Met brengt nieuwe Manon Lescaut
De Metropolitan Opera zendt op zaterdag 5 maart een nieuwe productie van Manon Lescaut uit in bioscopen in de hele wereld, waaronder Nederland. Sir Richard Eyre tekent voor de regie van Puccini’s opera, Kristine Opolais en Roberto Alagna zingen de hoofdrollen.
Richard Eyre verplaatst het tragische liefdesverhaal van Manon Lescaut naar de jaren veertig van de vorige eeuw en werkt daarvoor samen met ontwerper Rob Howell. Samen met Howell maakte Eyre eerder producties van Le nozze di Figaro, Werther en Carmen bij de Met in New York.
In eerste instantie zou de beroemde Duitse tenor Jonas Kaufmann de rol van Des Grieux voor zijn rekening nemen, maar hij moest afzeggen en is vervangen door Roberto Alagna, die zich voor het eerst aan de Puccini-partij waagt. Hij staat naast sopraan Kristine Opolais, die ruime ervaring met de rol van Manon heeft. Opolais kwam vandaag uitgebreid aan het woord op Place de l’Opera (lees het interview).
De rol van Lescaut wordt ingevuld door de Italiaanse bariton Massimo Cavalletti, die vorig jaar tweemaal in Amsterdam te bewonderen was in producties van De Nationale Opera (Falstaff en La bohème). Brindley Sherratt vertolkt de partij van Geronte.
De muzikale leiding is in handen van Fabio Luisi, eerste dirigent van de Met. De presentatie van de Live in HD-uitzending wordt verzorgd door Deborah Voigt.
In Nederland is Manon Lescaut te zien bij de vestigingen van CineMec, vele vestigingen van Pathé en Theater de Speeldoos in Baarn.
7Reacties
Ik vond het op z´n zachtst gezegd geen succes. De verplaatsing naar de 2e wereldoorlog leek me (ondanks de uitleg in de pauze van Sir Eyre)nogal zinloos. De ´deportatie´ naar de woestijn (Wasteland) nog ridiculer dan normaal. Tijdens de prachtige ouverture van de derde akte kwam de helft van de bezoekers genoeglijk keuvelend de zaal binnenlopen. Roberto Alagna viel gezien de korte voorbereidingstijd weinig te verwijten, maar zijn gezichtsuitdrukkingen lijken bij elke Met-productie hetzelfde, ongedacht welke rol hij zingt. En Kristine Opolais leek pas tijdens haar sterfscène echt tot leven te komen (..) Nee, ik heb wel eens meer genoten.
Daar ben ik het toch compleet niet mee eens. OK, men kan zich het nut afvragen van een verplaatsing naar de 2e WO, maar echt storen deed (mij) dat niet en eenmaal men het kader gewoon is, volgt men het verhaal zonder er zelfs nog aan te denken. Dat de deportatie naar de woestijn “normaal” al “ridicuul” overkomt, komt omdat Puccini teveel inhoud uit de roman heeft weggelaten tussen de deportatie en de dood van Manon in de woestijn zodat men zich in de opera inderdaad afvraagt hoe Manon en Des Grieux plotseling in het midden van die woestijn terecht komen. Maar goed, dat moet men er in deze opera maar bijnemen… En in deze enscenering gaf die slotscene een immens troosteloze aanblik. Een hele wereld is ingestort, zowel letterlijk als wat betreft het lot van de protagonisten…het deed me een beetje denken aan de soortgelijke oplossing die Carsen in de Vlaamse Opera aan deze slotscene gaf; ook daar sterft Manon letterlijk tussen de puinhoop die ze van haar leven gemaakt heeft… Ik vond overigens dat zowel Alagna als Opolais er zich vocaal EN dramatisch naar het einde toe meer en meer volledig tegenaan smeten! OK, misschien waren niet alle hoge noten even zuiver (dit is live) maar zelden zoveel doorleving gezien! Melodrama natuurlijk, maar dat IS opera! De cameramannen hadden overigens schijnbaar veel genoegen in het in close-up geven van Opolais in het tweede bedrijf… 😉
Dus ja, ik was WEL enorm enthousiast…
@Kees-Christiaan: dat binnen komen kletsen tijdens het Intermezzo was dat in de bioscoop waar je de voorstelling hebt bijgewoond?
@Stefan: je laatste zinnen (vanaf ‘ik vond overigens’) zijn me uit het hart gegrepen.
@Maarten-Jan: ja, in een van de Pathé bioscopen.
(ik heb overigens de discussie maar verplaatst naar de recensie van Peter Franken, om verwarring te voorkomen)
@Maarten-Jan: Amai, dank U!
Wanneer er nog kletsende mensen binnen komen tijdens het Intermezzo dan is dat een ernstige fout van de bioscoopmanager. Die krijgt vanuit New York een keurige tijdtabel met het aanvangsmoment van het gedeelte na de pauze(s). Heel opmerkelijk dat dit in de bioscoop van Kees-Christiaan gebeurd is, want op het moment dat de pauze voorbij was, volgde eerst nog een backstage-interview in de jurkenkamer van The Met en een gesprekje met Fabio Luisi. Pas daarna zette het orkest het Intermezzo in, zeg maar minstens tien minuten later. Dan verwacht je toch geen keuvelend publiek meer van de gang?
Ja, de organisatie loopt soms in ’t honderd. En de meeste mensen redeneren ook “zolang ik niet neerzit, mag ik tateren…”