Thomas Oliemans is een omnivoor
Bariton Thomas Oliemans lust de hele dag wel muziek. Zelfs als de tijds- en prestatiedruk van een carrière als solist hem soms wat veel wordt, vindt hij rust en ontspanning door iets op de piano te spelen of iets te zingen. Op 17 september geeft hij een liedrecital in de Edesche Concertzaal. Een gesprek over zijn jeugd, zijn passie en Schumanns liederen.
Als kind hoefde Thomas Oliemans geen schop onder de kont te krijgen om zich achter zijn notenstandaard te zetten. Met veel plezier speelde hij vanaf zijn zesde viool en vanaf zijn twaalfde ook nog piano. “Het sloeg direct bij me aan. Het was niet eens een bewuste keuze, het was er gewoon.”
Oliemans speelde en luisterde veel en was altijd nieuwsgierig naar nieuwe stukken. Klassiek, maar ook jazz, pop en cabaret. “Ik vind dat het verschil tussen klassieke muziek en andere soorten muziek vaak te veel benadrukt wordt. Klassieke muziek is niet ontoegankelijk. Breng kinderen er gewoon mee in contact.”
Vanaf zijn vijftiende begon Oliemans ook serieus te zingen. “Omdat ik al zo veel piano en viool speelde, kon ik me makkelijk en snel nieuw repertoire eigen maken. Dus toen die hele zangwereld erbij kwam, ben ik daar als een soort omnivoor ingedoken.”
Het was tijdens een muziekavond op school dat Oliemans’ stem begon op te vallen. “Ik had me voor de lol opgegeven en zong zowel een lied van Mahler als ‘Niemand weet hoe laat het is’ van Youp van ’t Hek. Eén van de ouders werkte bij het conservatorium van Utrecht en zei tegen me: met die stem moet je meer doen, je zou eens toelating moeten doen. Dat deed ik, voor lichte muziek en voor klassiek, en voor beide werd ik aangenomen. Ik voelde me er als vis in het water. De hele dag kon en mocht ik zingen!”
Geneesmiddel
Vioolspelen doet Oliemans nog maar zelden. “Mijn jongste zoon is pas met vioolles begonnen. Toen heb ik mijn viool ook weer uitgepakt. Maar dat was voor het eerst sinds vijftien, zestien jaar.”
Piano speelt Oliemans nog wel vaak. Niet alleen bij het instuderen van zijn zangpartijen, maar ook gewoon ter ontspanning. “Fysiek is het anders dan zingen, maar je maakt op die manier toch muziek.”
“Muziek is zowel de kwaal als het geneesmiddel”
Het is typerend voor Oliemans’ onstilbare honger naar muziek. Hij krijgt er geen genoeg van. “Soms stijgt het water me weleens naar de lippen, door de druk die dit vak met zich meebrengt. Maar gek genoeg ga ik dan om te ontspannen toch weer achter de piano zitten om iets te spelen of wat voor mezelf te zingen. Muziek is eigenlijk zowel de kwaal als het geneesmiddel. Om bij te komen van alle muziek, zoek ik toch weer de muziek op.”
Wat muziek voor hem zo onweerstaanbaar maakt? “Dat blijft een mysterie, al zijn er bibliotheken volgeschreven over het hele harmonische systeem. Zelf denk ik dat het ermee te maken heeft dat muziek een soort overwinning op de tijd is. We hebben de tijd en het feit dat het leven voorbijgaat niet in de hand. Maar als je muziek maakt, kun je alles om je heen toch even stilzetten.”
Fischer-Dieskau
Oliemans is bij velen bekend als operazanger. Hij zong hoofdrollen bij De Nationale Opera, maakte als één van de weinige Nederlandse zangers zijn entree bij het prestigieuze Royal Opera House in Londen en staat ook in Frankrijk, Zwitserland en Zweden regelmatig op de planken. Te midden van die grote producties vergeet hij de ‘kleine’ vorm van het kunstlied echter niet. Hij geeft vaak en graag liedrecitals. Als tiener raakte hij al gefascineerd door de liederen van Mahler en als zanger heeft hij die interesse steeds verder uitgebreid.
“De kaartjes die Fischer-Dieskau me stuurde, bewaar ik als een soort relikwieën in een map”
Een grote inspiratiebron op dit gebied was voor hem de fameuze bariton Dietrich Fischer-Dieskau. Aan het begin van zijn carrière kreeg Oliemans een paar masterclasses van hem. “Ik had een bandje opgenomen en het hem toegestuurd. Een tijdje later had ik hem plotseling aan de lijn. Ik dacht eerst dat vrienden een grap met me uithaalden, maar hij was het echt zelf. Hij nodigde me uit om naar een masterclass te komen. Dat was tijdens het Strauss-festival in Garmisch-Partenkirchen.”
Oliemans ontving in de jaren daarna nog een paar coachings van Fischer-Dieskau en bleef hem ook trouw nieuwe opnames sturen. “Hij stuurde me altijd een handgeschreven kaartje terug, waarop hij telkens één pedagogische opmerking maakte. Die kaartjes bewaar ik als een soort relikwieën in een map.”
Dr. Jekyll & Mr. Hide
In de Edesche Concertzaal richt Oliemans zich ook op het lied. Aanleiding voor het recital is zijn nieuwste cd: Schumann Lieder: Dr. Jekyll & Mr. Hide. Op het album belicht hij samen met pianist Paolo Giacometti twee kanten van Robert Schumann: de florerende Schumann die onsterfelijke werken schreef als de liederencyclus Dichterliebe en de Schumann die in de laatste jaren van zijn leven steeds meer geplaagd werd door depressies, angstvisioenen en hallucinaties en daardoor ook anders ging componeren. Oliemans zingt zowel Dichterliebe als twee liedreeksen die Schumann een paar jaar voor zijn dood componeerde.
“Die late liederen zijn door musicologen vaak in een kwaad daglicht gesteld, omdat Schumann toen in slechte doen was. Maar ik ben het daar helemaal niet mee eens. Je ziet wel in de partituren dat hij niet meer in dezelfde coherente toestand was als tijdens het schrijven van Dichterliebe, waarin alles perfect op zijn plaats staat en alles een logische vorm heeft. Maar van iedere andere componist zouden ook die late liederen als meesterwerk gezien worden.”
De twee kanten van Schumann worden vaak verbeeld aan de hand van twee pseudoniemen die de componist zelf gebruikte: de sterke, gepassioneerde Florestan en de bezonnen, fijngevoelige Eusebius. Oliemans zag daarin een parallel met Dr. Jekyll en Mr. Hide. “Het gaat over iemand die zichzelf in de hand wil houden, maar toch overmeesterd wordt door de demonen in zichzelf. Ik wil Schumann met deze titel geen stempel opdrukken, maar het is een invalshoek om naar zijn muziek te kijken en de ontwikkelingen in zijn leven terug te zien in zijn liederen. Het is een metafoor. Kijk er ook eens zo naar.”
Ruimte
Met name Dichterliebe is al heel vaak uitgevoerd en talloze malen op cd gezet. Wat voegt een nieuw uitvoering nog toe? “Het klopt dat er al heel veel is”, zegt Oliemans. “Ik heb zelf ook fantastische opnames van Dichterliebe. En tóch denk ik dan bij het luisteren: ik zou dit stuk zo doen, ik zou dat lied zus aanpakken. Dat is niet iets competitiefs. Ik vind niet dat ik het beter kan. Maar wel anders. Ik heb iets te zeggen wat er een ander licht over laat schijnen. Muziek biedt zo veel interpretatieve ruimte!”
Het concert van Thomas Oliemans en Paolo Giacometti vindt plaats op 17 september om 20.00 uur. Zie voor meer informatie de website van de Edesche Concertzaal. Hetzelfde programma wordt op 30 oktober gespeeld in het Muziekgebouw Eindhoven.
1 Reactie
diep onder de indruk van Thomas Oliemans. Een schitterende uitvoering van een Napolitaans lied (Ned.2 -Paul Witteman) , Alstublieft, zet dit lied op Uw eerstvolgende CD !!! Ik vond U fantastisch en was ontroerd !! Wist niet dat we in Nederland zo*n fantastische zanger hadden !!!!!!