Bariton Thomas Oliemans geeft op 30 januari een Brahms-recital in de Stadsgehoorzaal Leiden en op 2 februari een Wolf-recital in het Concertgebouw in Amsterdam. Hij wordt begeleid door respectievelijk Paulo Giacometti en Malcolm Martineau.

Het zijn nogal wat liederen die Oliemans in een paar dagen tijd moet interpreteren. In Leiden is zijn programma geheel gewijd aan Johannes Brahms. “Koortsachtige hoogromantiek”, noemt de concertzaal het. Oliemans zingt de negen Lieder und Gesänge (opus 32) en de Vier ernste Gesänge. Zijn begeleider Paolo Giacometti vult dat aan met vier Balladen, stukken voor pianosolo.

“Oliemans en Giacometti voeren ons met passie, fantasie, drama en huiver langs donkere spelonken, vertellen van liefdesverlangen en bespiegelen over leven en dood”, schrijft de Stadsgehoorzaal.

Een paar dagen later slaat Oliemans heel ander repertoire open in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Dan staat de laatromantische Hugo Wolf centraal. De bariton zingt Mörike-Lieder, Eichendorff-Lieder en Goethe-Lieder. Uit de liederen op teksten van Goethe kiest hij het driedelige ‘Harfenspieler’, over een man die een verboden liefde koestert.

Oliemans wordt in Amsterdam begeleid door de gerenommeerde pianist Malcolm Martineau, met wie hij in de zomer van 2013 de drie grote liederencycli van Schubert uitvoerde in de Kleine Zaal van het Concertgebouw.

Zie voor meer informatie over de recitals de websites van de Stadsgehoorzaal Leiden en het Concertgebouw.

Als voorproefje hieronder een fragment van Oliemans’ kunsten in het liedrepertoire. Hij zingt ‘Hör’ ich das Liedchen klingen’ van Robert Schumann.