De Gelaarsde Kat maakt Nederlands debuut
Nagenoeg iedereen zal wel eens iets over de gelaarsde kat hebben gehoord. De opera die Xavier Montsalvatge in 1948 van het verhaal maakte, is echter volslagen onbekend. In Nederland althans. Opera Trionfo (wie ook anders) zet het werk als eerste op het Hollandse toneel.
Trionfo-directeur Jeanne Companjen kwam El Gato con Botas (zoals de opera officieel heet) op het spoor toen ze in een Spaans blad las over een succesvolle productie van het werk in Barcelona. Omdat ze het tijd vond om weer eens iets voor kinderen te doen, zette ze het productieproces in gang.
De jonge Duitse regisseur Susanne Knapp vroeg ze voor de enscenering, Robbert van Steijn (vorig jaar al assistent bij de Trionfo-productie van Les Aventures de Roi Pausole) kreeg het stokje in handen. Een jonge cast werd bij elkaar gezocht voor de vijf rollen.
Het past allemaal precies in het straatje van Opera Trionfo. Het gezelschap werd in 1998 opgericht om jonge operazangers een kans op ervaring te bieden. Daarbij koos Companjen van meet af aan voor onbekend repertoire – iets dat inmiddels haar stokpaardje is geworden. „Wij kunnen niet tegen Opera Zuid en de Nationale Reisopera op, maar we kunnen wel iets doen wat zij niet doen”, vertelt ze bij een repetitie van de productie in Amsterdam.
Companjen hoopt dat ouders hun kinderen mee zullen nemen naar de nieuwe productie. „En dat ze dan tegen Pietje zeggen: kijk, dat is klassieke muziek, zie je hoe leuk het is?”
Theatrale muziek
Regisseur Susanne Knapp assisteerde en regisseerde vanaf ongeveer 2000 diverse voorstellingen in Duitse plaatsen, waaronder La Finta Giardiniera, Werther en een bewerking van Carmen. Dit seizoen doet ze naast De Gelaarsde Kat ook La Bohème en Le Nozze di Figaro.
In De Gelaarsde Kat heeft Knapp zich vooral geconcentreerd op de boodschap dat je naar je eigen stem moet luisteren en die moet volgen: dan kun je veel meer bereiken dan je denkt. Dat is volgens haar de boodschap van het sprookje.
„Ik heb verder sterk geregisseerd vanuit de muziek. De muziek van Montsalvatge is heel theatraal”, vertelt ze. Ze gaat daarbij grotesk te werk, met uitbundige kostuums en grote projecties op de achtergrond, die als vervanging van de boventiteling dienen.
Het is Knapp opgevallen hoeveel kwaliteit de jonge cast in huis heeft. „Het zijn buitengewone zangers”, zegt ze. „Het is een heel aangename ervaring om met hen te werken.”
De cast bestaat uit Deutekom-winnares Laila Sbaiti in de hoofdrol, Eric Slik als de molenaar, Sonja Volten als de prinses, Wiebe-Pier Cnossen als de koning en Niklaus Kost als het monster. Verder zijn er vier mimespelers ingeschakeld.
Arrangement
De muzikale begeleiding komt van het Mondriaan Kwartet, aangevuld met een blazersensemble. In totaal zijn het slechts twaalf instrumentalisten, terwijl de originele partituur een orkest van zestig voorschrijft. Dirigent Van Steijn gebruikt echter een arrangement van Albert Guinovart, een vriend van Montsalvatge.
„Het is een heel bijzonder arrangement”, vertelt Van Steijn, die net klaar is met assisteren bij Das Rheingold van de Nationale Reisopera. „Vaak waren het kleine gezelschappen die de opera wilden opvoeren, dus wanneer ze hoorden dat er een orkest van zestig nodig was, haakten ze af. De componist zei daarom tegen Guinovart: kun jij geen arrangement maken?”
„Ze konden echter de oorspronkelijke partituur niet meer terugvinden – ook de componist zelf niet. Daarom gebruikten ze de pianopartij om een bewerking te maken. Zo is het eigenlijk een heel ander stuk geworden.”
Eerst had Van Steijn zijn twijfels of het clubje muzikanten niet te dun was om het stuk tot zijn recht te laten komen, maar inmiddels heeft hij ontdekt dat juist door de kleine bezetting veel effecten duidelijk naar voren komen.
De dirigent vindt het verder opvallend hoe weinig zang er eigenlijk in de één uur durende opera zit. „We hebben wel repetities alleen met de solisten gedaan, maar dan waren we in een half uur klaar.”
Van Steijn is van het stuk gaan houden. Hij vindt het ‘fantastisch’ wat een diversiteit de Spaanse componist in zijn muziek heeft aangebracht. Zo hoort hij uiteraard Spaanse elementen, maar ook passages die lijken op de koninklijke muziek van iemand als Jean-Baptiste Lully.
De repetitie is in elk geval veelbelovend. Interessante muziek, prachtige stemmen en een bonte, inderdaad groteske regie.
Maar de operaliefhebber krijgt ruimschoots de kans om de opera zelf te beoordelen. Op 20 oktober gaat de productie in première in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Daarvoor zijn er try-outs in Meppel (15 oktober) en Breda (18 oktober). Na de première is het werk tot en met 30 december nog tien keer te zien.
Kijk voor meer informatie op de website van Opera Trionfo. Lees ook het interview met hoofdrolspeelster Laila Sbaiti dat onlangs op Place de l’Opera verscheen.