Binnenkort

December in Duitslands operahoofdstad

Wie in december zijn operavertier wil zoeken in Berlijn, kan veel Rossini-werken verwachten. Verder staan Rigoletto, Die Zauberflöte en La Bohème overvloedig geprogrammeerd. Correspondent Alessandro Anghinoni licht het decemberprogramma toe.

Portret van Rossini, gemaakt door Francesco Hayez.
Portret van Rossini, gemaakt door Francesco Hayez.

Na de val van de Muur werden er drie operahuizen opgericht in Berlijn: eentje in het westen (de Deutsche Oper) en twee in het voormalige oosten (de Staatsoper Unter den Linden en de Komische Oper). Vanaf het begin waren er discussies over de programmering van de huizen, zodat bijvoorbeeld overlap vermeden werd.

In tijden van economische crisis slokten de drie huizen enorme geldbedragen op, terwijl het publiek minder en minder geïnteresseerd was in hun aanbod. Ik kan me voorstellingen herinneren tussen 2001 en 2003 waar slechts enkele honderden mensen zaten.

In de politiek werd daarom gesproken over het opheffen van één van de huizen. In plaats daarvan werd echter in 2004 een instituut opgericht dat supervisie over de huizen kreeg: de Stiftung Oper in Berlin. Sinds die oprichting zou je een scherpere profilering van de huizen verwachten.

Waarom al deze historie? Om het juiste licht te werpen over het feit dat je in december in Berlijn TWEE verschillende Rigoletto’s, TWEE Zauberflöte’s en niet minder dan DRIE versies van La Bohème kunt zien! Dat is pas coördinatie! Maar goed, het is nu eenmaal zo en je kunt er je voordeel mee behalen.

Mijn favoriete Bohème is de meest traditionele van de drie: de enscenering die Götz Friedrich in 1988 maakte voor de Deutsche Oper. De eerste voorstelling is op 9 december, met een prachtige cast: Stefano Secco als Rodolfo, de onvermoeibare Markus Brück als Marcello en de gewaardeerde Nuccia Focile als Mimi.

Als je wilt, kun je deze productie vergelijken met die van de Staatsoper op 11 december, in een modernere maar niet echt vernieuwende productie van Lindy Hume met zangers uit het ensemble.

Of je kunt de vreemde, niet-poëtische productie van Andreas Homoki bij de Komische Oper ernaast leggen. Die begint op 6 december te spelen: in het Duits en zonder pauze. In de cast zingt de uitstekende bas Hans-Martin Naus als Benoît. Naast hem hoef je echter geen internationale sterren te verwachten in dit theater, dat het vooral van beroemde regisseurs moet hebben.

Als dat trouwens is waar je naar op zoek bent en je geen bezwaar hebt tegen opera’s in het Duits, kun je lol beleven aan de twee beste producties van de Komische Oper: vanaf de 11e Glucks Armida in een regie van Calixto Bieito (voor boven de 16 jaar, vanwege vijftien naakte mannen op het toneel) en vanaf de 17e Die Liebe zu drei Orangen van Prokofiev, in een meestelijke productie van Andreas Homoki.

Tien dagen geleden begon de Deutsche Oper – ook wel bekend als ‘Winter-Bayreuth’ – een soort van festival, genaamd Wagner-Wochen. Verrassend genoeg is er niets van Wagner te zien in december. In plaats daarvan zou je de maand kunnen betitelen als Rossini-maand – al treedt de Stiftung Oper niet op die wijze naar buiten.

Er is een nieuwe Il Barbiere di Siviglia en vanaf 14 december een fantastische La Cenerentola met de tenor die ik als toonaangevend beschouw in het Rossini-repertoire: Antonino Siragusa als Don Ramiro. De smaakvolle mezzo Ruxandra Donose zingt Angelina.

Bij de Staatsoper is er vanaf de zevende een productie van Il turco in Italia, geënsceneerd door David Alden, met de spannende sopraan Alexandrina Pendatchanska als Donna Fiorilla.

Eén ding heeft de Stiftung Oper heel goed gedaan: ze hebben een nuttige webpagina gemaakt waar je een compleet overzicht kan krijgen van de voorstellingen om je kersttrip naar Berlijn te plannen. Bovenstaande was slechts mijn selectie, zie verder www.oper-in-berlin.de.

Vorig artikel

Mozarteumorchester laat veel pracht liggen

Volgend artikel

Docu over Fleming blijft op de vlakte

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni