AchtergrondBinnenkortFeatured

Van Bergeijk maakt zijn eigen Zauberflöte

Nadat hij eerder bewerkingen van Falstaff en Don Giovanni maakte bij Opera Spanga, heeft componist Floris van Bergeijk zich nu aan een geheel nieuwe versie van Die Zauberflöte gezet voor het Friese gezelschap. “2 procent Mozart, 98 procent mijn eigen muziek.”

Floris van Bergeijk (rechts) met het ensemble dat The Electric Flute zal begeleiden (foto: Opera Spanga).
Floris van Bergeijk (rechts) met het ensemble dat The Electric Flute zal begeleiden (foto: Opera Spanga).

The Electric Flute. Zo heet het nieuwe werk van Floris van Bergeijk. Vanavond gaat het in première tijdens het Oranjewoud Festival. De Engelse tekst komt van Jonathan Levi, de regie van Opera Spanga-leidster Corina van Eijk.

Voor Van Bergeijk sluit de première een traject van vele maanden werk af. Al in januari legde hij de laatste hand aan de muziek. Vanaf begin april was hij met de vier andere musici van zijn ensemble bezig om een paar maal per week de partituur door te nemen en de afgelopen weken kwamen muziek, zang en spel samen op locatie, in het bos van Oranjewoud.

In The Electric Flute krijgt het klassieke Singspiel van Mozart een moderne, politieke draai. Het verhaal speelt zich af in Washington. Pamina is de dochter van de machtige politicus Sarastro en de voormalige escortgirl Queenie, die inmiddels de eigenares van een vijfsterrenbordeel is. Tamino moet Pamina van Sarastro terugroven, maar Sarastro probeert van hem zijn opvolger te maken. Ondertussen heeft Pamina haar zinnen op het presidentschap gezet.

Hoe kom je op het idee om zo’n klassieker uit het operarepertoire te bewerken?
“Door de eerdere projecten die ik bij Spanga heb gedaan. De samenwerking begon met Falstaff. Daarvan bewerkte ik de muziek, maar liet ik de zanglijnen intact. Met Donna Giovanni deden we min of meer hetzelfde. Onder de zanglijnen van Mozart maakten we een remix; heel gebruikelijk in de elektronische muziek.

Dat ‘decomponeren’ was leuk, maar om nu weer hetzelfde te doen, zou een herhaling van zetten zijn. Ik wilde iets geheel nieuws maken. Het verhaal van de opera is redelijk overeind gebleven en alle personages uit Mozarts stuk zijn aanwezig, maar de muziek is mijn eigen muziek, met een paar referenties aan het origineel – die komen letterlijk van Mozart. Ik zou zeggen: 2 procent is Mozart, 98 procent is mijn muziek.”

Waar begin je mee als je zo’n klus aanvangt?
“Corina van Eijk, Jonathan Levi en ik zijn eerst veel met elkaar gaan praten. Samen kom je dan tot een soort algemene dramaturgische benadering. Je krijgt een algemeen beeld hoe het zou moeten ‘ruiken’, zoals ik het altijd noem. Daarna ben ik gewoon heel veel gaan schrijven.

Uiteindelijk verandert er nog heel veel: liedjes komen op heel andere plekken terecht en wat eerst een aria was, gebruik ik later misschien wel als de begeleiding van een dialoog. Maar zo gaat het altijd met nieuwe composities. Mijn docent heeft me geleerd: het echte componeren is het herschrijven.”

De cast bestaat uit zowel operazangers als popzangers. Zit er een groot verschil tussen het schrijven voor die beide stemtypes?
“Absoluut. Het stemgebruik en wat ze wel en niet kunnen is natuurlijk heel anders. Maar uiteindelijk heeft iedere zanger volgens mij een ander instrument. Het verschil tussen twee klassiek geschoolde zangers kan net zo groot zijn als het verschil tussen een klassieke zanger en een popzanger. De ene bariton is de andere niet.

Overigens laat ik ze allemaal wel wat dingen doen die ze niet gewend zijn. Al moest ik daar wel wat aan duwen en trekken.”

Scène uit The Electric Flute (foto: Opera Spanga).
Scène uit The Electric Flute (foto: Opera Spanga).

Hoe zou je The Electric Flute omschrijven? Wat is het voor opera?
“Dat vind ik moeilijk om te zeggen. Iedere stilistische typering doet eigenlijk geen recht aan het werk en ook niet aan de stijl. Het is bij tijd en wijlen vrij ‘poppie’. Maar er zitten ook leuke klassiekere stukjes in. Het is behoorlijk eclectisch.

Het hangt ook van de luisteraar af. Mijn vader is ook componist, meer avant-gardistisch. Hij zou direct zeggen: dit is popmuziek. Maar iemand anders zou het veel te moeilijk vinden voor popmuziek.

Het commentaar dat ik vaak krijg, is dat er veel Zappa-invloeden in mijn muziek zitten. Dat zou je een muziekstijl op zichzelf kunnen noemen.”

Heb je je bij het schrijven van die 98 procent nieuwe muziek laten beïnvloeden door Mozart?
“Zeker. De koningin van de nacht zingt bij ons bijvoorbeeld ook erg hoog en Sarastro gaat aardig de diepte in. Ook hebben we op dezelfde plekken als in de oorspronkelijke Zauberflöte dialogen zitten. We gaan dus mee in de grote lijnen.”

Ben je zelf eigenlijk een operaliefhebber?
“Nee, niet bepaald. Er zijn er een paar die ik erg leuk vind, en daar is Die Zauberflöte er één van. Maar opera is toch ook een wat raar gebeuren. Het is één van de meest rare kunstvormen die ik ken.”

Op welke manier?
“Nou ja, het zou raar zijn als wij dit gesprek nu tegen elkaar zouden zingen en alles drie keer zouden herhalen… Opera is op een bepaalde manier een behoorlijk gedoe. Tegelijkertijd is dat gedoe wel wat er zo ontzettend leuk aan is. Maar zelf ben ik er niet echt het type voor, zeker niet voor de wat zwaardere werken zoals van Wagner. Het is ook zo lang…”

Hoe lang is The Electric Flute uiteindelijk geworden?
“Eén uur en 42 minuten. Ik heb nog nooit zo’n lang stuk gecomponeerd!”

The Electric Flute gaat op 28 mei in première en is daarna nog op 29, 30, 31 mei en 3, 4, 5 en 6 juni te zien. Zie voor meer informatie de website van Opera Spanga.

Vorig artikel

Kirchschlager zingt Schumann-liederen

Volgend artikel

Private View maakt ambities deels waar

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.