Johannette Zomer: doorgeefluik van emoties
Meer dan twintig jaar zingt Johannette Zomer al op het hoogste niveau, maar van vermoeidheid of verzadiging geen spoor. Haar sopraan is nog altijd ‘glockenrein’ (Leipziger Volkszeitung) en haar passie is nog lang niet gedoofd. Haar streven: een doorgeefluik zijn tussen de wonderlijke wereld van de muziek en het publiek in de zaal.
Muziek was voor Johannette Zomer lange tijd niet meer dan een hobby. Ze werkte als microbiologisch analiste bij een streekziekenhuis en had plezier in dat werk. Buiten werktijd speelde ze dwarsfluit en zong in een koor, maar ze dacht altijd: ik houd het als hobby, ik leer liever een echt vak.
Na afloop van een kerstconcert met haar koor stapte één van de alten naar haar toe en moedigde haar aan om toch eens te onderzoeken of ze niet meer met haar stem zou kunnen doen. Dat deed ze. Ze spijkerde haar theoretische kennis bij (“ik had een grote achterstand”) en deed auditie voor het Amsterdams conservatorium. Ze werd direct aangenomen. “Dan denk je wel even: oh, oké…”
Ze begon aan de vooropleiding van het conservatorium, maar bleef nog een jaar lang met één been in de microbiologische beroepspraktijk staan door fulltime door te werken. Na dat eerste jaar gaf ze zich echter geheel over aan haar zangcarrière. Een enge stap, zo lijkt het, maar Johannette hoefde er niet lang over na te denken. “Toen ik eenmaal voelde wat het is om te zingen – wat het met je lijf doet en hoe je een doorgeefluik kunt zijn van de muziek – toen zei ik volmondig ja. En ik heb nooit meer teruggekeken.”
Bètamensen
Microbiologie en muziek lijken uitersten, maar in de barokmuziek vond Johannette veel raakvlakken. “Bach is een heel duidelijk voorbeeld. Zijn muziek is heel analytisch opgebouwd. Ik heb een analytisch brein, dus ik heb zijn stukken snel door. Ik heb als het ware een driedimensionaal overzicht van zijn muziek. Al ben ik me dat niet altijd bewust; veel gebeurt intuïtief.”
Interessant is dat meer bètamensen een bovengemiddelde affiniteit met barokmuziek blijken te hebben. Johannette ziet het om haar heen. “Het gebeurt best vaak dat mensen met een bèta-achtergrond actief worden in de barokmuziek. In mijn zangersklasje op het conservatorium zat bijvoorbeeld iemand die eerst computerkunde had gestudeerd. En onze leraar was voorheen chemieprofessor.”
“Het komt nog steeds erg weinig voor dat ik denk: nu is het echt werk”
Tebaldo
Enkel een analytisch gebeuren is barokmuziek niet voor Johannette Zomer. Integendeel, het is de muziek waar het voor haar allemaal mee begon en het is de muziek die altijd op de voorgrond is blijven staan tijdens haar carrière.
“Met oude muziek heb ik de grootste affiniteit. Dat ontdekte ik al op het conservatorium. Iedere vrijdag hadden we koor, onder leiding van Jos van Veldhoven. Daar zongen we ook Bach. Waar anderen moeite hadden met de partijen, wist ik haast zonder te kijken hoe ik het wilde zingen. Waar dat vandaan kwam? Dat weet ik niet. Het is denk ik de aard van het beestje…”
Al snel rolde Johannette het barokwereldje in. Ze werd lid van het Bach-koor van Ton Koopman en raakte ook betrokken bij het Collegium Vocale in België. Toen daar in 1996 voor een speciale gelegenheid een kameroperaatje van Samuel Barber werd opgevoerd, kreeg Johannette één van de rollen toebedeeld. Toevallig was de directeur van de Nederlandse Reisopera aanwezig en die vroeg haar na afloop om op korte termijn in te vallen als de page Tebaldo in een productie van Verdi’s Don Carlo. Het begin van een tien jaar lange samenwerking met de Reisopera, wat haar operacarrière lanceerde.
Genot
Johannette Zomer zingt inmiddels ruim twintig jaar op topniveau. Opera, oratorium, kamermuziek, lied: in elk genre weet ze te excelleren. Daarbij brengt ze ieder jaar wel minstens één cd uit. Gaat het nooit vervelen? “Dat is het verbazingwekkende: het komt nog steeds erg weinig voor dat ik denk: nu is het echt werk. Dat is volgens mij ook de sleutel om het zo lang vol te houden. Want op het moment dat je het als werk gaat beleven, heeft dat zijn weerslag op hoe je het doet, hoe je de muziek brengt.”
Johannette raakt ook niet uitgekeken op stukken die ze vaak heeft uitgevoerd. “Ik kan voor de vijfhonderdste keer Bachs ‘Aus Liebe’ zingen, maar nog steeds geïnspireerd worden. Door de tekst, maar vooral ook door de emotie erachter. Elke keer kan ik die emoties weer oproepen, juist omdat het gaat om emoties van alledag. In ieder concert zoek ik naar dat genot, het genot om een intermediair te zijn en de gevoelens uit de muziek door te geven aan het publiek.”
Vivaldi
In verschillende concertzalen zet Johannette deze maand haar tanden in de religieuze muziek van Antonio Vivaldi. Het project ontkiemde toen de sopraan in Montréal was en Vivaldi’s Laudate pueri hoorde. “Ik vond dat zo fantastisch dat ik het graag op mijn programma wilde zetten. Vervolgens heb ik daar andere religieuze stukken van Vivaldi bij gezocht. Vivaldi wordt vaak neergezet als een wat lichtvoetige componist – meestal vanwege De vier jaargetijden – maar in onze selectie zitten een paar werken die buitengewoon diep van gevoel zijn.”
Het Vivaldi-programma is het nieuwste project van Johannettes eigen ensemble Tulipa Consort, dat ze in 2013 oprichtte om meer vrijheid te krijgen. “In dit vak werk je altijd samen met dirigenten, regisseurs, andere solisten, enzovoort. Dat betekent dat je altijd water bij de wijn moet doen. Soms een beetje, soms wat meer. In dat laatste geval voelt het zingen toch meer als werk. Daarom heb ik Tulipa Consort opgericht. Dat biedt mij complete artistieke vrijheid en daar geniet ik erg van. Bovendien: het ensemble bestaat uit allemaal bevriende collega’s, dus we hebben het ook heel gezellig samen!”
Het Vivaldi-programma van Zomer en haar Tulipa Consort is vanavond (5 november) in de Edesche Concertzaal te horen en trekt vervolgens, na een paar uitvoeringen in Engeland, langs Vlaardingen, Utrecht, Zwolle en Noordwijk. Zie voor een overzicht de website van Johannette Zomer.