AchtergrondBinnenkortFeatured

Chovansjtsjina: Moessorgski’s testament

Modest Moessorgski’s monumentale laatste opera was in 2014 al eens bij de zuiderburen te zien. Vanaf 27 februari speelt De Nationale Opera Chovansjtsjina in Amsterdam. Het is een pittig werk met een lastig verhaal. Een blik op de achtergronden kan dus niet schaden.

Modest Moessorgski - Ilya Repin
Portret van Moessorgski door Ilya Repin.

Na de voltooiing van Boris Godoenov werkte Modest Moessorgski tussen 1874 en 1880 aan een tweede grote Russische opera, getiteld Chovansjtsjina. Hij voltooide in totaal zes losse schetsen in pianoreductie en werkte daarna een schets voor een libretto uit in het zogenoemde Blauwe Schrift. Na Moessorgski’s overlijden in 1881 hebben meerdere personen zich over het werk ontfermd, met als voornaamste Rimski-Korsakov en Sjostakovitsj. De door Sjostakovitsj samengestelde en georkestreerde versie wordt tegenwoordig het meest uitgevoerd.

In tegenstelling tot Boris Godoenov is Chovansjtsjina niet gebaseerd op een specifieke historische gebeurtenis. Moessorgski heeft geput uit een aantal belangrijke momenten in de Russische geschiedenis en die aaneengesmeed tot een nieuw – tamelijk fragmentarisch –verhaal. Hierin zijn de samenstellende delen echter goed te herkennen.

Historisch

Midden zeventiende eeuw koesterde tsaar Aleksej Michajlovitsj (1629-1676) ambities om van Rusland het nieuwe centrum van de christelijke orthodoxie te maken, een soort nieuw Byzantium met Moskou als het derde Rome (na Rome en Constantinopel).

In de loop der eeuwen waren echter rituele en tekstuele verschillen ontstaan tussen de Russische en de Byzantijnse kerk, die dit proces zouden kunnen belemmeren. Zo dacht althans de tsaar, daarin voluit gesteund door de Russische patriarch Nikon. Men besloot daarom de Russische teksten aan te passen aan de voorhanden zijnde Griekse. Tijdens een concilie in 1666-1667 werden de voorgestelde veranderingen besproken en kwam men tot een nieuwe Russisch-orthodoxe liturgie. De bestaande werd anathema verklaard.

‘De ochtend van de executie van de Stretsy na hun mislukte opstand in 1698’, schilderij van Vasily Ivanovich Surikov.
‘De ochtend van de executie van de Stretsy na hun mislukte opstand in 1698’, schilderij van Vasily Ivanovich Surikov.

Het leidde tot veel onrust onder de gelovigen, met als gevolg dat een groep zich afsplitste. Deze Oudgelovigen verzetten zich met man en macht tegen de opgelegde veranderingen, die zij zagen als het werk van de duivel. Daarmee keerden ze zich tegelijkertijd tegen het gezag van de tsaar, wat hen tot een staatsgevaarlijke groep maakte. In de opera wordt door het koor rechtstreeks naar Nikon verwezen: “We hebben de Nikonjanen weersproken en met redetwisten overwonnen.”

Als de tsaar in 1676 overlijdt, wordt hij opgevolgd door zijn zoon Fjodor, die al in 1682 sterft. De troon gaat vervolgens naar de zwakzinnige Ivan en diens tienjarige halfbroer Peter, de latere Peter de Grote. Tot diens meerderjarigheid treedt zijn zuster Sofia op als regentes. In 1689 trekt Peter alle macht naar zich toe en vallen Sofia en haar getrouwen in ongenade.

De Streltsy waren een eliteregiment, onder meer belast met de bewaking van het Kremlin en het handhaven van rust en orde in de stad. Feitelijk was het een militie die heer en meester was over de stad, gevreesd door de bevolking. Het regiment werd ook ingezet als versterking van de reguliere troepen in tijden van oorlog. In 1698 kwamen de Streltsy in Moskou in opstand tegen Peter de Grote, daarbij hopend op steun van diens verbannen zuster Sofia. De opstand werd echter neergeslagen.

Deze gebeurtenissen, die zich uitstrekken over een periode van ruim dertig jaar, zijn door Moessorgski samengebald in een soort eindspel, waarin oude machten definitief moeten wijken voor nieuwe en Peter de Grote zijn emancipatie van Rusland weet door te zetten.

Personages in de opera

De bojaar Ivan Chovanski is een potentaat die zich opwerpt als de redder van het vaderland. Hij heeft echter vooral zijn eigenbelang op het oog. Doordat hij de leider is van de Streltsy, maakt hij feitelijk de dienst uit in Moskou.

Door de intrigant Sjaklovity wordt Chovanski er valselijk van beschuldigd een opstand tegen tsaar Peter te beramen. Die wil dit onderzocht hebben en spreekt in dat verband van “de zaak Chovanski’, ofwel: Chovansjtsjina.

Campagnebeeld van Chovansjtsjina bij De Nationale Opera. (© Petrovsky & Ramone)
Campagnebeeld van Chovansjtsjina bij De Nationale Opera. (© Petrovsky & Ramone)

Als de troepen van Peter tegen hem oprukken, vragen Chovanski’s mannen hem wat hun te doen staat. Hij zegt: “Keer terug naar huis en wacht op de beslissing van het lot. Vaarwel.” Het is duidelijk dat hij inziet dat ten strijde trekken tegen de oppermachtige tsaar geen zin heeft. Sjaklovity laat hem vervolgens in zijn paleis vermoorden.

Vorst Golitsyn is een voormalig veldheer, die als rechterhand van Sofia heeft geprobeerd een aantal vernieuwingen in Rusland door te voeren. Doordat hij in het kamp van de verkeerde machthebber zit, wordt hij na Peters consolidering van de macht verbannen. Hij is zeer bijgelovig, wat hem belemmert in het nemen van grote besluiten. In het verleden was hij één van Sofia’s minnaars, evenals Chovanski overigens.

Dosifej is in de opera het gezicht van de Oudgelovigen. Deze patriarch is een religieus fundamentalist die in de vernieuwingen van Peter het einde der tijden ziet. Aan het einde van de opera leidt hij zijn kudde gelovigen in een collectieve zelfverbranding, een soort Jonestown. De figuur van Dosifej is getekend naar de oudgelovige patriarch Avvakoem Petrov, die na een aanvankelijke verbanning in 1682 werd geëxecuteerd.

Eén van Dosifejs volgelingen is het meisje Marfa. Zij is uiteraard diepgelovig, maar heeft tevens gaven die haar in staat stellen de toekomst te voorspellen. Een orthodox christen met heidense trekjes zogezegd. Ooit is ze verliefd geworden op de zoon van Chovanski, Andrej, die haar trouw heeft gezworen, maar nu helemaal idolaat is van het Duitse, lutherse meisje Emma, dat in de ‘vreemdelingenwijk’ woont. Marfa gaat hier zeer onder gebukt, maar weet Andrej uiteindelijk zo ver te krijgen dat hij haar volgt in de door Dosifej georkestreerde dood. Niet echt een opwekkend liefdesdrama dus.

Complexe handeling

Bovenstaande informatie maakt het mogelijk om de complexe handeling van de opera tenminste voor een deel te kunnen volgen. Doordat de hoofdfiguren uit hun historische context zijn geplukt, is er sprake van veel anachronistische situaties, die niet logisch met elkaar in verband kunnen worden gebracht. De vijf aktes volgen grotendeels de zes door Moessorgski ontworpen scènes en kunnen maar het beste als op zichzelf staande theaterstukken worden beleefd.

In de eerste akte wordt het verloop van de gebeurtenissen op gang gebracht door de valse aanklacht die Sjaklovity dicteert aan een schrijver. In hoeverre deze intrigant loyaal is aan Peter is niet na te gaan. Historisch behoorde hij tot de aanhangers van Sofia. Hij dient vooral zijn eigenbelang en de verwijdering van Chovanski uit het openbare leven is daar kennelijk mee gediend. De Strelski overladen Chovanski met loftuitingen, noemen hem de Witte Zwaan, onze vader en redder. Hij is het prototype van de meedogenloze potentaat die meer op een maffioso dan op een staatsman lijkt.

Ontwerp voor het decor van de tweede akte door Mstislav Valerianovich Dobuzhinsky (1875–1957).
Ontwerp voor het decor van de tweede akte door Mstislav Valerianovich Dobuzhinsky (1875–1957).

In de tweede akte leest Golitsyn zichzelf een brief van Sofia voor. Hij vraagt zich af of de tsarevna (Sofia) nog wel te vertrouwen is en wordt in zijn twijfels bevestigd door Marfa, die hem zijn toekomst voorspelt. Zijn macht zal worden gebroken en hij zal alles verliezen. Als Marfa vertrekt, geeft hij een ondergeschikte opdracht om haar te vermoorden, zodat de voorspelling niet publiek kan worden. Die opzet mislukt.

Vervolgens komt Chovanski onaangekondigd binnenvallen. De twee vorsten raken verwikkeld in een heftige woordenwisseling, waar Dosifej zich iets later ook in mengt. De scène doet in zijn dreigende intensiteit sterk denken aan de ontmoeting tussen Philips II en de Grootinquisiteur in Verdi’s Don Carlo.

Als we goed naar de tekst kijken, zien we dat geen van de drie ingaat op wat de ander zegt. Er wordt hard geroepen dat het belang van Rusland boven alles gaat, maar over hoe dat belang moet worden gediend, heeft men feitelijk geen idee. Dat gemis aan inhoud gaat als een rode draad door de opera. Iedereen praat wat in zijn eigen straatje, zonder dat zelfs maar de contouren van een oplossing zichtbaar worden. Feitelijk zijn alle betrokkenen de speelbal van niet te controleren krachten.

In de derde akte wordt Marfa, die voor zichzelf een liefdesliedje zingt, gekapitteld door Susanna, een godsdienstwaanzinnige oudgelovige. Verder krijgen de Strelski op hun kop van hun vrouwen, omdat ze nooit thuis zijn en te veel zuipen. Het is een intermezzo dat draait om eenvoudige menselijke verhoudingen. Even weg van het ‘wereldtoneel’.

Eveneens een time-out is het ‘gebed’ van Sjaklovity, die plotseling vanuit de coulissen opduikt. Het is opvallend dat Moessorgski het meest onaangename personage de mooiste muziek heeft gegund. Er is weliswaar niets gemeend van wat deze sluwe, achterbakse potentaat beweert, maar het klinkt prachtig en als toeschouwer ben je geneigd hem het voordeel van de twijfel te gunnen.

Als Chovanski vermoord is in akte vier, vrezen zijn mannen het ergste. Peter schenkt hun echter gratie. Maar voor de Oudgelovigen is het spel uit. De nieuwe tijd die Peter initieert, is voor hen synoniem met het einde der tijden. De wereld zal nog slechts dienaar zijn van de antichrist. In plaats van zich aan te passen, pleegt de groep collectief zelfmoord (akte vijf).

Als het ‘eindspel’ is afgelopen, is iedereen dood of verbannen, met uitzondering van Sjaklovity, hoewel dat natuurlijk ook niet zeker is.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Wende, Allan en Adele

Volgend artikel

Ignatovich: een beetje bang voor Emma

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

13Reacties

  1. Leen Roetman
    16 februari 2016 at 20:28

    Bedankt voor de achtergrond en de samenvatting van de verschillende akten. Ik hoop dat de muziek en zang een stuk beter zijn te genieten dan dat het ‘verhaal’ te volgen is!
    (Wie kan hier iets over zeggen?)

  2. Gerard
    16 februari 2016 at 21:28

    @Leen: ik kan hier iets over zeggen. Ik heb nog niet zo lang geleden een productie in Antwerpen gezien, die was prachtig; het verhaal moet je inderdaad maar voor lief nemen en gewoon genieten van de krachtige door en door russische muziek, met vele schitterende koorscenes. Ik was overtuigd!

  3. Ben Siebers
    17 februari 2016 at 09:08

    Ingewikkeld verhaal maar met deze lezenswaardige bijdrage van Peter Franken zal het al heel wat beter te volgen zijn. Bedankt hiervoor.

  4. Yvonne Philippa-Grisel
    19 februari 2016 at 12:44

    De muziek is in een woord schitterend! Verhaal gewoon laten voor wat het is en je onderdompelen in de Russische klanken. Wij draaien thuis al weken de versies van Gergiev en Abado, ik zing bij het project van DNO dat dit jaar wat koorwerk uit Ch. doet en de melodieën blijven door je hoofd jagen.

  5. Stefan Caprasse
    19 februari 2016 at 14:33

    Inderdaad schitterende muziek. Alleen de prelude al met zijn ‘dageraad op de Wolga’-thema!
    Het is overigens een opera waar we in Belgie mee verwend zijn met 2 schitterende produkties, eerst in de Munt en vervolgens, vorig seizoen in de Vlaamse Opera!

  6. Mauricio
    19 februari 2016 at 17:00

    Als je iets van Khovansjtsjina wil begrijpen (de muziek is uiteraard geweldig!) moet je hoe dan ook iets van de Russische geschiedenis kennen of op zijn minst interesse hiervoor hebben. Het is zeker geen opera van mooie aria’s, duetten, etc maar van een diepe menselijkheid met alles wat dit woord betekent: geloof, fanatisme, politiek gekonkel,corruptie, moord maar ook oprechte liefde en opoffering. Het koor (lees het volk iha) speelt de belangrijkste rol en alle andere personages worden onderworpen aan de reusachtige taferelen. Wellicht het enige moment van intimiteit is het duet van Andrej/Marfa aan het einde van de opera maar zelfs dan voel je het noodloot kloppen op de achtergrond.
    Het geeft te denken dat Moessorgski een vooruitziende blik moet hebben gehad met deze ‘volksopera’ want wat zich nu in Rusland afspeelt onder Putin is helaas een herhaling van wat er in het muziekdrama gebeurt:corruptie, machtsmisbruik,moord, fanatisme en intolerantie zijn helaas nooit weg geweest in dat prachtige land, zozeer dat ik geneigd zou zijn om het om te doppen tot ‘Putintsjina’!

  7. Stefan Caprasse
    19 februari 2016 at 19:24

    Origineel! en kan aanleiding geven tot een heel ‘geactualiseerde’ enscenering (wat KAN maar niet noodzakelijk van mij MOET)…

  8. Leen Roetman
    19 februari 2016 at 20:14

    Ik heb de “Geschiedenis van de Russische Muziek” van Francis Maes er eens op nageslagen en hij ziet in deze opera toch vooral een aristocratische tragedie. “In Chovanstjina staat het volk niet meer in het middelpunt van de geschiedenis; het is nauwelijks aanwezig. De volkse personages – de Moskovische immigranten of de streltsy – zijn allesbehalve positieve figuren. Alle personages van enig gewicht zijn aristocraten, tot Dosifej toe.”
    Als centraal thema ziet Francis Maes dat er geen vrijheid van handelen bestaat. “Geen enkel initiatief leidt tot iets. Iedereen – aristocraten en volk in dezelfde mate – wordt geconfronteerd met de ontoereikendheid van de menselijke wil. De opera gaat niet over revolutionaire actie, maar over verlies en onmacht. De historische ideologie van Chovantsjina is volstrekt pessimistisch. Verandering – laat staan vooruitgang – blijkt onmogelijk. Op de nachtmerrie volgt geen nieuwe dageraad.”
    Francis Maes wijdt 5 bladzijden aan deze opera. Citaten uit de tweede. herziene druk 2006 – Uitgeverij Sun. (Boeiend boek en naslagwerk, helaas niet meer leverbaar)

  9. Olivier Keegel
    20 februari 2016 at 13:59

    Ik ben voorstander van de insteek van Gerard: het verhaal voor lief nemen (wat kan het je schelen) en genieten van de muziek. Zo kun je trouwens de meeste opera’s het best benaderen. En of Moessorgski een vooruitziende blik had? Hij opent juist eerder een historisch venster naar zijn eigen heden. Voor een geactualiseerde regie is dan ook geen enkele noodzaak: Rusland is nooit anders gewest dan een speelbal van corruptie en geweld, dat is eenvoudigweg een continuüm; ter adstructie, een geactualiseerde versie van eb en vloed heeft ook weinig zin. Volgens Frances Maes gaat deze opera over verlies en onmacht. Net als 316 andere opera’s, denk ik dan. Enkele buitenbeentjes gaan over “goed en kwaad”, “liefde en (on)trouw” of over “menselijke dilemma’s”. Wij kunnen met enige zekerheid wel stellen dat opera’s dus over “het leven” gaan.
    Althans, voor zover men al enige aandrang voelt de opera over iets anders te laten gaan (de “lagen” !) dan het desbetreffende verhaaltje…

  10. Jan de Jong
    20 februari 2016 at 16:21

    “Ik ben voorstander van de insteek van Gerard: het verhaal voor lief nemen (wat kan het je schelen) en genieten van de muziek. Zo kun je trouwens de meeste opera’s het best benaderen.”

    Wat een fantastische argumenten lees ik hier om ook de regie van opera’s niet al te serieus te nemen. Immers als het verhaal maar bijzaak is, dan geldt dat ook voor de regie. Dat zal voor velen op deze site een grote opluchting zijn.

  11. Rudolph Duppen
    20 februari 2016 at 16:56

    Om de opera te genieten is het inderdaad raadzaam, als je tijd en zin hebt, je enigszins in de Russische geschiedenis te verdiepen. Hst. 26 Popular Revolts en hst. 27 The Orthodox Church and the Schism van The Cambridge History of Russia Volume I, From Early Rus to 1689 zijn zeer interessant en relevant.

    De Belgen zijn inderdaad verwend met twee recente producties van Chovanstjina.Ik heb de opera ooit concertant gehoord in Het Concertgebouw in waarschijnlij,k de zaterdag matinee. Verder kennen de operaliefhebbers de opera vooral van de DVD met Abbado.

    Wat Mauricio schrijft is zeer relevant.De parallelen met het huidige Rusland kunnen het publiek nauwelijks ontgaan. .

  12. Leen Roetman
    21 februari 2016 at 10:58

    Fijn dat een aantal mensen hun beeld van Poetin in deze opera van Moesorgski bevestigd zien. Ik hoop dat regisseur Christof Loy zich verre houdt van enige actualisering en een meer universele thematiek weet vorm te geven. Gelukkig lijkt hij dat te gaan doen, lees ik in het interview met Loy in Odeon.

  13. Rudolph Duppen
    21 februari 2016 at 13:58

    Actualisering is meestal een zwaktebod en een onderschatting van de intelligentie van het publiek. Het publiek trekt zijn eigen parallelen met het heden.