Discografie: Lulu van Alban Berg
De rol van Lulu in Alban Bergs gelijknamige opera is er één van een speciaal kaliber binnen het operarepertoire. De partij is intens en veeleisend; geen dagelijkse kost. Basia Jaworski belicht een aantal indrukwekkende vrouwen die de rol gestalte gaven op cd en dvd.
Wie is Lulu? Wat weten we van haar? Bestaat ze echt of is ze niet meer dan een hersenschim?
In de eerste akte wordt een portret van haar geschilderd dat daarna als een rode draad door de opera loopt, als een soort portret van Dorian Gray. Wat er ook met Lulu gebeurt, haar portret verandert nooit.
Alban Berg was behoorlijk door haar personage, afkomstig uit Wedekinds toneelstukken Der Erdgeist en Die Büchse der Pandora, geobsedeerd. Dat had wellicht ook met zijn persoonlijke leven te maken. Zij zou de personificatie van de Tsjechische Hanna Fuchs, Bergs laatste grote liefde, kunnen zijn. Maar er zijn ook muziekpsychologen die in Lulu Berg zelf willen zien…
Berg heeft zijn opera niet afgemaakt. Toen hij in 1935 stierf, bestond de derde akte alleen uit schetsen. Het was de Oostenrijkse componist Friedrich Cerha die 1979 de onvoltooid gebleven derde akte instrumenteerde. Tot die tijd werden alleen de eerste twee akten opgevoerd.
Hieronder een selectie van de beschikbare opnames.
Cd
Teresa Stratas
Waar u absoluut niet zonder kunt, is de allereerste opname van de complete opera met de door Cerha nagecomponeerde derde akte. Deutsche Grammophon maakte in 1979 direct na de Parijse première een studio-opname (DG 4154892).
Alle fantastische Lulu’s ten spijt, niemand kan zich met Teresa Stratas meten. Zelfs zonder het tekstboekje erbij kun je ieder woord niet alleen verstaan maar ook begrijpen.
Robert Tear is een heerlijk naïeve schilder en Franz Mazura een ongeëvenaarde Dr. Schön. De Alwa van Kenneth Riegel is een kwestie van smaak, maar zijn inleving is zowat volmaakt.
De ogenschijnlijk koele en analytische benadering van Pierre Boulez laat het drama nog meer zinderen.
U kunt de complete opname met Stratas ook op YouTube bekijken:
Anneliese Rothenberger
De opname die in 1968 door EMI is gemaakt (EMI 91233028) mag eigenlijk in geen verzameling ontbreken. Anneliese Rothenberger is een heel erg lichte, springerige Lulu, echt een onschuldig meisje.
Vergeet Gerhard Unger (Alwa), maar de verrassend lichte en sarcastische Dr. Schön van Toni Blankenheim (Schigolch bij Boulez) is werkelijk niet te versmaden.
Wat de opname extra begerenswaardig maakt, is Benno Kusche in de kleine rol van Tierbändiger. Ook de opname zelf klinkt verrassend goed.
Ilona Steingruber
Bij de naam van Ilona Steingrubber rinkelt er tegenwoordig geen belletje, maar in haar tijd was ze een gevierd sopraan, met op haar repertoire onder anderen Mahler, Korngold, Strauss en Alban Berg.
Op de door Herbert Häfner gedirigeerde opname uit 1949 (Archipel Desert Island Collection ARPCD 0540) zingt Steingrubber een zeer sensuele Lulu: erotisch en opwindend in haar zang en opmerkelijk kinderlijk in de dialogen.
Otto Wiener is een zeer autoritaire Dr. Schön en Waldemar Kmentt een niet echt idiomatische maar wel zeer aanwezige Maler. De confrontatie tussen de twee, ‘Du hast eine halbe Million geheiratet’, is dan ook bijzonder spannend.
Dvd
Evelyn Lear
Met haar filmsterrenlook en stem als een engel werd Evelyn Lear in de pers aangeduid als ‘Elisabeth Taylor meets Elisabeth Schwarzkof’. Zelf vind ik de in de jaren ’60 tot ’80 zeer populaire Amerikaanse sopraan veel interessanter dan haar Duitse collega.
Lear was één van de grootste en beste pleitbezorgsters van de moderne muziek. Op 9 juni 1962 zong ze de rol van Lulu in de eerste Oostenrijkse productie van het werk, in het net heropende Theater an der Wien. Ik kan me indenken dat het chique premièrepubliek moeite had met de enkel in nauwsluitend korset en netkousen geklede prima donna, maar als dat zo was, dan lieten ze het niet merken.
De regie lag in handen van de toen nog piepjonge Otto Schenk, die het libretto op de voet volgde. Dat Paul Schöffler (Dr. Schön) mij aan professor Unrath uit Der blaue Engel deed denken, is natuurlijk geen toeval. Net zo min als zijn gelijkenis met Freud.
De laatste scène, beginnend met de smeekbede van Geschwitz, gevolgd door de beelden van Jack the Ripper, kon net zo goed uit één van de beste Hitchcocks zijn overgenomen. Zeker ook omdat Gisela Lintz, die de rol van de gravin zingt, veel weg heeft van één van de geliefde actrices van de regisseur.
Het is ook buitengewoon spannend om naar het dirigeren van Karl Böhm te kijken. Zo heftig gebarend heb ik hem nog nooit gezien. Een absolute must (Arthaus Musik 101 687).
Hieronder de trailer:
Julia Migenes
Nooit heb ik begrepen waarom men Julia Migenes niet vaker ‘echte’ opera’s liet zingen. Ze was een grote ster op Broadway en schitterde in verschillende muziekfilms, maar behalve Lulu heeft ze naar mijn weten nooit een andere operarol op de planken gebracht. Zowel haar verschijning als haar acteren zijn zo formidabel dat men het haar vergeeft dat ze niet altijd zuiver zingt.
Franz Mazura is een fenomenale Dr. Schön. In de scène waarin hij de afscheidsbrief aan zijn verloofde schrijft, kun je bijna zijn zweet ruiken. Wat een prestatie!
Als Geschwitz maakt de inmiddels ouder geworden maar nog steeds in alle opzichten prachtige Evelyn Lear haar opwachting.
De zeer fraaie productie van John Dexter werd in 1980 in de Metropolitan Opera opgenomen (Sony 88697910099). Op de website van JPC zijn fragmenten uit de productie te bekijken.
Agneta Eichenholz
Deze kale productie van Christof Loy werd in juni 2009 in het Londense Royal Opera House opgenomen. Loy heeft de opera helemaal gestript en teruggebracht tot de pure essentie, iets wat ik zeer fascinerend vind. Door zijn minimalistische aanpak kan alle aandacht besteed worden aan de personages, hun beweegredenen en hun ontwikkeling.
Wat u ook van de regie denkt: muzikaal zit het snor. Antonio Pappano doet met het orkest werkelijk wonderen; zo transparant en tegelijkertijd zo emotioneel geladen hoor je de muziek zelden.
Klaus Florian Vogt kan mij als Alwa niet echt overtuigen, maar Jennifer Larmore is een buitengewoon aantrekkelijke Geschwitz. En Agneta Eichenholz (met haar grote ogen zowat de reïncarnatie van Audrey Hepburn) is een in alle opzichten mooie Lulu. Michael Volle is tot slot voor mij, na Franz Mazura, de beste Dr. Schön (Opus Arte OA 1034 D).
Hieronder een fragment uit de productie:
Patrizia Petibon
Ik ben geen fan van Patrizia Petibon: ik vind haar vaak aanstellerig. Haar stem is ook aan de kleine kant, waardoor ze vaak moet forceren. Niet bevorderlijk voor de zeer hoge en moeilijke noten die Berg zijn hoofdrolzangeres laat zingen. Ook fysiek vind ik haar niet bij de rol passen. Ze is geen ‘Lolita’, maar een als een klein meisje uitgedoste volwassen hoer met dito gedrag.
Ik heb ook moeite met Geschwitz (de mij onbekende Tanja Ariane Paumfartner), maar de rest van de zangers zijn meer dan excellent, met de onvolprezen Michael Volle als onnavolgbaar goede Dr. Schön.
Thomas Piffka is een voortreffelijke Alwa, onmiskenbaar een componist die continu aan zijn opera bezig is. Pavol Breslik is een geile Maler, Grundhebber een fantastische Schigolch en Cora Burggraaf een sprankelende Gymnasiast.
De productie van Vera Nemirova (Salzburg 2010) is kleurrijk en zeer expressionistisch. Marc Albrecht is voor het werk een perfecte dirigent: het Weense orkest laat zich onder zijn leiding van zijn allerbeste kant horen (Euroarts 2072564).
Hieronder de trailer:
Mojca Erdmann
Wie op het onzalige idee is gekomen om voor deze productie in Berlijn in 2012 een onbekende en onbetekende componist (hebt u ooit van David Robert Coleman gehoord?) Lulu opnieuw te laten componeren, weet ik niet, maar ik denk het hem of haar niet in dank af.
Alleen de derde akte is aangepast, want aan de echte Berg durfde men niet komen. Althans… de proloog is wel geschrapt, waardoor de opera naar de sodemieter is geholpen. Daarvoor in de plaats krijgen we een man, die liggend Kierkegaard citeert: “Alles Erlebte tauche ich hinab.” Ja ja…
Andrea Breth, inmiddels op mijn ‘no-no-lijstje’ van regisseurs laat zich hier van haar slechtste kant zien. De productie is dodelijk saai. Noch de etherisch zingende Mojca Erdmann, noch de verschroeiende Deborah Polaski, noch Michael Volle of Thomas Piffka kunnen er iets aan doen dat hier een meesterwerk om zeep wordt geholpen (DG 0734934).
Barbara Hannigan
Ik heb deze productie gezien in Brussel en kan mij het allesomvattende gevoel van totale uitputting nog wezenlijk herinneren. Krzysztof Warlikowski kiest ervoor om Lulu te benaderen als “een onthutsend requiem ter nagedachtenis aan een engel”. Wel een gevallen engel, want in zijn concept is Lulu ook Lilith, de eerste vrouw van Adam.
Barbara Hannigan is behalve een fantastische zangeres ook een professionele balletdanseres en Warlikowski laat haar zowat de hele tijd op spitzen lopen en dansen (!) en zich in allerlei onmogelijke houdingen wringen. Daarbij ‘mag ze’ ook nog zingen. Chapeau!
Natascha Petrinsky (Geschwitz) beschikt over een stevige mezzo met een mooie en warme laagte. Haar portrettering van de ongelukkige gravin is oprecht ontroerend.
Dietrich Henschel heeft genoeg kleuren tot zijn beschikking om Dr. Schön van alle nuances en twijfels te voorzien en zijn Jack the Ripper is huiveringwekkend.
De stem van Charles Workman (een werkelijk voortreffelijke Alwa) is groot en resonerend, maar ook lyrisch, zelfs in de zwaarste passages.
Tom Randle zet een zeer overtuigende Maler en Neger neer. Hij beschikt over een enorm charisma, waardoor hij beide rollen van een zeer persoonlijke klank, voordracht en uitstraling kan voorzien (BelAir Classiques BAC 109).
Hieronder een fragment:
Hieronder Barbara Hannigan over haar liefde voor Lulu:
5Reacties
Julia Migenes heeft behalve Lulu ook oa Musetta en Salome (dat laatste in Genève in de regie van Maurice Béjart) gezongen. En naar het schijnt op 3(!) jaar een rolletje in Madama Butterfly. En uiteraard Carmen in de film van Rossi…
Het zou enorm interessant zijn moest men de legendarische Stratas-Chereau-Boulez produktie eens op DVD uitbrengen. Dit is mogelijk, vermits er een opname van bestaat…
Ik vind Patrizia Petitbon wel sympathiek…
Ik heb Julia Migenes live gehoord als Salome bij de Minnesota Opera in 1989. De productie werd geregisseerd door haar echtgenoot, de filmregisseur Peter Medak en men gebruikte de door Strauss gereduceerde orchestratie. Dat was maar goed ook want anders was ze niet te horen geweest. Wel een geweldige actrice.
Migenes, Dessay, Petitbon…De vergelijking, inhoudelijk en qua zeggingskracht, dringt zich op met veel van de huidige luidsprekergeneratie…
Ik heb Julia Migenes nog gezien bij de London Opera Group in de titelrol van Caterina Cornaro van Donizetti. Ze verving Jenny Drivala. Richard Bonynge dirigeerde. Chandos zou de voorstelling opnemen voor uitgave op cd, maar er was een enthousiaste fotograaf van het gezelschap wiens klikkende camera volgens mij een einde maakte aan dat plan.
Prachtig wat Barbara Hannigan over haar beleving van Lulu zegt!!!