Ondergrondse Orfeo met Nieuwe Stemmen
Vandaag begint Operadagen Rotterdam aan tien dagen opera en muziektheater overal in de stad. Het talentenensemble de Nieuwe Stemmen werkt aan een Orfeo-productie die in oude stadsgewelven zal worden uitgevoerd. François van den Anker ging kijken bij de repetities die – nog bovengronds – in Rotterdam-Noord worden gehouden.
Naast de tientallen producties die Operadagen Rotterdam naar het festival haalt, zijn er ook eigen voorstellingen, onder meer met de Nieuwe Stemmen. Het ensemble van jong, internationaal operatalent wordt jaarlijks opnieuw samengesteld. Hun hoofdtaken: huiskamerconcerten en – dit jaar – de opera Orfeo’s Night Song, een bewerking van L’Orfeo van Monteverdi, gecombineerd met diens Vespers.
Het repetitielokaal van de Nieuwe Stemmen bevindt zich in een woonwijk in Rotterdam-Noord. Op de bovenste etage van een buurthuis, in een voormalige kapel, werken de zangers en regisseur Timothy Nelson aan de doorloop van enkele scènes. Komende week zullen de leden van het ensemble verkassen naar de plek waar de voorstellingen plaatsvinden: eeuwenoude gewelven onder het Rotterdamse Oostplein, die normaal niet voor publiek toegankelijk zijn. De huiskamerconcerten bij particulieren in de stad worden van 17 – 24 mei gegeven.
Huiskamerconcerten
Timothy Nelson is sinds een jaar of vijf verbonden aan Operadagen Rotterdam. Hij werd gevraagd in de tijd dat hij directeur was van Opera Studio Nederland. Ook toen maakten de huiskamerconcerten, waarbij het publiek een optreden van een jong zangtalent aan huis kan ‘bestellen’, deel uit van het aanbod. “We begonnen ooit met wel 35 zangers, die allemaal een concert gaven”, vertelt Nelson. “Een jaar later werd besloten om met minder zangers te werken, die dan meer begeleiding zouden krijgen. Tegenwoordig doet ieder vijf concerten, met een eigen muzikaal-theatraal programma.”
De jonge talenten wordt gevraagd een thema te kiezen dat voor hen betekenis heeft. Nelson is in oktober vorig jaar begonnen met de zangers. “Ik ga met ieder apart aan de slag met de vraag wat hen bezighoudt en inspireert. Op basis daarvan maken we keuzes voor een programma. We willen wegblijven van het geijkte rijtje opera-aria’s op een recital.”
“Ik ben echt trots op de programma’s die dit jaar gemaakt zijn”, vervolgt de regisseur. “We hebben in het ensemble Ernesto TresPalacios, die het Shakespeare-jaar als uitgangspunt nam voor zijn programma. Wendeline van Houten maakte een voorstelling met muziek die Poulenc voor vrouwen componeerde. En het idee van Rosina Fabius was een programma rond het thema vluchtelingen, waarvoor ze onder meer muziek van Monteverdi en Berio gebruikte.”
Brieven
Florien Hilgenkamp is één van de Nieuwe Stemmen dit jaar. Ze deed auditie omdat ze graag meer opera wil zingen. Een nieuwe rol is een uitdaging en ze kreeg de kans om met Timothy Nelson werken. “Operadagen heeft inmiddels een grote naam en er zitten heel veel leuke projecten omheen”, vertelt de zangeres.
Haar huiskamerprogramma bestaat uit muziek van Monteverdi, afgewisseld met brieven. “Ik heb bijvoorbeeld een brief van mijn eigen moeder in het programma verwerkt. Maar een ander onderdeel, de open brief die enkele moeders schreven aan hun zonen die zich bij IS aangesloten hebben, was nog heftiger om te doen. Die tekst, gecombineerd met ‘Pianto della Madonna’ van Monteverdi, emotioneert en dat was tijdens mijn optredens heel goed te merken, zowel bij mezelf als bij het publiek.” Florien maakte haar soloprogramma voor Operadagen, maar op de vraag of ze het nog eens elders zou willen doen, is het antwoord: “Heel graag!”
Timothy Nelson bereidt de zangers ook voor op het werken in de kleine omgeving van een huiskamer. “Ik leg hun uit dat het heel confronterend kan zijn. Maar dat helpt niet. Na hun eerste huiskamerconcert zijn ze behoorlijk in de war. Maar uiteindelijk zien ze hoe bevredigend het is. Bij het optreden van Florien zag ik dat het publiek letterlijk in tranen was. Zo’n intiem optreden is een indringende gebeurtenis.”
Albert Heyn-tas
Inmiddels heeft repetitor Ryaan Ahmed zijn enorme koffer met de theorbe naar boven gesjouwd en kunnen de eerste scènes gerepeteerd worden. De middelen in het repetitielokaal zijn eenvoudig. Uit een Albert Heyn-tas komen witte doeken die de zangers als een stola dragen. Om de lichteffecten uit te proberen, gaan de tl-balken even uit. Plots staat ieder op zijn plek, is er grote concentratie en zingt countertenor Keith Pun ‘Rosa del Ciel’.
De jonge countertenor, geboren in Hongkong, zingt de titelrol van Orfeo, die vaak door een tenor of hoge bariton wordt vertolkt. “Ik zing een octaaf hoger, dat heeft Timothy bedacht”, legt hij uit. “Er was overigens in de tijd van Monteverdi grote vrijheid in de keuze van stemtypen en er werd veel op specifieke zangers gecomponeerd.”
Als achtjarige raakte Pun gefascineerd door een reclame voor piano’s en nam les. Hij kwam in de ban van zingen bij een bezoek aan een klassiek recital, in het kader van een werkstuk voor school. In Hongkong haalde hij een bachelor muziekwetenschappen. Daarna verhuisde hij naar Londen, waar hij aan het Royal College of Music studeerde. Eén van zijn docenten daar is countertenor Lawrence Zazzo.
“Ik ben net klaar met mijn studie en wil nog veel leren en ervaring opdoen”, vertelt hij. “Ik was geïnteresseerd in deelname aan dit ensemble omdat Nederland een grote traditie heeft in oude muziek. De aantallen passie-uitvoeringen van Bach in dit land zijn echt verbijsterend!”
“Ja! Ja! Ja!”
Regisseur Timothy Nelson vertelt hoe de keuze voor de productie tot stand kwam. “L’Orfeo was de enige Monteverdi-opera die ik nog niet had gedaan. Ik heb aan de directie van Operadagen het plan voorgelegd om zijn drie opera’s Il Ritorno d’Ulisse, L’Orfeo en l’Incoronazione di Poppea achter elkaar op een dag te brengen. Ze dachten dat ik gek geworden was, maar ik kreeg wel de kans om L’Orfeo te doen. In zijn Vespers – die ik ook heel graag eens wilde ensceneren en die vermoedelijk in hetzelfde jaar als Orfeo gecomponeerd zijn – zitten veel parallelle muzikale ideeën.”
Meteen met het voorstel aan Nelson om L’Orfeo te regisseren, kwam het bericht over de plek waar de productie zou worden gespeeld. “Bij de mail zat een foto van de locatie. Ik zei: ‘Ja! Ja! Ja!’ Het is perfect, zowel akoestisch als qua sfeer.”
Die locatie stelt bijzondere eisen aan de zangers. Wendeline van Houten is voorbereid op de ongebruikelijke omstandigheden. “De kelderruimte geeft door de akoestiek iets meer terug van wat je zingt, maar het vraagt ook heel goed opletten als je gelijk moet zijn met iemand of met het orkest. Dat kun je niet op gehoor doen. Ik heb geleerd dat de beste keuze is om dicht bij je eigen stem te blijven.”
De sopraan heeft ervaring opgedaan in projecten als Die stumme Serenade van de Dutch National Opera Academy, zong verschillende rollen bij de Opéra Mosset in Frankrijk en nam deel aan het door Johannette Zomer begeleide Hohe Messe-project van de Noorderkerk in Amsterdam. Naast opera zingt ze veel oratorium. “Ik vind het allebei oprecht leuk. Het theatrale van opera spreekt me aan, maar er is ook zo veel prachtigs geschreven aan oratoria. Haydns Die Schöpfung, en dan ook nog met Marcus Creed en het Orkest van de Achttiende Eeuw: dat was fantastisch om te doen.”
Van Houtens rol in Orfeo’s Night Song is die van Esperanza, de hoop. “Ik breng Orfeo naar de onderwereld en zeg dan: tot hier, nu moet je alleen verder. Het is heel dramatisch.”
Knipperen
Florien Hilgenkamp studeerde haar rol van Eurydice al eerder in. “En nu kan ik hem ook spelen. Eén van de kleine uitdagingen is het feit dat ik enige tijd mijn ogen moet openhouden zonder te knipperen; het moet lijken of ik dood ben. Ik ga weliswaar dood als Eurydice, maar Tim heeft het zo geschreven dat ik ruimte krijg om nog meer van de rol te maken.”
Hilgenkamp is enthousiast over haar ervaringen in het Nieuwe Stemmen-ensemble en over het werken met regisseur Timothy Nelson. “Hij is heel inspirerend. Het is lastig in woorden uit te drukken, maar Tim heeft een natuurlijke, directe manier van werken, waarin heel veel emotie zit.”
De repetitie gaat door. ‘Deus in adjutorium’ uit de Vespers wordt gezongen en de zangers oefenen de choreografie die daarbij hoort. Ze hebben nog even in het repetitielokaal; binnenkort gaan ze aan het werk op de locatie voor de première op 28 mei en de drie daaropvolgende uitvoeringen. Daarnaast is er de komende week nog veel meer te doen: zingen bij verschillende evenementen, nog wat huiskamerconcerten en – ook een traditie – optredens in de Rotterdamse Bijenkorf.
Dit jaar wordt op het dak van het warenhuis Purcells The Fairy Queen gezongen. Op zaterdag 21 mei geeft Florien Hilgenkamp met haar duo Rabbits at Top Speed tussen 14.00 en 16.00 uur verschillende optredens in de winkel. En op de eerste festivaldag, vrijdag 20 mei, zijn er vanaf 16.00 uur korte voorstellingen in de etalage. “Dat is altijd een hoogtepunt”, zegt Timothy Nelson. “Een volledig willekeurige groep voorbijgangers die totaal verrast naar opera in een etalage staan te kijken.”
Zie voor meer informatie over de Nieuwe Stemmen en het hele programma van Operadagen Rotterdam de website van het festival.
2Reacties
Wat een fantastisch plan!
(ik hoop dat geen van de zangers allergisch is voor het ‘klimaat’ beneden in de gewelven. Veel schimmels en vocht enzo…)
Ik heb kaarten voor Orfeo (uitverkocht)! Wat een spannende locatie!
Dit is het leukste festival van Nederland.
Deze zaterdag neem ik deel aan de Operawandeling (uitverkocht) die start met een optreden in een voormalige Volkswagengarage en eindigt in Podium 0950, gelegen op één van de mooiste locaties van Rotterdam langs de Maasboulevard. Dan moet ik snel door naar het Oude Luxor waar de voorstelling Parsifal (uitverkocht) van start gaat. Een nieuwe vorm van opera in drie aktes op verschillende locaties in Rotterdam. Deze eindigt met een enorm slotkoor bovenaan ‘de trap’ naar het Groothandelsgebouw. Wow! Het weer doet ook aardig mee!