Requiem van Lachman opnieuw uitgevoerd
Ter nagedachtenis aan de pastoor die hem in de Tweede Wereldoorlog redde van deportatie componeerde de Joods-Nederlandse componist Hans Lachman een requiem. Het lang vergeten werk wordt op 9 en 10 april opnieuw uitgevoerd in de Parochiekerk in Grubbenvorst.
De Noord-Limburgse pastoor Henri Vullinghs redde in de Tweede Wereldoorlog honderden levens door met name Joden te laten onderduiken. Hij werd echter verraden, opgepakt en gemarteld en kwam later om in concentratiekamp Bergen-Belsen.
Eén van de Joodse onderduikers die hij het leven redde, componist Hans Lachman, schreef na de oorlog als eerbetoon een requiem voor Vullinghs. Na enkele uitvoeringen in 1960 werd het werk vergeten, maar recent werd de partituur herontdekt in de schuur van de zoon van de componist.
Het Comité Van Limburg Requiem heeft het initiatief genomen om twee concertuitvoeringen van het requiem te organiseren. In aanwezigheid van de kleinzoon van de componist zullen die op 9 april, de zeventigste sterfdag van de pastoor, en 10 april plaatsvinden in de kerk in Grubbenvorst waarvoor Henri Vullinghs werd opgepakt.
Het requiem wordt gecombineerd met muziek van andere Joodse componisten en muziek uit de katholieke traditie, waaronder werken van Mendelssohn, Bruch en Ravel. De muziek wordt ondersteund met beeld door cineast Rick Roos.
Het ‘Van Limburg Requiem’, zoals het project heet, wordt uitgevoerd door het koor en orkest Ars Musica onder leiding van Patrick van der Linden, Schola Cantorum Ward Instituut, tenor Stephan Adriaens, sopraan Channa Malkin, pianist Wouter Bakker, cellist Nitzan Laster en organist Gerben Budding.
Zie voor meer informatie over het project de website van het Van Limburg Requiem.
1 Reactie
Tijdens de concertvoorstellingen in de kerk van Grubbenvorst hangt er achter het orkest een groot scherm. Hierop wordt gedurende de gehele voorstelling een ‘beeldsequentie’ getoond. De beelden van de beeldsequentie ondersteunen en versterken de muziek, maar voeren niet de boventoon. Vandaar dat wij hier niet spreken van een ‘film’. Er wordt echter wel gebruik gemaakt van bewegend beeldmateriaal. De beeldsequentie en muziek(uitvoering) horen bij elkaar. Zo ontstaat er een bijzondere samenkomst van muziek, beeld en voordrachten.
Rode draad is de verbinding tussen heden en verleden. De beeldsequentie moet de brug slaan van het nu, waarin het requiem wordt opgevoerd, en de periode van bezet Noord-Limburg (1940-1944). Centraal element wordt het landschap, opgeroepen als stille getuige.
Het was juist hier, in Noord-Limburg (ten tijde van de oorlog een behoorlijk onherbergzaam gebied) dat vele onderduikers een schuilplaats vonden. Tegelijkertijd wordt door archiefmateriaal de herinnering opgeroepen aan de mensen en gebeurtenissen van toen. Speciale aandacht wordt hierin besteed aan pastoor Vullinghs en de familie Lachman, die door het requiem op een hele bijzondere manier met elkaar verbonden zijn.
De beeldsequentie wordt speciaal voor de concertvoorstellingen gemaakt.