Pamina op haar huwelijksdag door haar moeder ontvoerd en als bruid aan Tipheus, de koning van Paphos, geschonken.
Ook Papageno en Papageno krijgen het zwaar te verduren. Ze worden door Monostatos gescheiden, waarbij deze Papageno aan een Moorse vrouw probeert te koppelen om zodoende Papagena voor zichzelf te winnen.
Uiteraard loopt alles uiteindelijk goed af. De beide liefdesparen worden herenigd en de Koningin van de Nacht wordt met haar gevolg aan een rots geketend.
De muziek voor deze ‘sequel’ werd geschreven door Schikaneders vriend Peter von Winter, een inmiddels vergeten componist die naar verluidt zo’n veertig opera’s op zijn naam heeft staan. Het succes van Das Labyrinth bleef echter ver achter bij dat van Die Zauberflöte en het werk raakte volledig in de vergetelheid.
Voor de Salzburger Festspiele van 2012 werd de opera ‘opgegraven’ en door Alexandra Liedtke geënsceneerd. Er is een opname van verschenen op Arthaus. Hieronder de trailer:
Die Zauberflöte is van 4 tot en met 27 maart te zien bij De Nationale Opera in Amsterdam. Zie www.operaballet.nl.
6Reacties
Mozart en Schikaneder raakten al tijdens de Salzburgse tijd met elkaar bevriend en vormden het gouden koppel dat ons die onvergetelijke Zauberflote heeft geschonken. Hun doelgroep was een andere dan die Da Ponte en Mozart voor ogen stond. Dat blijkt zeker ook uit de tekst en de vormgeving.
Dat ook de combi Schikaneder/Von Winter productief is geweest, ervoer ik in 2012 tijdens de uitvoering van Das Labyrinth in Salzburg. Een vervolg op Die Zauberflote maar zeker geen slap aftreksel. Vol humor, ook in de manier waarop Von Winter geregeld Mozart citeert. Mozartfans doen er goed aan de bijbehorende dvd aan te schaffen.
ten tijde van de compositie dook er in Wenen een andere versie op die Mozart ertoe noopte zijn verhaal een andere wending te geven klopt dat en van wie was die andere Zauberflöte? dank je voor een evt reactie
Misschien doelt u hierop, meneer Smid: https://de.wikipedia.org/wiki/Der_Stein_der_Weisen_oder_Die_Zauberinsel.
@Ernst Daniel en Pieter K.: ik denk niet dat Der Stein der Weisen (ook op een Schikanedertekst) een rol gespeeld heeft bij die merkwaardige plotverandering. Mozart werkte er in 1790 zelf aan mee, samen met o.a. Henneberg, de latere dirigent van Die Zauberfloete. Amadeus kende het verhaal van Der Stein der Weisen dus voordat hij met de Toverfluit begon. Het opduiken van ‘een andere versie’ kan derhalve niet op deze ‘voorstudie’ slaan.
Vraag aan Ernst Daniel: hoe kom je aan het gegeven van die opduikende “andere versie’?
Waarschijnlijk bedoelt Ernst Daniel Smid Kaspar der Fagottist:
https://de.wikipedia.org/wiki/Kaspar,_der_Fagottist,_oder:_Die_Zauberzither
@Remko: Dat kan bijna niet anders. Zeker ook gezien hetgeen Wikipedia over de kans op plagiaat vermeldt.