Morschi Franz: “Mag het een onsje minder?”
Al tien jaar is hij regelmatig op het toneel van De Nationale Opera te vinden. Eerst in het extra koor, de afgelopen jaren steeds vaker in kleine solorollen. Deze maand zingt hij de ceremoniemeester in Pique Dame. Een openhartig gesprek met tenor Morschi Franz.
Morschi Franz: zijn naam alleen al roept herinneringen op aan operettes en ‘Wien, Wien nur du allein’. Maar er is meer: Franz is een aantrekkelijke jongeman die zo uit een Sissi-film lijkt te zijn weggelopen. Niet in de laatste plaats vanwege zijn tot in de details verzorgde kledingstijl, die de jaren twintig van de vorige eeuw doet herleven. Het is geen pose. Zo is hij.
De in Roermond geboren, charismatische tenor heeft een Sinto-vader en een Limburgse moeder en dat schept verplichtingen. Noem het maar ‘zigeunerbloed’.
Zigeuner, mag ik dat zeggen? Van hem wel, al vindt hij dat de naam bij de meeste mensen te veel negatieve associaties oproept. Bovendien is er wel een verschil tussen Sinti en Roma. Hij is een Sinto.
“Ik ben naar mijn peetoom vernoemd, die heette ook Morschi. De naam betekent ‘manneke’. Mijn peetoom speelde viool bij Tata Miranda en hij zong ook. Mijn ouders waren beiden muzikaal: ik ben een goede combinatie van ‘Sinti-nostalgie’ en Zuid-Limburgse fanfares. Dat mijn familie naar Roermond trok, komt vanwege Onze-Lieve-Vrouw van de Kapel in ’t Zand, hét pelgrimsoord van de Sinti. Voor de oorlog heeft het gros van mijn familie in Beek gewoond.”
Even een stukje voorgeschiedenis: wist u dat Sinti al sinds de vijftiende eeuw door Nederland trekken? Volgens de overlevering vond een herder vijf eeuwen geleden een Mariabeeldje in een waterput. Sindsdien gebruiken de rondtrekkende Sinti dit ‘heilige water’ om hun kinderen en zieken te beschermen en te genezen. In 1944 werden bijna alle Sinti en Roma in Nederland gearresteerd. Ook de familie Franz in Beek werd opgepakt.
“Mijn grootouders wisten samen met hun twee kinderen door het raam aan de razzia ontsnappen. Mijn vader was toen vijf jaar oud. Ze hebben daarna ondergedoken gezeten in een kippenhok bij een boer in Sittard. Alle anderen familieleden zijn eerst naar Westerbork en daarna naar Auschwitz gedeporteerd. Bijna niemand keerde terug.”
“Ik heb een niet te verklaren moeite met de politie en de douane”, vervolgt Franz. “Iedere keer als ik ergens naartoe moet vliegen, bekruipt mij een afschuwelijk gevoel dat ik uit de rij gepikt word en apart word genomen.”
Star Wars
“Zolang ik me kan herinneren, heb ik van muziek gehouden”, vertelt Franz. “Ik ben met pianospelen begonnen, maar dat wilde niet opschieten. Mijn vingers deden nooit wat ik van hen wilde. Dankzij filmmuziek heb ik mijn weg gevonden. Zo is mijn echte enthousiasme geboren.”
“Filmmuziek vind ik weergaloos en buitengewoon spannend. John Williams is mijn held. Hoe die man hele klassieke stukken in zijn werk weet te verweven! Star Wars vind ik een soort Parsifal, met leidmotieven en al. Er zit ook Stravinsky in; je vindt er zowat de hele Sacre. Maar ook het Zwanenmeer van Tsjaikovski. De muziek van Williams spreekt voor zich, ook zonder beelden.”
“In de periode dat ik zo met filmmuziek dweepte, kwam ik iemand tegen die zei dat ik naar opera moest luisteren. Dat deed ik. Vijftien was ik, misschien zestien, toen ik mijn eerste opera zag: Die Meistersinger von Nürnberg van Wagner, in Amsterdam. Ik was onmiddellijk verkocht: ik moest en ik zou zanger worden. Van die betovering wilde ik deel kunnen uitmaken. Ik werd lid van een operettevereniging. Eerst als figurant, maar al snel nam ik zanglessen.”
Pasta e Basta
“Mijn conservatoriumtijd… nee, daar heb ik geen goede herinneringen aan. Wat kun je leren als je maar één uur zangles per week hebt? Anderhalf uur klassiek? Er werd dan wel aandacht aan acteren besteed, maar dat alles was gewoon te weinig. Terugdenkend had ik net zo goed privélessen kunnen nemen.”
“En dan ben je afgestudeerd, maar hoe verder? Ik viel in een groot gat. Een poos heb ik zelfs bij Pasta e Basta gewerkt. Maar ik troost me met de gedachte dat ook Eva-Maria Westbroek zo is begonnen.”
“Aan concoursen heb ik nooit meegedaan. Nu heb ik er spijt van, want alleen zo kun je je presenteren. Maar toen dacht ik erboven te staan. Té trots. Ook bij mijn familie heerste een sfeer van: competities, dat kan niet gezond zijn. En nu is het te laat, nu ben ik er te oud voor. Vandaar dat ik Annett Andriesen zo buitengewoon dankbaar ben dat ik mocht deelnemen aan de Wagner-masterclasses van het Internationaal Vocalisten Concours! Ik heb er zo ongelofelijk veel geleerd en zo veel van opgestoken. Ik werkte er met Nadine Seconde, een werkelijk fantastische coach.”
Ringetje
“Tien jaar geleden werd ik bij De Nationale Opera aangenomen als lid van het extra koor. De eerste opera waarin ik als koorlid zong, was Tannhäuser. Man o man, wat vond ik het fantastisch. En de productie van Nikolaus Lehnhoff was ook zo geweldig mooi!”
“Mijn eerste solorol kreeg ik in De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja van Rimski-Korsakov. Wonderlijk genoeg heb ik daar niet voor hoeven auditeren; ik werd gewoon gevraagd door Hein Mulders, de toenmalige casting director.”
“Daarna kwam Ringetje, en dat was leuk! Ik snap echt niet dat die productie niet door heel Nederland is gaan toeren. Het verdient het om overal en door iedereen gezien te worden. Het is veel te goed om ergens opgeborgen te liggen.”
Geen lederhozen en dirndl
Behalve opera en operette zingt Morschi Franz ook lichtere genres, zoals burleske. Een fantastisch genre, vindt hij. “Ik heb een tijd burleske-feesten georganiseerd. Het is iets waar ik bijzonder van houd: mensen in gala, in stijl, Marlene Dietrich, Zarah Leander…”
“Ik ben bijzonder gesteld op het Berlijn van de jaren twintig. Operette, cabaret, jazz: uitdagend en echte avant-garde. Het gekke is dat als je met Nederlanders over het Berlijn uit de tijd begint, dat ze onmiddellijk aan de nazi’s denken. Ook de Nederlandse perceptie van operette deugt voor geen meter. Operette is géén lederhozen en geen dirndl! Kijk alleen maar naar Fritzi Massary of Gita Alpár!”
“Met de komst van de nazi’s werd dat alles verboden en vernietigd. En nog steeds is operette een beetje een vies woord in de wereld van de klassieke muziek, iets wat ik echt niet snap. Ik vind operettes meer dan geweldig. Alles zit er in: chique, elegantie, seks, ontspanning, satire. En dan die heerlijke melodieën. Het moet toch ook niet altijd van die zware kost zijn. Dat krijgen we al dagelijks in de media te zien. Mag het een onsje minder ernstig zijn als je uitgaat?”
“Wat ik ook niet snap: waarom moet de hele realiteit op de bühne uitgemeten worden? Ik ben niet achterlijk, ik weet heel goed wat er speelt en hoe de wereld in elkaar zit. Moet ik het allemaal nog een keer herbeleven als ik uitga? Mensen gaan naar de opera om aan de werkelijkheid te ontsnappen. We willen lachen en hebben allemaal recht op dromen en sprookjes. Daar is toch niets mis mee?”
Piepklein
“Ik verheug me enorm op Pique Dame. Zingen met het Koninklijk Concertgebouworkest, wow! En dan ook nog eens onder Mariss Jansons. Ik heb een piepklein rolletje, maar toch moest ik komen voorzingen. Jansons wilde ons allemaal persoonlijk horen.”
“Het wordt een leuk weerzien met mijn lieve collega’s uit Chovansjtsjina, Svetlana Aksenova en Olga Savova. Maar ik verheug me ook op de samenwerking met Stefan Herheim. Ik heb hem al eerder meegemaakt, in Jevgeni Onjegin. Ik zat toen nog in het koor, maar ik vond hem bijzonder prettig om mee te werken. Hij is heel erg precies en ik had het idee dat hij echt wist wat hij wilde. Hij was ook heel erg consequent.”
Droomrollen
Gevraagd naar zijn dromen voor de toekomst, hoeft Morschi Franz niet lang na te denken. “Eén: een grote operetteshow met alles erop en eraan. Twee: Lohengrin. En drie: Siegfried in Siegfried. Siegfried is een zware rol, ja, maar Siegfried is lyrischer dan de meeste mensen denken. Het is mijn droomrol.”
Italiaanse opera’s ontbreken in zijn lijstje. “Ik ben nu eenmaal Duits georiënteerd. Operette en Wagner liggen me het best. Maar mocht ik ooit de loterij winnen, dan koop ik een huis op Bali en ga daar samen met mijn vriendin wonen. Ik ben verliefd op Bali en breng er zo veel mogelijk tijd door. Het eten is er lekker, de mensen zijn vriendelijk en ze hebben er een rijke cultuur. En dan de kleuren en geuren! Daar ga ik dan een operahuis stichten dat het Balinese en het westerse vermengt. Mijn vriendin danst bij Het Nationale Ballet en ziet die combinatie ook zitten!”
Hieronder zingt Morschi Franz ‘In fernem Land’ uit Lohengrin van Wagner. De opname is gemaakt tijdens een lunchconcert bij De Nationale Opera op 19 januari. Aan de piano zit Jan-Paul Grijpink:
Zie voor meer informatie over Pique Dame de website van De Nationale Opera.
5Reacties
Wat men vergeten is te publiceren is dat ik sinds een paar jaar werk met mijn vocaal coach Kirsten Schötteldreier. Met heel veel succes en blijdschap voor mijn enorme vooruitgang wil ik haar toch noemen. Ik ben haar erg dankbaar voor alles wat ik de laatste paar jaar met haar bereikt heb en kijk uit naar wat nog komen zal. Dankjewel Kirsten!!
Mooi verhaal over een kleurrijk persoon en een uitstekende zanger!
Nadine Seconde = Nadine Secunde
wel errug leuk….Seconde!
Er zijn overigens veel fragmenten van Morschi Franz op YouTube te vinden olv André Rieu.
https://www.youtube.com/watch?v=fhjsM7ONudA
en niet onverdienstelijk in Pasta e Basta!
https://www.youtube.com/watch?v=aFNkl3XRrzU
wij zijn grote fans van mirusia en andre rieu, maar van het duet van morschi en mirusia “all I ask of you” kregen wij kippevel. Wij hebben de dvd en cd besteld van het rieu concert in dresden en genieten op vele momenten. Heel erg bedankt. Carla
Een bevlogen persoon,deze Morschi Franz.
Er is vaak genoeg bewezen dat je dromen waar kunt maken en deze mens geworden cultuurkluster gun je dat toch
voor 200% .
De liefde voor Bali deel ik eveneens.
Veel sterkte in inspiratie toegewenst,
Egidius Pluymen.